Als u geabonneerd bent op een van de zogeheten kwaliteitskranten, Volkskrant, NRC, en vooruit, Trouw, wordt u doodgegooid met voortgangsberichten over de nakende fusie van GroenLinks en de PvdA. Je krijgt bijna de indruk dat er iets groots en opzienbarends staat te gebeuren. Op alle niveau’s, plaatselijk en regionaal, zou de vaart er goed in zitten. En de eerst volgende belangrijke mijlpaal is al geprogrammeerd. Na de Provinciale Statenverkiezingen op 15 maart, gaan GroenLinks en PvdA, in de Eerste Kamer een fractie vormen. (De leden van de Provinciale Staten kiezen vervolgens de Eerste Kamer). En die fractie moet meteen de grootste worden, zodat ze haar stempel kan drukken op het beleid van Rutte IV dat geen meerderheid in de Senaat heeft. Fusies zijn niet in de laatste plaats een uitdrukking van hoop.

Als onderdeel van dit proces hebben de wetenschappelijke bureaus van beide partijen de koppen bij elkaar gestoken. Het resultaat is een ‘discussiestuk’ dat als grondslag van een gezamenlijk (verkiezings)programma kan dienen. Ik kan u niet aanraden het te lezen want het is doctorandussenproza van het slechtste soort. Waarschijnlijk deed u dat toch al niet met verkiezingsprogramma’s, ook niet van de partij waarop u stemt. Meer dan een wensenlijst is het niet en er komt meestal weinig of niks van terecht.

Waar ik me als PvdA-lid (wat ik niet ben) zorgen over zou maken is dat dit wetenschappelijke stuk een wel erg GroenLinkse sfeer ademt. Op zich hoeft dat geen bezwaar te zijn. Ideologisch komen de partijen tenslotte uit dezelfde hoek. Maar als PvdA-kiezer (wat ik evenmin ben) zou ik me er niet in ‘herkennen’. Teveel Jesse Klaver en te weinig….(het lukt me niet om een aansprekende PvdA-leider voor de geest te halen). Maar als gezegd, dat programma is van ondergeschikt belang.

Daarmee komen we bij de echte problemen van de nieuwe fusiepartij. De eerste is de naam: moet de nieuwe club RoodGroen of GroenRood heten of toch anders. Een nieuwe naam zou nieuw elan kunnen uitstralen en daarmee ook nieuwe kiezers kunnen trekken. Om allerhande gedoe te voorkomen, – Rood als eerste zou teveel PvdA zijn en Groen voorop weer teveel GroenLinks, zoiets ligt gevoelig – zou je een prijsvraag onder de leden kunnen uitschrijven. Hebben ze in elk geval het idee dat ze bij het project betrokken worden. En wie weet, komt er iets moois uit.

Belangrijker dan de naam is natuurlijk de leider. Een paar weken geleden schreef Fons Kockelmans al op deze plek dat hij die met de beste wil van de wereld niet kan vinden. Hij liet een paar namen de revue passeren, Klaver, Attje Kuiken (fractievoorzitter PvdA in de Tweede Kamer) en een paar oudgedienden, en stelde vast dat ze ongeschikt waren. Frans Timmermans en  Ahmed Aboutaleb zouden het ongetwijfeld kunnen, maar de bezwaren zijn bekend. Allebei boomers en van de PvdA. Bovendien hebben ze prachtbanen: Aboutaleb is burgemeester van de grootste havenstad van Europa en Timmermans is in Brussel doende de planeet te redden. Die gaan ze niet opgeven voor een onzeker avontuur als leider van een partij met onzekere vooruitzichten.

Over de toekomstige leider zal dus stevig gesteggeld worden. De huidige leiders van GroenLinks, Klaver, en PvdA, wie? zullen hun hoed in de ring werpen. (Tenzij Timmermans of Aboutaleb alsnog bereid zijn). De persoonlijke ambitie is vrijwel altijd een sterkere drijfveer dan het belang van de partij en het ideaal. Maar zowel Klaver of, nou ja, Kuiken, zijn geen grote talenten, hooguit en dan nog met veel goede wil, redelijke middelmaat. Maar om van de fusie echt een succes te kunnen maken, heb je een uitzonderlijk talent nodig.

Een uitzonderlijk talent is schaars, – er is maar een Cruijff -, en komt waarschijnlijk een keer per generatie voor. In de afgelopen 40 jaar heeft de polder twee uitzonderlijke politieke talenten gekend. Ruud Lubbers (CDA), minister-president van 1982 tot 1994 en nu Mark Rutte (VVD). Het zegt misschien niet alles maar wel veel dat zowel Lubbers als Rutte ruim 12 jaar het Torentje bezet hebben weten te houden en met Rutte op weg naar een vermoedelijk nooit meer te overtreffen record. En echt, ik gun de fusiepartij het allerbeste, en er zijn ongetwijfeld bekwame Kamerleden maar een uitzonderlijk talent, een echte winnaar,  zit er niet tussen.

Maar stel, omwille van de redenering, dat ze een leider weten te vinden met de vereiste kwaliteiten, charisma, geslepen- en hardheid, die een topmanager en team builder is, en met hem of haar verkiezingen gaan winnen en de grootste partij worden. Dan nog is het de vraag of ze ooit een regering onder hun leiding kunnen vormen. De kiezers zullen ze voornamelijk weghalen bij andere linkse partijen en partijtjes, Partij voor de Dieren, Bij1, Volt, DENK, en misschien een paar verdoolde D66-ers. Helaas voor links, in de polder slaat de wijzer slaat nog altijd uit naar rechts. In de afgelopen 50 jaar is er een door links gedomineerde coalitie geweest, het kabinet Den Uyl (1973- ’77). In menig verpleeghuis denkt men daar vast met weemoed aan terug.

En in datzelfde verpleeghuis zal men vermoedelijk bedroefd en hoofdschuddend kennis nemen van de fusie. De partij van Willem Drees en Joop den Uyl wordt overgenomen door een bubbelpartij voor hoger opgeleiden. Dat kan niet anders dan een aanslag zijn op het sociaaldemocratische gemoed.