Niemand heeft me tot nu toe ooit gevraagd om een lint door te knippen. En de tijd begint zo langzaamaan te dringen…
De allermooiste ‘linten’ die ik hàd kunnen doorknippen waren de navelstrengen van mijn drie kinderen. Maar dat deden anderen, ervaren knippers.
Ik was toen toeschouwer en ben dat sindsdien altijd gebleven als er ergens weer ’n lint moest worden doorgeknipt: koning, keizer, admiraal, ze deden en doen het allemaal. Ik nooit.
Linten doorknippen is een wereldwijd gebruik. ‘n Nieuwe speeltuin, brug en winkel worden doorgaans pas voor geopend verklaard als iemand het versperrende feestlint heeft doorgeknipt. In sommige culturen zijn ook verlovingen en bruiloften pas officieel als het lintje dat de twee ringen verbindt, is doorgeknipt.
Lang geleden kregen we op de redactie, waar ik toen als jong journalist werkte, nieuwe tikmachines. Om dat te vieren kwam de hoofdredacteur persoonlijk het lint van elke tikmachine even doorknippen…
Gelukkig hoef ik geen schrijfmachinelinten meer te kopen. Ze zijn bovendien stevig aan de prijs. Maar ja, wat wordt niet duurder? Je schrikt van de prijzen vandaag de dag.
Ik durf pas ’n borrel in te schenken als ik er al een op heb.
Ook de zuivel is duurder geworden onder het motto: hoe gezonder hoe duurder.
’Mag ik een stukje Tynjetaler?’, vroeg ik vorige week in een van de vele kaaswinkeltjes in ons stadse dorp Veenendaal.
De olijke bediende pakte een halve kaas uit het schap, zette zijn mes er op en vroeg me hoe groot het stuk moest zijn. En om me gerust te stellen begon hij al te lachen voordat hij er aan toevoegde: ‘De gaten zijn gratis. Die weeg ik niet mee’.
Lachen, vooral toen ik ad rem (vond ik zelf…) zei: ‘Doe me dan alleen maar de gaten’.
Je kunt wat aflachen in zo’n kaasboetiekje.
Tynjetaler: ‘Een romige kaas, zelfs ietsje zoet, jong belegen met ’n pittige nasmaak en met ’n knipoog naar de Zwitserse Alpen’. Klassieke borrelhap in combinatie met witte druiven.
Hij wordt gemaakt in (De) Tynje, oftewel Tijnje in het Nederlands. Dat is een dorpje halverwege Heerenveen en Drachten met pakweg 1500 inwoners van wie een aantal de kost verdient met kaas maken.
Gatenkaas.
Om te zeggen dat ze daarmee een gat in de kaasmarkt ontdekten is overdreven. Er zijn meer kazen die het vooral van de gaten moeten hebben. Muizen hebben overigens een voorkeur voor die gatenkazen; voor geen gat te vangen…
Sommige gaten kun je dichten, in het wegdek bijvoorbeeld. Of het gat in je hand. Maar aan andere kun je weinig doen, zoals de gaten die in je geheugen vallen. Gelukkig is lang niet alles het onthouden echt waard.
Astronomen, sterrenkundigen heb ik m’n hele leven lang al bewonderd. Mensen die door sterke kijkers de hemel afspeuren, met mega-telescopen – maar met beide benen op de grond – op reis gaan door het heelal en ons beetje bij beetje vertellen hoe angstwekkend en onvoorstelbaar groot die kosmos is.
Wat me het meest fascineert zijn de zwarte gaten. Wat in zo’n zwart gat verdwijnt is voorgoed verdwenen. Er is geen weg terug, want een zwart gat laat niets door, zelfs het licht niet.
Nu we bijna ongemerkt in de herfst zijn beland past een gedicht van de schrijver/dichter Adriaan Morriën (1912-2002) waarin ook hij constateert dat er geen achteruitgang in het heelal is…
Herfst
Een smalle laan, met bomen afgezet,
waarin de hemel zichtbaar wordt; de wind
wijst naar de verte, waarschuwt voor verval.
Ik wil vergeten wat ik ben geweest:
er is geen achteruitgang in het heelal.
’t Zachte geluid van de mensen in het veld,
’t geritsel van de bladeren, ’t snorrend vliegen
van vogels langs de grote gaten van het licht:
het is geweest zo zeker als het wezen zal.
Het najaar viert zijn eigen lentefeest.
De stilte draagt haar laatste gele blad.
De witte lammeren van het licht,
het pasgeboren kalfje van de wind
vinden een weide voor hun spel.
Geef een reactie