Ooit van Sebastiaan Stöteler gehoord? Van Malik Azmani  dan? Of van Dirk Gotink? Van Sander Smit misschien? Waarschijnlijk kent u geen van allen. Toch kunt u donderdag op hen stemmen. Zij zijn de lijsttrekkers bij de verkiezing van het Europees Parlement voor de vermoedelijke coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB die deze dag plaatsvinden. Bij de andere partijen is het niet beter.

Traditiegetrouw zijn vrijwel alle Nederlandse kandidaten onbekend. Mochten ze wel bekend zijn, dan zijn het meestal lijstduwers. Of ze hebben hun faam te danken aan de nationale politiek. Of beide.

Zo staat Geert Wilders op de lijst van de PVV. Onverkiesbaar, maar u kunt desgewenst wel het vakje roodkleuren voor zijn naam. Maar denk niet dat hij zijn zetel zal innemen mocht hij voldoende steun krijgen. Zijn stemmen schuiven in dat geval door naar een kandidaat die wel naar Brussel wil.

Zo gaat dat, althans in Nederland. De opkomst zal hier dan ook zeer laag zijn. Volgens nationaal koffiedikkijker Maurice de Hond reikt het aantal stemgerechtigden dat zich meldt niet verder dan 35 procent van het totaal. Misschien is dat te somber, maar meer dan de helft van de kiezers zal donderdag vrijwel zeker thuisblijven.

Is dat in andere Europese landen anders? Heel erg veel kiezers komen er ook elders niet naar de stembus, maar vermoedelijk bungelt Nederland toch tamelijk onderaan. Het beleid van de EU staat nogal ver van de gemiddelde burger af. Bovendien spreken de namen van de kandidaten de stemgerechtigden totaal niet aan.

Dat laatste is in sommige lidstaten anders. In België bijvoorbeeld konden kiezers in het verleden hun stem uitbrengen op een oud-premier. Guy Verhofstadt, om maar een voorbeeld te noemen, leidde drie regeringen. Hij zit op dit moment nog steeds in het EU-parlement. Jean-Luc Dehaene, ook een gewezen minister-president, was er ooit eveneens lid van.

In Nederland mag je blij zijn als er een uitgerangeerde oud-minister op de lijst staat. Hanja Maij-Weggen is jaren terug voor het CDA verkiesbaar geweest en werd ook inderdaad gekozen. Hedy d’Acona was eveneens lid. Op haar kun je zelfs deze keer nog een stem uitbrengen, want ze staat negentiende op de GroenLinks-PvdA-lijst. Maar dat Hedy op haar 86e nog gaat zetelen kunt je wel vergeten.

De bekendste Nederlander die ooit aan de Europarlementsverkiezingen deelnam was Frans Timmermans. Dat was in 2019, toen de opkomst (mogelijk dankzij Timmermans) aan de hoge kant was (bijna 42 procent). Timmermans was ex-minister van Buitenlandse Zaken en vicevoorzitter van de Europese Commissie.

Maar dat een voormalige premier zich beschikbaar stelt voor de Europese verkiezingen is in Nederland zo goed als uitgesloten. Jan Peter Balkenende? Mark Rutte? Totaal ondenkbaar. Ook echte landelijke kopstukken zijn er bij deze stembusgang niet te vinden. PvdA’er Timmermans, die lijsttrekker was namens de Europese socialisten, vormde een strikte uitzondering.

De verkiezing van het Europese parlement is een tweederangs verkiezing, onder het motto: ‘Europa, totaal onbelangrijk’. In rangorde komt ze waarschijnlijk nog onder de Provinciale Statenverkiezingen, want daarbij gaat het (weliswaar indirect) om de samenstelling van de Eerste Kamer.

Niettemin wil ik iedereen oproepen te gaan stemmen donderdag. Liever niet op de PVV of een andere populistische partij wat mij  betreft, maar desnoods.