Het heeft er nu alle schijn van dat de formatie de ‘hete fase’ in gaat. Na zeven maanden schijnbewegingen en schaduwboksen hoor je nu dat ‘het wel eens snel zou kunnen gaan’. ‘Snel’ is op het Binnenhof een rekkelijk begrip. Toch, met de nationale doordouwer, Johan Remkes, aan het stuur en Wouter Koolmees als bekwame bijrijder, mogen we het niet uitsluiten.

De argumenten voor een snelle doorstart van Rutte-III, – de verzekering dat Rutte-IV echt iets nieuws wordt heeft iets vertederends – , liggen voor het oprapen. Het volk, voor zover geïnteresseerd, mort en het land moet eindelijk weer bestuurd worden. De problemen stapelen zich op. Naast de erkende hoofdpijndossiers, woningnood, energietransitie, stikstof, onderwijs hebben we nu ook de explosief gestegen gasprijzen. De politiek kan het zich niet veroorloven op de handen te blijven zitten. Van deze herkansing weer een potje maken zou een enorme aanfluiting zijn voor de beoogde coalitiepartners VVD, D66, CDA en ChristenUnie.

Dat kabinet zal er dus wel komen. Met of zonder dik/dun (doorhalen wat niet gewenst is) regeerakkoord. Of er een handzaam akkoord uitrolt, daar hebben oude rotten als oud-minister van financiën Onno Ruding (CDA) terecht twijfels over. Coalitiepartners zien als het erop aankomt hun punten graag vastgelegd op papier. Dat wordt des te klemmender als er partijen meedoen die er in voor hun vitale kwesties  moeilijk verzoenbare standpunten op na houden. Bij medisch-ethische zaken bijv. loopt er tussen D66 en CU een kloof.  Dat hoeft op zich niet te leiden tot een breuk. Dat is zelfs niet waarschijnlijk maar het zal van de informateurs bovennormale inventiviteit en de partijen grote inschikkelijkheid eisen. Ook omdat de voor de hand liggende oplossing, een vrije kwestie,, voor de CU nog steeds niet aanvaardbaar is. (Bij een vrije kwestie zijn Kamerleden niet gebonden aan een regeerakkoord).

Of dat gewenste dunne regeerakkoord en een grotere rol voor de Kamer meer is dan een modegril, is niet eens zo interessant. Het is mooi meegenomen, zeker. Niemand kan in gemoede tegen meer ruimte en vrijheid voor de Kamer zijn. Maar we moeten er ons niet blind op staren. Als het heikel wordt, zoeken politici altijd de achterkamertjes op. Dat zit niet alleen ingebakken in de polderpolitiek. Het is ook de enige manier om via geven en nemen zonder te opvallend gezichtsverlies tot oplossingen te komen.

Belangrijker dan dat al dan niet dunne akkoord is de cohesie van het nieuwe kabinet. Slaagt Mark Rutte er voor de vierde keer in voldoende teamgeest te creëren om de onvermijdelijke, ook nog onbekende crises te doorstaan? Persoonlijke verhoudingen mogen niet doorslaggevend zijn,  maar te vaak teveel chagrijn in de Trêveszaal is op den duur funest.

In het verpleeghuis wordt hier en daar vast nog geruzied over de vraag waarom dat tweede kabinet-Den Uyl er nooit is gekomen. Het eerste en enige regeerde van 1973- ’77 en ondanks de grote verkiezingsoverwinning van minister-president Joop den Uyl (PvdA) zat zijn tweede er niet in. Dat had vele oorzaken waarop we hier niet nader ingaan. Maar de slechte verhouding met vicepremier Dries van Agt (CDA) speelde zeker een rol. Van Agt voelde zich regelmatig geschoffeerd door de PvdA en Den Uyl wist dat gevoel niet weg te nemen. De PvdA-leider had naar men zegt vele talenten maar teambuilding hoorde daar niet bij.

Vertrouwen en elkaar iets gunnen zijn de basiselementen voor een goed functionerend team. En je kan je afvragen of die voor Rutte-IV nog voldoende aanwezig zijn. De afgelopen maanden is er nogal wat porselein aan diggelen gegaan. Het begon met het Omtzigt-debat van 1 april toen twee van de regeringspartijen, D66 en CDA, een motie van afkeuring tegen Rutte steunden. Vervolgens meldde CU-leider Gert-Jan Segers dat hij niet meer met Rutte wilde regeren. Intussen begon D66-leider Sigrid Kaag aan haar kruistocht voor een ‘nieuwe politieke cultuur’. Dat werd vooral een strafexpeditie tegen Rutte met zijn ‘achterkamertjespolitiek bij een kopje koffie’.

Op haar beurt kreeg Kaag een koekje van eigen zuurdesem toen Segers een motie van afkeuring tegen haar steunde in het debat over het Afghanistan-debacle. Dat was Segers’ kans om zijn gram te halen. Kaag had zich meermalen laatdunkend over de CU uitgelaten: ‘spruitjeslucht en roestige auto’.  Als toegift  zonden de machiavellietjes van haar partij nog een gore roddel over Remkes’ vermeende drankmisbruik de wereld in. Als je de balans opmaakt, kan je niets anders concluderen dan dat het qua onderlinge verhoudingen niet optimaal is. De leden van klaverjasvereniging Schoppen Aas zouden passen voor zo’n bestuur.

Het vertrouwen in elkaar kan niet anders dan broos zijn. En dan wordt het verdomd moeilijk elkaar iets te gunnen. Aan Mark Rutte zal het vermoedelijk niet liggen. Hij gunt zijn collega’s al het moois van de wereld als hij maar in het Torentje kan blijven. Maar of dat (nog) wederzijds is? Rutte kon lang bogen op de gunfactor. Ook bij politieke tegenstanders. Zijn beleid konden ze afkraken, maar door zijn handigheid en compromisbereidheid had hij ook bij hen redelijk veel krediet. Dat heeft hij nu verspeeld.

Rutte is nu bijna 11 jaar minister-president en dat begint tegen hem te werken. Na zo’n jaar of 10 beginnen de meeste politieke leiders te lijden aan slijtage, zelfgenoegzaamheid, hoogmoed of een combinatie van dit alles. Dat lijkt bij Rutte nog niet het geval. Je kan hem van alles verwijten behalve dat hij boven de polder is gaan zweven. Hij heeft nog geen half ons van Kaags arrogantie. Rutte dreigt een ander gevaar: dat men op hem raakt uitgekeken. Dat de hele en halve leugens en niet ingeloste beloftes hem gaan opbreken. Dat speelt nog niet in zijn eigen VVD. Daar is hij voorlopig nog onaantastbaar. Ook omdat er geen opvolg(st)er in zicht is. Maar bij de andere partijen op het Binnenhof lijkt de ban te zijn verbroken.

Dat maakt de vooruitzichten van Rutte-IV, als het tot stand komt, er niet zonniger op. Wie Rutte onderschat, doet dat voor eigen rekening. En wie weet slaagt hij er ondanks alles toch weer in om een hechte club te vormen. Maar toch, of het voldoende is om met redelijk succes de uitpuilende inbox af te werken,  is zeer de vraag.