Als ooit democratisch gekozen regeringsleiders protspaleizen bouwen, kun je er donder op zeggen dat de democratie in gevaar is. Vladimir Poetin heeft aan de Zwarte Zee een buitenverblijf waarvan de waarde op een miljard wordt geschat. Zijn Turkse collega Recep Tayyip Erdogan doet niet minder en woont in Ankara in een paleis met 1000 kamers. Donald Trump is niet langer president van de VS maar staat mogelijk voor een comeback. De Trump Tower in New York is de uitdrukking in beton, staal en goud van zijn grootheidswaan.

Zondag a.s. zijn er presidents- en parlementsverkiezingen in Turkije. Dat zijn de belangrijkste verkiezingen van het jaar, aldus het Britse weekblad the Economist dat steevast ‘gezaghebbend’ wordt genoemd. De Turken krijgen de kans om Erdogan weg te stemmen. Na 20 jaar waarin hij het land aanvankelijk heeft opgestoten in de vaart der volkeren maar in de loop van zijn regeringsperiode steeds autocratischer werd. Sinds de mislukte coup van 2016 is Erdogan alleenheerser.

Alle voor een democratie cruciale instituties zijn uitgehold. Onafhankelijke rechtspraak en vrijheid van meningsuiting bestaan niet meer. In de door Erdogan en zijn trawanten beheerste media komt de oppositie nauwelijks aan bod. Campagne voeren ging naast de manifestaties in het land voornamelijk via de sociale media. En dan hebben we het nog niet over het fysiek bedreigen en gevangen zetten van vooral Koerdische oppositiepolitici. Kortom, het is het schrikbewind van de Sterke Man.

Maakt de oppositie desondanks een kans?

Ondanks deze handicaps lijkt het een nek-aan-nek-race te worden tussen Erdogan (69) en oppositieleider Kemal Kilicdaroglu (74). Kilicdaroglu heeft in de polls een neuslengte voorsprong. Het worden dus niet alleen de belangrijkste maar ook de spannendste verkiezingen sinds jaren.

Verkiezingen zijn in de eerste plaats een referendum over de prestaties van de zittende regeringsleider. En de prestaties van Erdogan zijn ondermaats. Een inflatie van officieel 43 procent maar in werkelijkheid minstens het dubbele vreet de koopkracht op. De lagere en middenklassen weten niet meer hoe ze de eindjes aan elkaar moeten knopen. De malaise komt vrijwel geheel op rekening van de president. Erdogan houdt er bizarre economische theorieën op na en laat zich als rechtgeaarde Sterke Man niet corrigeren.

Daarnaast zijn de andere symptomen van het Sterke Mannen-beleid, corruptie en incompetentie, na 20 jaar zo zichtbaar dat zelfs vele van zijn doorgaans hondstrouwe conservatieve aanhangers ze niet langer kunnen en willen ontkennen. De verwoestende aardbeving van februari in het zuid-oosten, een Erdogan-bolwerk, heeft hen de ogen geopend. Erdogans partij, de islamistische AKP, heeft nauwe banden met projectontwikkelaars. En deze ondernemers zouden op grote schaal huizen hebben gebouwd die niet aardbevingsbestendig waren. Resultaat: minstens 50.000 doden.

Ook de opvang en nazorg van de overlevenden waren en zijn nog altijd beneden peil. Of dat Erdogan en de AKP gaat opbreken, moeten we afwachten. Maar het zou op de eindafrekening de grote verliespost kunnen zijn.

Normaal gesproken en in een ander land zou de oppositie daaruit munt moeten slaan. Erdogan kon tot nog toe altijd rekenen op de verdeeldheid van de oppositie. Maar Kilicdaroglu heeft nu een coalitie van zes partijen weten te smeden die ondanks alle onderlinge verschillen maar dankzij de gedeelde afkeer van Erdogan tot veler verbazing stand heeft gehouden. Kilicdaroglu zelf geldt als de anti-Erdogan. Hij is een gepensioneerde bureaucraat zonder charisma en dat werkt na 20 jaar Sterke Man in zijn voordeel. Geen grootse visies, geen megalomane plannen, geen militaire avonturen, minder islamisme en meer democratie, dat is voor misschien de meerderheid een aantrekkelijk vooruitzicht.

Alleen, zullen de verkiezingen eerlijk zijn? En zo ja, zal Erdogan een nederlaag accepteren?

Een potentaat heeft de neiging verkiezingen naar zijn hand te willen zetten en zeker als hij in het nauw is gedreven. Bij praktisch elke stembus zal een  waarnemer een oogje in het zeil houden maar dat laat onverlet dat er creatief geteld kan worden. Er zou al gerommeld zijn met lijsten waarop slachtoffers van de aardbeving nog steeds geregistreerd staan als kiezers.

Optimisten verwijzen naar de burgemeestersverkiezing van Istanbul van vier jaar geleden. Toen verloor de AKP nipt en weigerde ze uitslag te respecteren. Er kwam een herverkiezing die de huidige burgermeester met groter verschil won. De AKP, lees Erdogan, slikte de nederlaag. Maar dat was toen en stond zijn eigen positie niet op het spel.

De minister van binnenlandse zaken, een hardliner, heeft al geroepen dat een nederlaag een ‘coup van het westen’ zou zijn. Of die verdachtmaking gedeeld wordt door Erdogan is niet bekend. Net als elke collega Sterke Man is de president niet vrij van paranoïde trekken en hij heeft de minister niet tot de orde geroepen. Of hij net als Trump zijn aanhangers zou ophitsen een nederlaag niet te accepteren, houden Erdogan-watchers niet voor waarschijnlijk. Maar het klimaat is zo gepolariseerd dat ‘spontane’ acties van zijn aanhang niet uitgesloten worden.

Als Kilicdaroglu en zijn coalitie winnen, zal de zucht van verlichting tot ver buiten Washington, Berlijn, Brussel, Parijs en Athene te horen zijn. Een nederlaag van Erdogan is niet alleen een overwinning voor de democratie. Turkije dekt als NAVO-lid de zuid-oost flank van Europa af en is daardoor van groot geopolitiek belang, niet in het minst doordat Rusland permanent dreigend op de stoep staat. Erdogans buitenlandse politiek is grillig en soms pure obstructie. Zie bijvoorbeeld het gechicaneer rond het NAVO-lidmaatschap van Zweden. Met Kilicdaroglu kan dat alleen maar beter worden al zal de relatie met Griekenland door het vele historische oud zeer wel gespannen blijven.

Maar dan moet Kilicdaroglu wel winnen en moet Erdogan bereid zijn zijn protspaleis te verlaten.