De verkiezingen in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen (NRW) gelden als de kleine Bondsdagverkiezingen. NRW heeft meer inwoners dan Nederland, 18 van de ruim 80 miljoen Duitsers, en is de economische motor van de Bondsrepubliek. Als het slecht gaat in NRW gaat het vaak ook minder goed met de rest van Duitsland. En mede om die reden zijn verkiezingen daar de stemmingsmeter die politiek Berlijn altijd in spanning houdt. Winst en verlies in NRW beven steevast na in Berlijn.

Na de verkiezingen van zondag is daar weer alle reden toe. Ze leverden twee grote winnaars en twee grote verliezers op. De conservatieve CDU werd met afstand de grootste, – 35,7 procent plus 2,7. De Groenen wonnen spectaculair.  Met ruim 18 procent, – plus 11,7 -, bijna drie keer zoveel als bij de verkiezingen van vijf jaar geleden  En de sociaaldemocratische SPD van kanselier Olaf Scholz, – 26,7 , min 4,5, – en de liberale FDP, – 5,9, min 6,7 -, moesten op zoek naar de verbandtrommel.

NRW had tot gisteren een coalitie van CDU en FDP.  Door de afstraffing van de liberalen heeft die regering geen meerderheid meer in het parlement in Dusseldorf. Voor de hand ligt nu een kabinet van CDU en Groenen en dat is wat waarnemers ook verwachten. Het zal de nodige voeten in de aarde hebben maar bij geen van beide partijen ligt een blokkade van de ander.

En daarmee kunnen we meteen door naar Berlijn. Een zwart-groene coalitie in Dusseldorf (naar de partijkleuren) zou wel eens het voorspel kunnen zijn van zo’n coalitie in Berlijn. NRW is vaak een proeftuin voor coalities op nationaal niveau.

In Berlijn regeert sinds de Bondsdagverkiezingen van vorig jaar een coalitie van SPD, Groenen en FDP. Twee van de partners, SPD en FDP, waren in NRW de grote verliezers en de derde, de Groenen, de grote winnaar. Dat is meestal niet goed voor de sfeer en kan op zijn minst grote spanningen veroorzaken. FPD-leider en minister van financiën Christian Lindner heeft al aangekondigd zich sterker te zullen profileren.

Met name voor Olaf Scholz is de afgang van zijn partij in NRW een persoonlijke nederlaag. Voor de eerste keer werd bij belangrijke verkiezingen bevestigd wat de peilingen al aangaven. Scholz overtuigt niet als regeringsleider. Zijn optreden en beleid in de Oekraïne-oorlog wordt als zwak en aarzelend beoordeeld. De beide Groene kopstukken in zijn regering overvleugelen hem zeker in de beeldvorming met opvallend gemak. Vice-kanselier en minister van economische zaken Robert Habeck en Annalena Baerbock (buitenlandse zaken) zijn het boegbeeld en de stem van Scholz’ regering. Dat Habeck inmiddels steeds meer gezien wordt als de ‘echte’ kanselier moet extra pijnlijk zijn.

De nederlaag in NRW moet de SPD in meerdere opzichten te denken geven. Wie gehoopt had dat Scholz zich zou ontpoppen tot een stemmenmagneet, kan niet anders dan zwaar teleurgesteld zijn. Scholz won vorig jaar de Bondsdagverkiezingen maar dat had hij vooral te danken aan de afwezigheid  van Angela Merkel. Merkel was na 16 jaar in het Kanzleramt nog verreweg de populairste politicus en had naar alle waarschijnlijkheid opnieuw gewonnen. Haar opvolger als CDU-leider was in de eigen partij op zijn best derde keus en voerde een miserabele campagne. Desondanks trok Scholz maar net aan het langste eind, 25,7 tegen 24,1 procent.

De sociaaldemocraten hadden de afgelopen jaren ook in ooit traditionele bolwerken de ene nederlaag na de andere moeten incasseren. Nu dachten ze het lek boven te hebben. De negatieve trend leek eindelijk te zijn doorbroken. De ontnuchtering kwam een week geleden met de eerste belangrijke verkiezingen, in de noordelijke deelstaat Sleeswijk-Holstein. De SPD verloor dik van de CDU. Dat kon nog weggeredeneerd worden met de standaarduitvlucht van verliezende politici: het waren deelstaatverkiezingen met hun specifieke eigenaardigheden en bovendien was de zittende CDU-minister-president te populair.

Na NRW kan dat niet meer. Scholz had daar te vaak zijn gezicht laten zien en toch werd het de grootste nederlaag in 75 jaar.

De kanselier was voor grote delen van de SPD nooit de gewenste kandidaat. Hij is houterig, afstandelijk en op het arrogante af zelfbewust. Zijn bijnaam, Scholzomat, spreekt boekdelen. Maar hij won tegen alle verwachtingen de Bondsdag-verkiezingen en daarmee voorlopig voldoende krediet opgebouwd. In elk geval tot de volgende belangrijke deelstaatverkiezingen, van Nedersaksen in oktober. Als dat eveneens een zeperd wordt, zal de discussie over zijn leiderschap onherroepelijk losbarsten. Want de SPD heeft net als de PvdA weinig clementie met leiders die teleurstellen.