Zijn radicale boeren terroristen? D66-fractieleider Jan Paternotte vindt van wel. Wie met zijn acties de samenleving ernstig ontwricht is niet langer een demonstrant maar een terrorist. Daarentegen vindt een geleerde van de Leidse universiteit het voorbarig om van terrorisme te spreken. Er is nog geen sprake van gerichte acties tegen mensen en planmatig ontwrichten van de samenleving. Hij zei het niet met zoveel woorden, maar ik kreeg de indruk dat hij het vooralsnog vandalisme, wel op erg grote schaal, vond. Er moeten kennelijk eerst doden vallen.
Het verschil in beide analyses is meer dan academisch en heeft praktische gevolgen. Als de boeren zich schuldig maken aan terrorisme, moet de staat hard ingrijpen. Geen coulantie meer en de verantwoordelijken oppakken en berechten. Volg je de Leidse geleerde moet je in deze fase vooral proberen te deëscaleren. Ingrijpen kan altijd nog.
Zoals altijd is er een grijs gebied waarin de boeren blijven intimideren, wegen blokkeren en burgemeesters bedreigen, maar in de ogen van het grote publiek nog net niet te ver gaan. De burger raakt (nog) niet van de kook als hij een boer op een trekker ziet en evenmin ondersteboven van het omgekeerd ophangen van de vlag. Dat blijkt ook uit de peilingen. Er is nog steeds opvallend veel begrip, al vindt een groeiende meerderheid dat de acties te ver gaan.
Pas als dat begrip sterk afneemt en de radicale boeren desondanks hun verzet opvoeren, is er sprake van een gevaar voor de openbare orde en aantasting van het rechtsgevoel. Dan moet de overheid wel ingrijpen. Of het zover komt is afhankelijk van twee factoren.
Als ik bestuurder was, zou ik op tijd spelen en wachten op een scheuring in het agrarisch front. Er zijn aanwijzingen dat de meer gematigde boeren de nog aanwezige sympathie niet willen verspelen. Dat is een mogelijke opening. Begrip blijven tonen voor hun zorgen, altijd bereid blijven tot dialoog maar ook duidelijk maken dat uitwassen niet getolereerd worden. Dat is wat Mark Rutte probeerde, toen hij bij een paar boeren aan de keukentafel ging zitten. Johan Remkes moet dat beleid in gang zetten. Je kunt je afvragen of hij daarvoor de juiste figuur is. Na zijn voor hen kritische stikstof-rapport zien veel boeren hem vooral als de beul van hun branche. Maar Ruttes vertrouwen in Remkes bemiddelingskunsten schijnt grenzenloos te zijn, ook al is zijn onderhandelingsruimte praktisch nul. (Zie ook het stuk van Fons Kockelmans over ‘De ruimte van Remkes’).
En hier komt factor twee in het spel.
Het boerenverzet loopt het risico dat het gekaapt wordt door extreemrechtse complotdenkers, boreale ‘influencers’ en andere uitbaters van het brede maatschappelijke ongenoegen. De boeren raken het overzicht en de regie kwijt en raken verzeild in extremistisch vaarwater. Als Donald Trump en Marine Le Pen hun sympathie betuigen en de rebellie in de polder zien als onderdeel van hun strijd, kun je er donder op zeggen dat je in de verkeerde voor ploegt.
Trump en Le Pen brengen schijnsolidariteit. De zorgen van Nederlandse boeren en een mogelijke oplossing van hun problemen interesseert ze geen lor. Ondermijning van de gevestigde orde, zelfs in een landje dat Trump vermoedelijk niet de op kaart kan vinden, is het enige waar ze op uit zijn. De boeren zijn voor hen wat de Russische revolutionair Vladimir Iljitsj Lenin (1870 – 1924) ooit ‘nuttige idioten’ noemde. Meer niet. En als het ze uitkomt inwisselbaar voor andere idioten.
De boeren moeten oppassen dat ze niet de kant op gaan van de corona-demonstranten. De omstandigheden zijn natuurlijk niet een op een vergelijkbaar maar het maatschappelijk klimaat is hetzelfde. Bij de corona-protesten zaten in het begin mensen die oprecht bezorgd waren over de mogelijk kwalijke gevolgen van de vaccins. Ze hadden meer vertrouwen in alternatieve kruidenbrouwsels dan in de wetenschap en waren in sommige gevallen vast gevoelig voor een maf samenzweringstheorietje. Niettemin bleef het al met al redelijk onschuldig, zij het wat wereldvreemd.
Pas toen doorgewinterde charlatans en demagogen als Willem Engel en Forum voor Democratie-leider Thierry Baudet zich van hun onbehagen meester maakten, werd het een massale beweging. En aan het corona-protest hingen Baudet en co meteen hun eigen agenda en andere bizarre theorieën. Forum-Kamerlid Pepijn van Houwelingen wilde collega’s met afwijkende, dwz wetenschappelijk onderbouwde corona-standpunten zelfs voor een tribunaal slepen.
Of het boerenprotest op het punt staat overgenomen te worden door populistische rattenvangers is onduidelijk. Vertegenwoordigers van de meer traditionele en gematigde boerenclubs vermoeden dat sommige radicale collega’s worden opgehitst door onruststokers van buiten de sector. De politie houdt daar eveneens rekening mee, al kunnen ze er niet goed de vinger achter krijgen.
In dit verband kan ik me voorstellen dat de regering met enige bezorgdheid kijkt naar wat er in het najaar aan rampspoed op haar weg kan komen. Als Vladimir Poetin de gaskraan dicht draait, de voedsel- en brandstofprijzen door het dak schieten, de economie in een recessie raakt en een nieuwe, ziekmakende corona-variant opduikt, zal ze alle zeilen moeten bijzetten. Je hoeft geen zwartkijker te zijn om de sociale onrust op de loer te zien liggen. En als de boeren al dan niet opgestookt door buitenstaanders, blijven doorgaan met demonstreren, blokkeren en intimideren, wordt het zeker een hete herfst.
Geef een reactie