De afgelopen week is de parlementaire enquete naar de gasbevingen In Groningen van start gegaan. Dat is een van de grootste schandalen van de laatste 25 jaar. Hoe dat heeft kunnen gebeuren, rechtvaardigt een diep en niets en niemand ontziend onderzoek. De schade voor de slachtoffers is enorm. Niet alleen materieel, maar ook, en dat is te lang verontachtzaamd, psychisch. Om het drama samen te vatten volstaat een paar woorden: ten hemel schreiend.

Het onderzoek zal vrees ik het patroon van voorgaande enquetes vertonen. Naast een aantal slachtoffers draaft een stoet van deskundigen, bestuurders, politici en de exploitant, de NAM, van de gaswinning op. De politici en bestuurders lijden vaak aan een haperend geheugen, bagatelliseren de eigen rol en schuiven hun verantwoordelijkheid af. De deskundigen zullen beweren dat ze al vroeg aan de bel hebben getrokken maar zijn genegeerd. De exploitanten zullen verklaren dat ze volgens de richtlijnen en geldende wetenschappelijke inzichten hebben gehandeld. Soms zie je iets dat op een erkenning van schuld lijkt, maar dat is meestal bescheiden. Als het maar even kan, worden de handen in onschuld gewassen.

De leden van de enquetecommissie moeten bewijzen dat er aan die handen vuil kleeft dat niet weggewassen kan worden. Omdat de enquete ook een kans is om zich te profileren, zullen ze zich in het schandaal vastbijten. Het eindrapport wordt een requisitoir. Over het falen, het cynisme, de hardvochtigheid van bestuurders en exploitanten en over het bijgevolg zwaar beschadigde vertrouwen in de politiek. Het ritueel eist dat er koppen moeten rollen. Van wie zullen we te zijner tijd zien.

Niettemin valt het mij op dat de zaak buiten Groningen niet echt leeft. Misschien omdat er al zoveel over is gezegd, is de berichtgeving vooral plichtmatig. Verontwaardiging bij de burgers is meestal een goede graadmeter en bij dat andere enorme schandaal, over de toeslagen, lijkt ze groter. Waarom? Zijn de toeslagenouders- die deze regeerperiode hun eigen enquete moeten krijgen -, nog beroerder behandeld? Was de overheid zo mogelijk nog onbeschofter? Is hun leed beter invoelbaar dan dat van de Oost-Groningers? Dat wordt een mooie kluif voor sociaal-psychologen.

Zelf heb ik het idee dat het komt doordat Groningen voor veel mensen een uithoek is. Wat zich daar afspeelt is met name voor Randstedelingen ver weg. (181,4 km van Amsterdam naar Groningen-stad maar mentaal is de afstand veel groter). Het westen, grofweg tot en met Utrecht, is politiek, economisch en cultureel het centrum van dit land. De andere regio’s zijn buitengewesten, periferie.

Dat is historisch zo gegroeid en dat vond je als vanzelfsprekend terug in de geschiedenislessen aan mijn generatie (70 plus). De Gouden Eeuw was iets van Holland en een beetje Zeeland. Wat ze in de rest van het land uitspookten, telde nauwelijks. In de afgelopen decennia hebben historici ook de uithoeken onder handen genomen, maar toch… Voor veel westerlingen zijn de buitengewesten, vooruit, geen achtergebleven gebied meer. Maar ze zijn en blijven wel erg anders. Ik ken Amsterdammers die zich een leven buiten hun slecht bestuurde, te dure en cultureel zwaar overschatte en veryupte stad niet kunnen voorstellen.

Tijd voor een klein gedachte-experiment. In de Randstad zijn op grote schaal huizen en andere gebouwen aan het verzakken. Oorzaak is de verontrustende daling van het grondwaterpeil. Verontruste burgers slaan alarm. Ze krijgen steun van onafhankelijke deskundigen. Als er niet snel wordt ingegrepen, dreigt een ramp van ongekende omgang. In de somberste scenario’s bezwijken de dijken en komen grote gebieden onder water te staan. In no time zou de hele Randstad totaal ontwricht zijn.

Wat denkt u? Zou de regering de waarschuwingen in de wind slaan omdat ze economische belangen zwaarder laat wegen? Scheept ze gedupeerde huizenbezitters af met rapporten dat het allemaal wel meevalt? Alle rampspoed die de Groningers hebben en vermoedelijk nog moeten doorstaan, zouden we via dit scenario kunnen overplanten naar de Randstad. Maar ik denk dat de regering het in werkelijkheid nooit zover had laten komen. Ze zou alles in het werk hebben gesteld om de Randstad te redden. Kosten noch moeite zouden zijn gespaard.

Als de regering had nagelaten in te grijpen, was ze bedekt met pek en veren van het Binnenhof gejaagd. Waarom, zullen de Groningers zich terecht afvragen, knepen ze daar in Den Haag bij ons de ogen dicht en stopten ze de vingers in de oren? Ze zullen het in Den Haag in alle toonaarden ontkennen, maar het antwoord laat een weinig andere conclusie toe. Tweederangsburgers bestaan formeel niet in dit land, maar als je te ver weg woont, is dat toch de indruk die je wel moet overhouden.

Je mag hopen dat als gevolg van de parlementaire enquete de slachtoffers nu aan het einde van hun lijdensweg zijn. Dat de overheid en de NAM eindelijk hun verantwoordelijkheid nemen en de Groningers ruimhartig schadeloos stellen. De procedures mogen daarbij onder geen beding een bureaucratische hindernisloop worden waarbij het slachtoffer maar moet afwachten wat er voor hem in de pot zit. Dat is belangrijker dan dat er reputaties sneuvelen en koppen rollen. Al geeft dat natuurlijk wel extra genoegdoening.