Met mijn vriend Jan bezoek ik in het Sieboldhuis in Leiden de tentoonstelling “Verborgen betekenissen, vrouwen en mannen in de Japanse prentkunst van 1765 – 1865”. Op de bijschriften bij de prenten lezen wij wat de voorwerpen, kleding, natuurverschijnselen, planten en dieren voorstellen. Vagina’s en penissen worden, al dan niet in bedrijf, onverbloemd getoond. In de Japanse cultuur werd daar niet moeilijk over gedaan. Het was eerder regel dan uitzondering dat de Japanse man een echtgenote had voor het huishouden, eten koken en kinderen baren. Voor zijn plezier waren er prostituees in allerlei klassen: het hoertje op de straathoek, het meisje van plezier in het bordeel, de dure geisha in een luxe onderkomen.

Op een prent bedrijft een stel de liefde op een balkon uitkijkend op vissersboten op de rivier de Sumida, het golvende water als symbool voor de vrouwelijke opwinding. Het waterpatroon in de kimono van de man, de vissers die het water in beroering brengen met hun netten verwijzen naar de bezigheid op het balkon: penis in vagina. De distels op de kimono van de vrouw tonen haar autoriteit en onafhankelijkheid: hij kan haar maar even bezitten.

Prenten als deze worden bij de duizenden afgedrukt, gesigneerd door de kunstenaar. Door de uit het Westen overgewaaide Victoriaanse preutsheid wordt het vrijmoedig afbeelden van alles wat met seks te maken heeft verboden. Echter, sex sells, de prenten worden nu ongesigneerd aan de man gebracht. In het Victoriaanse Engeland gebeurt iets dergelijks. Onder de toonbank wordt The Pearl, a journal of voluptuous reading verkocht, een blad vol met pornografische verhalen en schunnige limericks.

Niet alle prenten tonen de seksuele vrijheid zo open en bloot. Op een prent zien we Wakaume, die de rang heeft van zashiki-mochi, zij heeft een eigen salon in het bordeel. Een van haar kamuro, kindbedienden verstopt zich verlegen achter haar. De kamuro krijgen les in kalligrafie, muziek en etiquette om zich voor te bereiden op het leven in een bordeel. Niet alleen lichamelijke schoonheid maakt een vrouw aantrekkelijk. Zij is belezen, speelt een muziekinstrument, is elegant en verleidelijk in haar luxe kimono. Jan en ik lezen de vertaling van het gedicht linksboven in de prent en vallen in het stof:

bloeiend vanuit haar sneeuwwitte gewaad

zelfs haar naam is welriekend

de bloem, Wakaume