‘De Soepbijbel’ heb ik de deur uit gedaan. Cadeau gedaan aan iemand die er zichtbaar blij mee was. Ik ben niet zo van de soepen. Voor een bakbananen-maissoep of zelfs een komkommer-yoghurtsoep met walnoten hoef je me niet wakker te maken.
Er zijn eigenlijk maar weinig soepen die ik lekker vind; een bisque bijvoorbeeld, een home-made erwtensoep en een Toscaanse witte bonensoep met bleekselderij, knoflook, pruimtomaatjes, salie en pancetta.

Koken en eten zijn constant aan verandering, vernieuwing onderhevig. Je hoeft er de Allerhande maar op na te slaan om te zien hoe grenzeloos de combinatiefantasie is. Zelfs met broccoli kun je giga veel gerechten maken.
Soms denk ik wel eens: hoe gekker hoe onsmakelijker. Maar hobbykoks smullen ervan als ze vooral veel ingrediënten en kruiden door en bij elkaar kunnen hutselen.

De Duitse componist Paul Linke schreef in 1904 een vrolijke mars die nog steeds goed in het gehoor ligt: Die Berliner Luft.
Tegenwoordig kun je Berlijnse lucht in blik krijgen; als een souvenir, zoals ook andere steden blikjes met hun eigen stadslucht in de aanbieding hebben bij de betere souvenirshops.
Er bestaat ook eetbaar gebakken lucht, zoals zeer luchtige soufflés en soesjes. In Berlijn wordt een bavarois-crêmedessert (uiteraard) ‘Berliner Luft’ genoemd.

Het aardigste recept voor gebakken lucht (voor drie persoenen…) vond ik op de Smulweb-site. Het enige wat je nodig hebt is lucht en de bereiding is simpel:

Verwarm de oven voor op 200 graden.
Vul dan de oven met lucht.
Wacht circa tien minuten totdat de lucht volledig is door gegaard.
(Indien de lucht tijdens het bakken wit, grijs of zwart uitslaat, is het tijd uw oven te reinigen.)
Serveer met een glas gekookt water.

Merkwaardig eigenlijk hoe lichtzinnig we met het woord en begrip bijbel omspringen. Soepbijbel. Daar neemt vrijwel niemand aanstoot aan. Maar een Dessertkoran?

Opgegroeid in de rooms-katholieke traditie kreeg ik van jongs af aan het (verkeerde) idee mee dat de Bijbel bij het protestantisme hoorde.
Ik zat op de St. Trudoschool in hert Eindhovense stadsdeel Strijp en vijftig kilometer in de rondte was er geen School met de Bijbel te vinden.

Katholieken waren er niet aan gewend om zelf de Bijbel te lezen. Wat er in stond werd ze vanaf de preekstoel wel verteld.
Pas op latere leeftijd ben ik zelf door de Bijbel gaan bladeren. En daarmee kwamen natuurlijk ook de vragen, zoals: hoezo?, kan dat?, is dat echt gebeurd?, hoe weten ze dat?
Ik bedoel dan bijvoorbeeld de massale vlucht van de Joden uit Egypte, dwars door die Rietzee, de Rode Zee.
De Vlaamse Egyptologe Marleen Reynders deed uitvoerig en grondig onderzoek naar die beroemde, massale Exodus uit Egypte, onder leiding van Mozes.
Ze komt tot de ontnuchterende conclusie dat die hoogstwaarschijnlijk nooit heeft plaatsgevonden. Maar dat het hele verhaal gelezen moet worden als een zoektocht van de Joden naar hun onafhankelijkheid en religieuze identiteit, en inderdaad los van de toen overheersende Egyptenaren.

Fascinerend vind ik het verhaal van die drijvende stal van Noach. De ark moet een rechthoekige bak van pijnboomhout zijn geweest; 120 meter lang, 20 meter breed en 12 meter hoog. Alles gelijkvloers, want over verdiepingen vertelt de Bijbel niks.
Een (bijbels) ‘cruiseschip’ avant la lettre, maar dan zonder comfort, laat staan luxe; duur van de reis en bestemming onbekend. Met meer dieren dan mensen.

Alle dieren aan boord?
Dat is hoogst twijfelachtig na de recente vondst van een keurig briefje met de volgende tekst:

Beste Noach,
We kunnen zweren dat je gezegd hebt, dat de Ark pas nà vijf uur ’s middags zou vertrekken,
Hoogachtend,
De Eenhoorns

Ach, ik geloof dat je al die oud-Testamentische verhalen vooral niet te letterlijk moet nemen en dat je, zonder ze te geloven, toch kunt geloven…
Desnoods op je eigen manier, zoals de schrijver Gerard Reve (1923-2006), die op zijn eigenzinnige wijze in 1966 naar het rooms-katholicisme overstapte.

Hij schreef daar over in zijn

Apologie

Toen ik rooms-katholiek werd,
werd mijn haar, dat grijs begon te worden,
opeens weer donkerblond.
Mijn bloeddruk daalde,
terwijl mijn jaarinkomen van die dag af fors bleef stijgen.
Er blijven wel bezwaren,
maar bij zoveel genade moet ik wel erkennen:
de Kerk van Rome is de Ware Kerk.