Illustratie: J. Calvert

Je was die avond weer behoorlijk sikkeneurig, Bardamu. Toen ik rustig wat zat te lezen,  zat je allerlei gekke bekken te trekken. Want jij vond De zetel van de Ziel van Gary Zukav waar ik mee bezig was  maar niks. En had ik het niet gedacht, de volgende morgen bij het ontbijt begon je er meteen over. Over karma en reïncarnatie, toen ik net wakker nog maar nauwelijks een slok koffie had genomen. 

Je viel met de deur in huis. Hoe wist die Zukav dat slechte daden slechte gevolgen hebben? En goede daden, goede? Dat was ons nu al eeuwen verteld. Maar als je afging op het waarneembare was er niets dat daarop wees. Neem Pol Pot, zo hield je me voor. Verantwoordelijk voor de dood van 1,5 miljoen Cambodjanen. Nadat zijn regime was uitgeschakeld, leefde hij rustig verder in pais & vree in zijn landelijk huisje in Thailand en kwam niets te kort. Dus tijdens ons leven was dat zeker niet het geval. 

In een toekomstig leven dan misschien? Vooropgesteld dat je in reïncarnatie wilde geloven natuurlijk, zoals die Zukav. In het voortbestaan van de ziel in welke vorm dan ook. Natuurlijk was ook daarvoor geen enkel bewijs. Meer dan een hardnekkige wens tot eeuwig leven was dat niet. Wanneer kwamen we nu toch eens tot inzicht. Dat was natuurlijk een trap onder de gordel naar mij. Het was toen pas een week of twee geleden dat mijn dochter was verongelukt. Ik begreep wat je wilde zeggen. Ik moest me vooral geen illusies maken.   

In de geschiedenis van de mensen, zo ging je verder, was er een dergelijke causale keten nergens te  ontdekken. En daar begon je over Haile Selassie, de voormalige keizer van Ethiopië, wist ik het nog? En wredere man was nauwelijks denkbaar. Er was zelfs beweerd dat hij zijn tegenstanders aan de krokodillen voerde. 

Maar in Jamaica werd hij door Rastafarians, vereerd als een godheid. Blij dat ze nu eindelijk eens een zwarte God hadden. Die Bob Marley, waar zo mee gedweept wordt, was er ook mee in zijn nopjes. Hoewel Selassie liever met blanken te doen had dan met zijn zwarte onderdanen. Zelf zei hij dat hij zich niet als zwart beschouwde… Het was dus moeilijk in te zien, dat slechte daden ook slechte gevolgen hebben, zo concludeerde je triomfantelijk. 

Maar je sterkste troef gooide je er nogal badinerend uit, toen ik aan mijn bakje muesli zat. Wat goed en kwaad, kwam je weer met die fluisterstem van je, die je altijd gebruikt als je me ergens van wil overtuigen. In ons denken over de gevolgen van het kwaad, deden we altijd alsof normen voor eeuwig vaststaan. Maar wat wij nu zien als slecht was in voorbije tijden goed. Ik moest dan bijvoorbeeld maar denken aan de Inquisitie, die duizenden mensen op de brandstapel deponeerde. Of aan het oude Carthago, dat zijn kinderen offerde aan een zelfbedachte God. En wat wij nu goed noemen? Wie weet wat de geschiedenis daar over duizend jaar over zal zeggen. 

We hadden nu dat rare ‘presentisme’, dat wil zeggen voorbije tijden oordelen met de waarden van nu. Een vreemd verschijnsel. Het was zoiets als als een volwassen vrouw retroactief een pak slag te geven, omdat ze als kind in haar broek plaste. Niet dat we in die voorbije tijden minder volwassen waren dan nu. De waarden, die we aanhingen, waren domweg anders.    

In Nederland, zo kouterde je verder, hebben ze nu de mond vol over hun slavernijverleden. Maar daar waren ze behoorlijk cultuurmoe. Ziek van zichzelf eigenlijk. Weg ermee dan maar. Natuurlijk wisten de lieden die het propageren ook wel, dat slavernij een universeel verschijnsel was. Zelfs de primitiefste Indianen in de Amazone hielden hun slaven. Misschien deden ze het nu nog wel. Net zoals de zwarte stammen in Afrika voordat het westen zich met dit gebied ging bemoeien.

En toen het zover was, waren de Afrikaanse opperhoofden maar wat opgetogen met het nieuwe afzetgebied dat ze gevonden hadden. In blijde verwachting brachten ze hun slaven naar de schepen. In ruil voor een handvol glitterkralen, die boem, ta-boem, ta-boem, zo goed stonden tijdens hun wilde dansen.

En dan de Arabieren. Op de Europese kusten tot aan Engeland toe hielden ze hun strooptochten. Wist ik dat er hele Engelse dorpen waren buitgemaakt om in de Marokkaanse mijnen te werken? Terwijl de jonge meiden natuurlijk in de harem verdwenen.   

Ik weet het, Bardamu, jij hebt het met eigen ogen kunnen aanschouwen. Zoals al het andere dat de menselijke geschiedenis heeft opgedist. Jij, die alles uitsluitend feitelijk bekijkt, oordeelt er niet over. Dat laat je aan ons over. En dat doen we dan ook. Op een nogal selectieve manier. Nederland buigt in deemoed zijn hoofd en excuseert zich voor zijn slavernij verleden. Ze hebben er geen last van dat ze door de rest van de wereld worden uitgelachen.

Maar dat doen ze daar in het geniep, Bardamu, in het geniep… Want wellicht kunnen ze er wat geld aan over houden en in dat geval is dit een narratief dat er zijn mag. Maar moeten we nu ook onze Minister van Buitenlandse zaken naar Noorwegen sturen om bij zijn lokale ambtgenoot schadevergoeding te eisen voor al de plundertochten van de Vikingen? Moeten de standbeelden die ter hunner ere werden opgetrokken omvergehaald worden? In Sicilië stichten die woeste krijgers trouwens een goed functionerend rijk, veel beter dan de rest van Italië. 

Ook in Afrika zijn er plekken aan te wijzen waar westerse landen dat deden. Totdat het tijdsgewricht met nieuwe morele waarden begon te scharnieren. Alleen de Arabieren, die er het hele noorden koloniseerden, wisten zich er te handhaven ten koste van de Berbers.   

In het land dat wij bewonen, Bardamu, hadden ze ook hun slaven. Voor het merendeel waren dat Thais. De mannen hadden het voor het zeggen. Als het ze zo uitkwam, konden ze hun vrouw of hun kinderen als slaaf verkopen. Als ze gokschulden hadden konden ze ook zichzelf verkopen. Het was diep ingeworteld, Bardamu. De Thaise koningen stuitten op grote weerstand om het afgeschaft te krijgen. Pas in 1915 werd er een wet aangenomen die salvernij verbood. Het gebeurde onder druk van westerse mogendheden. 

Maar in praktijk ging het nog heel lang door en ook op de dag van vandaag is slavernij nog niet geheeld verdwenen. Moeders, die hun dochters verkopen aan een bordeel, waar ze in feite gevangen zitten, komt nu ook nog voor. Evenals de slavernijbemanning op de Thaise vissersvloot, waar een paar jaar geleden zoveel ophef over was.      

Met haar en haar medestudenten had ik het soms ook over Bardamu. Progressief ingestelde jongelieden, die de heersende oude garde steevast als dinosauriërs aanduiden. Ze willen veranderingen en kijken, wat misplaatst weliswaar, naar het democratische systeem van het westen. Als dat werkelijkheid wordt zal het manna  op het land neerdalen, zoals nu de moessons. Ze verwachten er wonderen van.

Maar ik begrijp het wel, Bardamu. Waar anders dan naar het Westen moet je in deze wereld kijken als je de feodaliteit wil afschaffen? Hadden de Thaise revolutionairen, die in 1932 de absolute monarchie afschaften, hun wijsheid daar niet vandaan gehaald. Was het niet juist daar dat de slavernij en de feodaliteit voor het eerst was afgeschaft? Geen wonder Bardamu, dat het Westen voor deze jonge studenten het lichtende voorbeeld is. 

Hoe je het ook wendt of keert, Bardamu, het westerse paradigma, beheerst de wereld. Tot nu toe tenminste. Niet westerse lieden zijn daarin vaak roomser dan de paus als het in hun straatje past. Maar jij, die de hele geschiedenis van de wereld in een oogopslag overziet, weet als geen ander dat dit kan veranderen.  Volgens het niet weer te spreken principe, dat alles wat ontstaat, gedoemd is te verdwijnen.  Wat er daarna komt Bardamu, weten wij geen van beiden. Maar de grote veranderingen zijn zich al volop aan het voltrekken. 

Door futurologen wordt er driftig over gespeculeerd. Kunstmatige Intelligentie, die de wereld gaat overnemen en meer van dat soort zaken. Sommigen hebben het over een nieuwe vorm van feodaliteit gebaseerd op cloud capital, die zich in het westen al begint af te tekenen. Zonder dat de meeste mensen, druk als ze zijn hun dagelijkse kostje bijeen te scharrelen, zich er rekenschap van geven. 

Misschien willen ze ook wel dat het er van komt Bardamu. Er zijn immers altijd slaven en meesters geweest en allebei hebben ze de mentaliteit, die daarbij hoort. De onderworpenen net zo goed als de slavendrijvers. In dat opzicht niets nieuws Bardamu.

Maar in dit land is van deemoed geen sprake Bardamu. Toen ze zich ging inschrijven op de Universiteit van Chiang Mai, ging ik met haar mee om de sfeer te proeven. Lange rijen jongens en meisjes voor de inschrijftafels in hun zwart-witte uniform. Door de cheerleaders, een selecte groep jonge jongens en meisjes gekozen op  lengte en schoonheid, werden ze welkom geheten. Ze voerden een wervelende dans uit in vloeiende bewegingen, soms de armen hoog opgeheven, dan weer de binnenstebuiten neergeslagen tegen de heupen met hun vingers gekruld zoals alleen Thaise mensen dat kunnen.

Onderwijl zongen ze, glimlach op de lippen, a capella een lied. Hoe belangrijk het was kennis op te doen. Er schoot een brok in mijn keel, Bardamu. Het straalde een geweldig optimisme en levenslust uit, geloof in de toekomst, trots op  hun land en op zichzelf. Niks cultuurmoeheid.    

  Trots, dat zijn die jongens die in Nederland rondwentelen in hun eigen deemoed natuurlijk ook Bardamu. Ze denken een primeur te hebben, zoals met de afschaffing van de absolute monarchie. Kijk ons eens doen…we bekennen onverbloemd onze schuld…Zie toe, het is nog nooit vertoond… 

Kom gerust naar ons en neem ons land in bezit. Wat van ons is, is ook van jullie. Eigenlijk hebben jullie gezien dat slavernijverleden, zelfs recht op een grotere portie dan wij. In vroegere tijden moesten landen altijd veroverd worden. Maar wij geven het nu gewoon weg. Zijn wij niet geweldig?