De tijd van korsetten met walvisbaleinen, rokken tot ver over de knie, in beton gegoten beha’s is in de jaren vijftig nog niet voorbij. Veel blijft voor ons knapen in mysteriën gehuld. Het duurt nog even voordat het beha-loze tijdperk aanbreekt en we moeten tot ver in jaren zestig op Phil Bloom wachten voordat zij als eerste in d’r nakie op de teevee in het VPRO-programma Hoepla poseert. Om maar te zwijgen over de moderne tijd met de opgang van de BBB: de Blote Buik Blouse.

De lagere school is op zaterdag om 12 uur uitgegaan en ik haast mij naar de bibliotheek waar ik aan een tafeltje een boek over Japan doorblader. Op een plaatje zie ik een Ama, een parelduikster met alleen een lendendoek om. Zij doet een oester in een korf, haar blote boezem vrij in het zicht. De eerste stap op weg naar het verliezen van mijn onschuld is ingezet.

In het Sieboldhuis bewonder ik de Japanse prenten op de expositie “Verborgen betekenissen”. De heilige vulkaan Fuji is vele malen in alle jaargetijden glorieus afgebeeld. Ik lees de teksten bij prenten met dramatische scènes.

Op een besneeuwd kruispunt staat een straatmadelief in de bittere kou. Zij heeft geen vergunning en mag haar klanten niet binnenshuis ontvangen. Haar versleten paraplu geeft aan dat zij arm is.

Een geisha bespeelt een shamisen, een snaarinstrument. Op de prent staat het gedicht: “Liefde is niet logisch”. Zij zingt van een verloren liefde: “De draagstoel van verdwijning was snel / de pijn van het afscheid zal niet weggaan”.

Acteurs spelen een parodie op een beroemd kabuki-theaterstuk. Sakeruko weet niet dat zijn vader is vermoord. Met zijn hoofdband, paars gekleurd met duur pigment, trekt hij de aandacht van de vrouwen.

Lang blijf ik staan bij “De heilige juwelendief” van Utagawa Kuniyoshi. Een Ama wordt achtervolgd door de zeegod Ryūjin in de gedaante van een zeedraak. Hij heeft het juweel van haar geliefde, de hoveling Fuhito, gestolen. De Ama heeft het uit het drakenpaleis teruggepakt. Het monster gaat achter haar aan, maar voor hij haar te pakken heeft, snijdt zij met haar mes haar boezem open en verstopt daarin het juweel. Het bloed vertroebelt het water, Ryūjin verliest haar uit het oog, het juweel is gered. De Ama sterft en verwerft de eeuwige roem, die zij bij mij al had.