Het leven heeft zich aanzienlijk versmald en het zal wel door dat Wuhan-virus komen. Het buitengebeuren is weg. Al geruime tijd kom ik zowat nergens meer. Ik zit gevangen in mijn eigen solipsisme en probeer het met mijn willekeurig opkomende fantasietjes te stellen, die onophoudelijk een loopje met me nemen. Voorwaar, geen gemakkelijke opgave voor een ventje zoals ik. Zonder de corrigerende werking van een menselijk klankbord draait mijn bewustzijn maar op halve kracht. Camus zei het ook al: slechts door de anderen (in een groot meervoud) krijgt het leven enige betekenis.

Vanuit mijn huis in Chiang Mai beloer ik nu de wereld. Op twitter, facebook en YouTube. Een flauw surrogaat natuurlijk, net als al die boeken die ik tot me neem. Bij gebrek aan beter heb ik ze tot exclusieve gesprekspartners verheven. Je moet toch iets nietwaar…

Entre deux Mondes, zo doopte ik jaren geleden het huis dat ik bewoon. Niet zomaar een caprice, want het geeft precies weer hoe ik me voel. Toen en nu nog steeds, cultureel volkomen tussen de wal en het schip. Dat is waar het leven me gedeponeerd heeft, wat ik overigens wel beschouw als de meest objectieve manier van existeren. Waar het op neerkomt is het afschaffen van elk absoluut weten, kennen en geloven. Kortom zich nergens voor honderd procent aan willen geven. Iets waar je in deze polariserende tijden aardig mee uit de voeten kunt.

Volgelingen van Candide

Dat heeft zo zijn voordelen. Het stelt je in staat om in een handomdraai allerlei sociale vergezichten te openen, die op het eerste (beperkte) gezicht elkaar wederzijds lijken uit te sluiten. Een dergelijke houding is wel zo handig als je van het menselijk avontuur op deze aardkloot iets wil begrijpen. Niet iedereen die dit spelletje weet mee te spelen. Het overgrote deel van de mensheid is stevig verankerd in de zijnswijze die ze bij geboorte meekregen. Veel verder dan hun neus lang is kunnen ze niet kijken. En daar zijn ze content mee. Ze zijn volgelingen van Candide en houden hun eigen tuintje keurig bij. Maar die deed dat pas na vele wilde avonturen, terwijl deze lieden hun eigen tuintje nooit verlaten hebben.

 


Nu ik het daar toch over heb, ik heb een gerechtvaardigd vermoeden dat er in niet-westerse landen heel wat lieden zijn die meer begrip hebben van het Westen dan andersom. Zo zijn er bijvoorbeeld aardig wat Chinezen, Thais, Vietnamezen, Senegalezen enz., die Napoleon kennen al is het maar van naam. Daartegenover staat dat er maar weinig Nederlanders die van Sun Tzu gehoord hebben, die toch ook een grote veldheer was. En waarschijnlijk zijn er nog minder die zijn boek The Art of War gelezen hebben.

En hoeveel Chinese musici weten Chopin, Beethoven en vele andere westerse componisten niet perfect te spelen op viool of piano. Daarmee vergeleken is er maar een belabberd klein aantal westerse muzikanten die op een inheems instrument een partituur uit een Chinese opera ten beste kunnen geven.

Van onze kant  zetten we liever wat Chinees porselein of een antiek ogende Russische samowar in ons huis. Want dat staat zo mooi bij de open haard. Om het nog even wat langer bij China te houden, niettegenstaande de jarenlange isolatie waarin het land verkeerde, zijn er meer Chinezen die Engels spreken, dan Engelssprekenden de Chinese taal enigszins beheersen.

Ze vonden de antropologie uit

Verwonderlijk is dit natuurlijk niet. Het is echt niet iets waarop ze zich moeten laten voorstaan. Door een gelukkig historisch toeval werd Engels de lingua franca. Wat natuurlijk ook alles te maken heeft met de militaire en economische dominantie van het Westen, die dat enkele eeuwen wist vol te houden. Om zich enigszins te handhaven moesten niet-westerse landen zich aanpassen aan westerse normen, waarden en inzichten, die ze tot op zekere hoogte internaliseerden.

Wij westerlingen internaliseerden geen uitheemse waar, maar vonden daarentegen de antropologie uit. In eerste instantie eigenlijk alleen maar om gekoloniseerde volkeren beter onder de duim te kunnen houden. Meer dan een puur mechanische bezigheid was het eigenlijk niet. Je moest inheemse cultuur op de juiste manier doorsmeren om er profijt van te kunnen trekken. Met het internaliseren van andere waarden heeft dat niets te maken. Participerend observeren, zo heette het in de vocalise van de Nijmeegse docent antropologie Ton Lemaire. Als je je bordje rijst en je glaasje arak op had kon je  naar huis en weer aan het bier.

Het assimileren van westerse waarden bij gekoloniseerde volken, soms gedwongen maar vaak ook vrijwillig, werd natuurlijk aangelengd met een lokale saus, wat rare gevolgen kon hebben. In zijn boek Occidentalism heeft Buruma het erover. Met voldoende goede wil, kun je zelf stellen (hoewel Buruma dat niet doet) dat het huidige China en ook Rusland een product is van het op eigen wijze assimileren van een westerse theorie. Zoals ook het regiem van Pol Pot dat was. Een ideologisch instrument dat op een zeker historisch moment uitstekend van pas kwam om een gewenste omwenteling te bekokstoven. Interculturele kruisbestuiving kun je het noemen. 

Bekeerdrift

Erg lekker liep dat allemaal niet. In het Westen was het marxisme via de patristiek, Verlichting, het humanisme en uiteraard het Hegeliaanse geloof in een eindtijd opgeschoten uit een Christelijke voedingsbodem. Onder de intelligentsia was de marxistische theorie, hoewel heel veel mensen er meer flirten, er niet meer dan één naast vele andere. In Rusland werd ze door de leiders verklaard tot absolute waarheid, die in de jaren dat Lenin  nog gebukt ging onder bekeerdrift moest worden uitgedragen.

Maar ondanks de hardnekkige gooi van de USSR naar wereldrevolutie, kwam die in het Westen niet tot stand. De leiders van west Europese communistische partijen kozen daarop eieren voor hun geld en gingen op zoek naar manieren om binnen de representatieve democratie zoals die werd aangetroffen, hun grote communistische ideaal te verwezenlijken. Daarmee werden ze binnen dit bestel ingelijfd en dat werd het begin van het einde.

Binnen een systeem van geven en nemen is het nu eenmaal ondoenlijk een revolutie te bewerkstelligen. Het doet me altijd denken aan de manier waarop je in Nederland een protestactie mag organiseren. Eerst vul je een aanvraagformulier in, in drievoud wel de verstaan, want het moet naar verschillende instanties. Vervolgens krijg je een plek toegewezen, waar de schoonmaakdienst en brandweer gemakkelijk bij kan…

Stel je eens voor dat er aan Louis XVI en Marie Antoinette medebeslissingsrecht was gegeven of ze al dan niet onder de guillotine terecht zouden komen om vervolgens een compromis te sluiten. De bijl valt of ze valt niet. Een tussenweg is hier niet mogelijk. Compromissen schorten de absolute waarheid steeds weer even op. Ik vind dat een goede zaak. De waarheid is iets om naar te streven zonder de illusie te hebben haar ooit te vinden. In het beste geval komen we haar door de geschiedenis heen steeds een ietsje nader, zoals Julian Huxley het zegt in zijn Perennial Philosophy. Maar zeker is dit ook niet, want de geschiedenis kent ook haar tijden van verval.

Verdwaald weeskind

Mijn Amerikaanse vriend die de Thaise markt voorziet van hammen en worsten, houdt het erop dat de wereld sinds we haar betraden een stuk slechter is geworden. Voor hem is dat iets meer dan een halve eeuw terug, voor mij nog wat langer geleden. Ik ken heel wat andere mensen die er dezelfde mening op nahouden.

Op het maar eerlijk te zeggen, er zijn momenten dat ook ik me voel als een verdwaald weeskind van tijden die voorgoed voorbij zijn. Niet dat ik ook maar een ogenblik denk dat er een weg terug is. Kundera wist het ook al: alles doet zich maar één keer voor en daar wil ik het best mee doen.

Je ziet het vaker natuurlijk. Mensen die ouder worden neigen naar conservatisme. Maar heus, een reactionair ben ik beslist niet. Want ondanks al mijn nostalgische dromerijen weet ik me heel goed te beperken tot het mogelijke overtuigd als ik ben van de menselijke oorsprong van elk groots idee. En mensen evolueren al weet geen mens welke kant het opgaat.

Wel wil ik ruiterlijk toegeven dat ik over de ideeën die nu de westerse kusten bespoelen, geen hoogstaande gevoelens koester. In de overtuiging dat er van de wereld meer te maken is dan nu gedaan wordt, zal ik ze in de geest bestrijden waar ik kan. Wat niet meer wil zeggen dan dat ik mijn eigen vrijheid opeis. Iets wat met het alsmaar uitdijende etatisme steeds moeilijker wordt.

Maar er komt geen klacht over mijn lippen. Elk licht werpt zijn eigen schaduw. En soms valt de nacht, maar nooit over de gehele aarde. Uit het belichte gedeelte stijgen nog altijd  altijd duizenden opgetogen stemmen op. Dat doet deugd in deze tijden van groeiende onverdraagzaamheid…