‘De ober in Chalet Suisse stond te trillen van de zenuwen, omdat hij een fles Faísca rosé moest open trekken, bang dat er kurk in de wijn zou komen en hij teruggestuurd zou worden,’ zei collega Ros in de lunchpauze. Man, waar heb je het over, dacht ik, de keren dat ik heb gegeten in Chalet Suisse, heb ik nooit gezien, dat een ober zenuwachtig was bij het opentrekken van een flesje wijn.

Collega Ros had het regelmatig over wijnen met een door rijping verkregen bouquet en complexe aroma’s als aards, notig, bosaardbeien en zoethout. Mijn kennis over wijnen reikte van lekker tot niet lekker.

Mijn ex en ik waren bij hem thuis uitgenodigd. ‘Zin in een glas wijn?’ vroeg hij na de koffie. ‘Heel graag,’ zei mijn ex, die ik had verteld over de expertise van onze gastheer. Er kwam een fles tevoorschijn met een fraai etiket. Collega Ros trok de fles open en rook aan de kurk, wat indruk op mij maakte. Hij deed een witte doek om hals van de fles, legde hem op zijn onderarm en schonk een bodempje in zijn eigen glas. Hij walste de wijn, rook eraan, nam een slok en spoelde ermee door zijn mond, alsof hij net zijn tanden had gepoetst. ‘Fris en fruitig met een bossige afdronk,’ zei hij en schonk in.

Mijn hemel, zo’n wijn had ik nog nooit geproefd: zuur en wrang. Ik kreeg kramp in mijn oorspeekselklieren en concludeerde stilletjes: niet aan mij besteed waarmee ik niet de kwaliteit bedoelde, want van dure wijn had ik geen verstand.

Een week later liep ik over de wijnafdeling bij Albert Heijn. In het onderste schap stond dezelfde wijn met het fraaie etiket. Prijs: één gulden achtennegentig, twaalf kopen, elf betalen.