De EU is de as Berlijn – Parijs. De Unie bestaat natuurlijk ook uit andere landen, maar de macht ligt sinds de oprichting bij de Duitse en Franse regeringleiders. Als zij het eens zijn, kunnen andere leiders doorgaans weinig anders dan ja knikken. In een dergelijke constellatie hangt veel zo niet alles af van hun persoonlijke verhouding. Is die relatie goed, dan kan er voortgang geboekt worden in vrijwel alle kwesties van gemeenschappelijk, Europees belang. Kunnen een Duitse bondskanselier en een Franse president minder goed met elkaar overweg, wordt alles vaak een stuk lastiger.

Er waren tijden dat een president en een bondskanselier bijna of zelfs werkelijk bevriend waren. De pioniers van de as, – toen nog Parijs – Bonn -, Konrad Adenauer en Charles de Gaulle, hadden een band die je vriendschappelijk kon noemen. Det geldt eveneens voor hun latere opvolgers Helmut Schmidt en Valery Giscard in de jaren 70 en Helmut Kohl en François Mitterrand 15 jaar later. Zelfs als ze niet regelmatig bij elkaar op visite kwamen of elkaar feliciteerden bij de verjaardag van de echtgenotes, was de band op zijn minst functioneel. Gerhard Schröder werkte redelijk tot goed samen met Jacques Chirac en Angela Merkel wist hoe ze met Nicolas Sarkozy, François Hollande en Emmanuel Macron moest omgaan.

Kortom, de persoonlijke chemie helpt maar hoeft niet doorslaggevend te zijn.

De problemen beginnen als ze niet of moeizaam door een deur kunnen. En dat zien we nu  bij Olaf Scholz en Macron. Beide schijnen tot in de diepste vezels overtuigd te zijn van het eigen gelijk en de eigen intellectuele superioriteit. Ieder is op zijn eigen manier een egotripper. Op zich hoeft dat natuurlijk geen belemmering te zijn, als je bereid bent daar in het belang van de zaak overheen te stappen. Maar de wederzijdse irritaties en ergernissen blijken daarvoor keer op keer te groot. Bij Macron en Scholz is het persoonlijke op de verkeerde manier politiek geworden.

Zoals meestal gebeurt zo iets op een uiterst ongelegen moment. Sinds de Russische invasie van Oekraïne woedt in Europa de grootste en gruwelijkste oorlog sinds WO II. De vraag is inmiddels of Vladimir Poetin genoegen neemt met de herinlijving van Oekraïne. In andere voormalige delen van het Russische Rijk, met name de Baltische staten, zijn ze er niet gerust op. En in de VS dreigt de comeback van Donald Trump. De ex-president heeft de buik vol van de ‘uitvreters in Europa’. Wat hem betreft kan Poetin met ze doen wat hij wil.

Dat zou voor Europa aansporing genoeg moeten zijn om eindelijk eens orde op zaken te stellen. Europa moet naast een economische eindelijk een (geo)politieke grootmacht worden. Maar de landen die daarbij het voortouw zouden moeten nemen laten het afweten. De as Berlijn – Parijs draait stroever dan ooit.

Afgelopen maandag kwamen in Parijs 20 Europese regeringsleiders, onder wie premier Mark Rutte, bijeen om Kiev een hart onder de riem te steken. Er kwamen allerhande initiatieven op tafel om Oekraïne te helpen bij haar hoogste nood, het schreeuwend tekort aan munitie. Een aantal landen sprak of om gezamenlijk munitie in te kopen op de ‘wereldmarkt’. Dat is een project van de Tsjechische president Petr Pavel waar ook ons land aan meedoet. Rutte verklaarde dat de regering er 100 miljoen voor uittrekt.

Dat was het goede nieuws voor Kiev.

Dat woog helaas niet op tegen wat Scholz in petto bleek te hebben. Hij had eerder op de dag voor het eerst uitgelegd waarom Berlijn geen kruisraketten van het type Taurus aan Kiev levert. Die raketten zouden voor de Oekraïners een meer dan welkome versterking zijn, maar Scholz wil Poetin niet provoceren. Dat ergert Macron al tijden, want Frankrijk levert net als het VK wel kruisraketten. Op zijn beurt irriteert de bondskanselier Macron met zijn oproepen om meer steun te geven. Dat is een teer punt bij de president omdat Frankrijk vergeleken bij de meeste bondgenoten daarin achter blijft. Macron kon later niet nalaten op te merken dat de Duitsers hun steun aanvankelijk wilden beperken tot ‘helmen en slaapzakken’.

De president deed er nog een schepje bovenop door het sturen van grondtroepen naar Oekraïne ‘niet uit te sluiten’. Dat zou je een typisch Macronse losse flodder kunnen noemen, – de president grossiert in grootse en vaak onuitvoerbare ideeën -, maar had als ongetwijfeld gewenste bijwerking dat het Scholz op de kast zou jagen. En inderdaad, de kanselier schoot het proefballonnetje, want meer is het niet, bij terugkeer in Berlijn meteen af. NAVO-troepen in Oekraïne zou oorlog met Rusland betekenen, zoals Moskou onmiddellijk liet weten.

Wat een demonstratie van Europese geslotenheid en een signaal aan Moskou had moeten worden, liep uit op een jammerlijke vertoning. De leiders van de twee belangrijkste EU-landen vonden het nodig elkaar vliegen af te vangen, terwijl Poetin bezig is de oorlog bezig te winnen. De Russische dictator zal het handenwrijvend hebben gadegeslagen.

In juni vinden de verkiezingen voor het Europese parlement plaats. Dat is voor veel kiezers de gelegenheid om nationale regeringsleiders op hun nummer te zetten. Dit jaar lijken meer dan voorheen de extreem-rechtse partijen, in Duitsland de Alternative für Deutschland (AfD) en in Frankrijk de Rassemblement national van Marine Le Pen, daarvan te profiteren. En als Scholz en Macron door hun kiezers worden afgestraft, is dat niet alleen een klap voor hun ego, maar kunnen alle pretenties over een leidende Europese rol in de wereld meteen en voor langere duur de diepvries in.