‘Nogmaals van harte gefeliciteerd, Dick. Het premierschap kan je nu echt niet meer ontgaan.’

‘Dank je wel, Geert. Om even zakelijk te blijven: wanneer begin ik?’

‘Over een kleine twee weken, was de bedoeling. Al zou het ietsje later kunnen worden.’

‘Waarom later? De mensen hebben al zo lang op dit prachtige kabinet moeten wachten.’

‘Ik heb begrip voor hun ongeduld, maar het is niet anders.  De datum van 20 juni, die we eerst rondbazuinden, zal waarschijnlijk niet gehaald worden. De verdeling van de ministersposten is nog een klein probleempje. Maar als dat is opgelost, kan het kabinet aan de slag.’

‘De verdeling van de ministersposten? Wat is er aan de hand dan?’

‘Ach, niks bijzonders. De partijen die het hoofdlijnenakkoord hebben getekend zijn het nog niet helemaal eens. Maar dat is een kwestie van tijd, hoor.’

‘Hoezo niet helemaal eens? Is er soms ruzie?

‘Welnee joh, het komt erop neer dat we de juiste poppetjes op de juiste plekken moeten zetten. Nadat we het eerst eens zijn geworden over de portefeuilleverdeling uiteraard.’

‘Die portefeuilleverdeling lijkt me vrij simpel. Jullie zijn veruit de grootste, dus je krijgt ook de meeste ministersposten. En de eerste keuze bij de verdeling daarvan. Dat betekent dat Financiën voor jullie is, want ikzelf ben als regeringsleider geheel partijloos, ik val overal buiten.’

‘Natuurlijk, dat vind ik ook. Helaas denkt de VVD daar een slagje anders over. Zij claimen nu Financiën, hoewel ze maar tweede partij zijn, met 13 zetels minder dan wij. Ik geloof dat ze van plan zijn op dat departement Eelco Heinen te benoemen. Die heeft informatica en economie gestudeerd en werkt al als beleidsambtenaar op het ministerie. Ik moet toegeven dat zijn cv klinkt als een klok, maar  politiek gezien loopt hij nog niet zo heel lang mee. Hij is in 2021 voor het eerst in de Tweede Kamer gekozen.’

‘Maar wie hebben jullie dan als alternatief voor die Heinen?’

‘Niet zo nieuwsgierig, Dick. Je krijgt nog gelegenheid genoeg om met hem samen te werken. Of met haar natuurlijk.’

‘Je kunt het toch wel zeggen, Geert? Ik vertel het heus niet verder.’

‘We hebben diverse kandidaten, dat kan ik je op een briefje geven.’

‘Maar wie?’

‘Tja, dat ga ik nu niet aan je neus hangen.’

‘Waarom niet? In vertrouwen?’

‘Mijn lippen zijn verzegeld.’

‘Maar waarom in vredesnaam? Straks ga ik nog geloven dat het waar is wat je hier en daar leest: dat jullie bij God niet weten wie je minister moet maken. Dat jullie echt niemand hebben. Behalve Fleur Agema dan, en die is “dommer dan dom”, om met een kenner van de PVV te spreken.’

‘Dat was jaren geleden. Bovendien heb ik toen het uitlekte al gezegd dat het “bezijden de waarheid” was. Daar was toch geen woord Spaans bij? Trouwens: we hebben jou tenslotte ook gevonden. Wedden dat we dan ook met een gegadigde voor Financiën kunnen komen? Waarom geloof je me niet?’