Wat voor partij zal ‘VerenigdLinks’ worden? Een GroenLinkse bubbelpartij met wat sociaaldemocratische franje? Of zullen de sociaaldemocratische beginselen (mede) het fundament vormen? Wie weet verrassen ze ons en komt er iets dat misschien niet nieuw is maar wel heel mooi. Links, groen en toch aantrekkelijk voor de kiezers uit het midden. Nooit de moed opgeven, zei mijn socialistische grootvader vaak tegen beter weten in.

De eerste indicatie zullen we krijgen wanneer het verkiezingsprogramma verschijnt. Nu moeten we geen al te grote waarde hechten aan een verkiezingsprogramma. Niemand leest het en er komt zelden iets van terecht. Maar dit keer is het in zoverre interessant dat we enig idee krijgen wie de toon zet.

Veel nog-PvdA-ers zijn er niet gerust op. De laatste is het langzittende Kamerlid Henk Nijboer die afgelopen week zijn vertrek aankondigde. Hij had weinig vertrouwen in de koers van de toekomstige fusiepartij. De sociaaldemocraten dreigen opgeslokt te worden door de Groenen. Hij wenst de nieuwe partij alle goeds, uiteraard, maar hij gaat het niet meemaken.

Hoe gegrond is die vrees van Nijboer en consorten?

Bij een fusie neemt een dominante partij meestal een zwakkere rivaal/concurrent over. Die sterkere partij kan in het wijdere krachtenveld een kleine speler zijn, maar in de verhouding met de PvdA is GroenLinks onmiskenbaar de domina. Niet eens zozeer uit eigen kracht maar vooral omdat de PvdA eigenlijk de geest heeft gegeven. De ooit machtige volkspartij is de afgelopen jaren verschrompeld tot een deerniswekkende verschijning. Het verkiezingsdebacle van 2017 toen de PvdA 29 van de 38 zetels verloor, zijn de sociaaldemocraten nooit meer te boven gekomen. ‘Opdoeken’ wilde niemand toen in de mond nemen, men ging liever ‘herijken’ en ‘herbezinnen’, maar aan de horizon zag men steeds duidelijker het avond- dan het morgenrood.

GroenLinks boekte bij die verkiezingen met 14 zetels juist het beste resultaat uit haar geschiedenis. Die winst ging vier jaar later weer goeddeels verloren, van 14 naar 8, en het gevoel vatte post dat links beter moest kunnen. Dat zou het best gerealiseerd kunnen worden in samenwerking en, wie weet, later een fusie met de PvdA. GroenLinks nam het initiatief en kreeg daardoor ook psychologisch de overhand.

De scepsis van de oude PvdA-garde rond oud-voorzitter Hans Spekman is begrijpelijk maar er is geen plaats meer voor nostalgie. Als links als factor van betekenis wil overleven, moet er gefuseerd worden. Daarbij speelt de dynamiek in het voordeel van GroenLinks en het nadeel van de PvdA. De ene partij, GroenLinks, is jong en energiek, althans in de eigen beeldvorming, en de andere, de PvdA, heeft zichzelf overleefd. Net als die andere ooit grote volkspartij, het CDA.

Dat GroenLinks de boventoon zal voeren in de fusiepartij is een bijna onvermijdelijk gevolg van deze ontwikkeling. En dat betekent dat VerenigdLinks een opgetuigd GroenLinks zal worden en meer dan verstokte PvdA-ers lief kan zijn, richting getuigenispartij tendeert. In het beste geval zouden de PvdA-ers tegenwicht bieden aan de GroenLinkse luchtfietsers. Zoals de Duitse Groenen hun ‘Realo’s’ hebben die de getuigers, de ‘Fundi’s, bij de les houden. Maar dat zal wel wensdenken blijven.

De enige hoop voor de gematigd linkse kiezer die zich afvraagt waar hij met zijn stem naartoe moet, heet Frans Timmermans. Ik ben geen fan van Timmerfrans: hij is een egotripper en een hork. Maar een ding is hij absoluut niet: een luchtfietser. Timmermans wil minister-president worden. En voor die ambitie zullen veel GroenLinkse ideeën en sentimenten moeten wijken.

Tijdens de campagne zullen we dat niet zien. Dan blijven de gelederen gesloten. VerenigdLinks zal zich profileren met stevige klimaatstandpunten, ‘menselijk’ asiel- en migratiebeleid, het gebedsmolenachtig verketteren van het neoliberalisme, opkomen voor lhbi-tm-z-rechten, meer staat en wat je nog verder in de groenrode catalogus kunt vinden. Timmermans zal die punten het accent en de plaats geven die hij wenselijk acht zonder dat dit op veel tegenspraak zal stuiten. Want hij is met afstand de beste politicus van het gezelschap. Een die bovendien beseft dat hij compromissen moet sluiten, mogelijk, waarschijnlijk met partijen die de GroenLinkse agenda te ver vinden gaan.

Ononderhandelbare punten zal hij dus niet voor zijn rekening nemen. Misschien wordt zijn partij de grootste, maar dat zal dan vooral te danken zijn aan het overlopen van kiezers van de andere linkse partijen. Maar rechts, de VVD, BoerBurgerBeweging, de restanten van het CDA,  de PVV en de rest van het populistische grut, is in dit land meestal groter dan links en dat zal zijn speelruimte beperken. (Wat Pieter de Talmer uiteindelijk gaat doen, laat ik nu buiten beschouwing. Het getalm van Omtzigt bevestigt de twijfels over zijn geschiktheid en dus aantrekkingskracht als politiek leider).

En dan kan het spannend worden. Gaat de GroenLinkse achterban akkoord met compromissen die haar leider heeft uitonderhandeld? Als hij de partij tot de grootste heeft weten te maken, zullen ze hem wel moeten volgen. Maar als de verkiezingsuitslag tegenvalt, en dat valt zeker niet uit te sluiten, wordt het een ander verhaal. Voor veel GroenLinksers is een blanke boomer met buik en baard niet de gedroomde leider. Het vooruitzicht op succes was zijn belangrijkste troef. En als dat succes uitblijft, ondermijnt dat onherroepelijk zijn gezag. En dan moet je niet gek opkijken, als de onvrede ontaardt in gekijf en tenslotte in een richtingenstrijd.