Een verkiezingsoverwinning schept natuurlijk mogelijkheden. Je kunt gaan regeren, zeker als het om een eclatante overwinning gaat. Maar ze schept ook verplichtingen. Je móet gaan regeren. Anders zouden je kiezers het niet snappen en volgende keer met hun voeten stemmen. Dan blijf je niet lang de grootste partij.
Voor dit dilemma staat PVV-leider Geert Wilders. Dat hij geen andere keus heeft dan in het kabinet te komen staat vast. Niemand zou er begrip voor hebben dat je met een overwinning, zo groot dat het verschil met de nummer 2 twaalf zetels bedraagt, aan de kant blijft staan.
Anders gezegd: de PVV moet hoe dan ook het kabinet in. Het liefst met Wilders als premier, maar daaraan is nog wel een mouw te passen. Als hij met een of ander smoesje een politieke geestverwant (of iemand die hij aan een touwtje heeft) naar voren schuift, is het ook goed. Maar een kabinet zonder PVV is ondenkbaar.
Het is dus onvermijdelijk om te gaan regeren, maar ook riskant. Wanneer je een kleine twintig jaar hebt staan brullen dat Nederland geleid wordt door een laf kabinet, gecontroleerd door een nepparlement, moet je laten zien dat het ook anders kan. Anders en beter. Dat je het land kunt besturen volgens eigen inzichten.
En dat is nu net het probleem van Wilders. Zelfstandig regeren kan hij niet. Zijn zege is weliswaar duidelijk, maar zonder coalitiepartners komt hij er niet. Dat zou misschien niet zo’n ramp zijn als bij de potentiële coalitiepartners niet VVD en vooral NSC van Pieter Omtzigt hoorden. Want die doen moeilijk. Met BBB – de vierde partner – kan Wilders lezen en schrijven. Die club reageert uiterst welwillend op al zijn wensen. Maar VVD en NSC doen dat niet.
Inruilen tegen andere coalitiepartners kan ook niet. JA21 zou heel graag willen, maar het heeft veel te weinig zetels. Ook Thierry Baudet is door gebrek aan Kamerleden geen alternatief, evenmin als SGP.
Wilders moet het doen met VVD en NSC, twee in zijn ogen vermoedelijk half linkse partijen. Vooral dat gezeur over de grondwet van Omtzigt stoort hem.
Om ze een beetje tegemoet te komen heeft hij een paar anti-moslimwetsvoorstellen in de ijskast gezet. Nee, ingetrokken heeft hij ze niet, maar hij gaat ze voorlopig ook niet indienen. Geen nood, hoor. Wat in de ijskast staat bederft niet snel. Je kunt het er altijd weer uithalen en alsnog opdienen. In gunstiger tijden.
Verder heeft hij geprobeerd VVD en NSC te paaien door te doen alsof hij Oekraïne een warm hart toedraagt. Niet echt gemeend uiteraard, maar die twee partijen willen afspraken maken over financiële steun aan Kiev (Kyev, als u dat liever hebt). Wilders is daar mordicus tegen, maar hij doet net of hij van goede wil is. Je moet toch wat als grootste partij. Niet dan?
Hoe dat straks verder moet, weet hij waarschijnlijk zelf ook niet. Dat ziet hij dan wel. Van tegenspraak of verzet heeft hij als enig PVV-lid gelukkig geen last. Hij is de baas in de partij, en niemand anders. Wat zullen we nu krijgen?
Geef een reactie