Politieke opiniepeilingen zijn volgens een populaire opvatting een ‘selffulfilling prophecy’: kiezers nemen er kennis van en stemmen vervolgens op de partij die bovenaan staat. Niemand wenst immers geassocieerd te worden met een verliezer. Het is veel prettiger om bij de winnaar te horen.

Ongetwijfeld is dit een veel voorkomend motief om een stem op een partij uit te brengen. Peilingen komen dan ook vaak uit. Af en toe komen ze overigens niet uit. Dat was bijvoorbeeld het geval bij het Brexit-referendum in het Verenigd Koninkrijk of de overwinning van Donald Trump bij de presidentsverkiezingen in de VS, beide in 2016. Ook het recente fraaie stembusresultaat van de PVV was tot zeer kort voor de verkiezingen niet voorspeld.

Toch heb ik wel begrip voor het regelmatig weerklinkend pleidooi om voorzichtig te zijn met polls. Al te makkelijk brengen ze burgers op ideeën. Soms lijkt het wel alsof de uitslag van de verkiezingen al bekend is voor ze hebben plaatsgevonden.

De vraag is wel: wat zou je tegen peilingen kunnen ondernemen? Het verbieden ervan is, lijkt me, in flagrante strijd met de vrijheid van meningsuiting. Bovendien heeft een verbod in een tijd dat vrijwel iedereen op internet is aangesloten weinig zin. Er zijn heel wat manieren om het te omzeilen.

Niet zelden hoor je dat hier een taak ligt voor de journalistiek. Die zou terughoudender moeten zijn met het verspreiden van prognoses.

Maar een dergelijke handelwijze kun je op geen enkele manier afdwingen, of er moet sprake zijn van persbreidel. Media zijn er – of zeggen er te zijn – om hun lezers/kijkers/luisteraars nieuws te brengen. En is het soms geen nieuws dat een partij de concurrentie machteloos achter zich laat? Of dat  de uitslag van de verkiezingen op een nek-aan-nekrace uitloopt? Het aandringen op afstandelijkheid is in die omstandigheden niet zinvol.

Daar komt bij dat politici er vaak duidelijk belang bij hebben om met gunstige voorspellingen op de voorpagina’s te belanden. Niet als ze op verlies staan natuurlijk. Dan zijn peilingen niet meer dan ‘dagkoersen’.

Maar als ze aan de winnende hand zijn kunnen kranten en tv-journaals niet genoeg aandacht besteden aan dat heugelijke feit. Journalisten worden dan doodgegooid – in sommige gevallen zelfs achtervolgd – door partijfunctionarissen die met de voorspoedige cijfers zwaaien. ‘Waarom schrijven jullie daar niet over?’

Met andere woorden: peilingen zijn er en zullen zeer waarschijnlijk niet meer verdwijnen. Het enige wat je als scepticus kunt doen is ze met een korreltje zout nemen. En geregeld herhalen dat ze alleen de situatie weergeven van het moment waarop ze gehouden zijn. Het zijn géén voorspellingen van de uitslag. Hooguit een selffulfilling prophecy.