Hans Geleijnse, Charkov, Gebak

Een gebakje uit Charkov. Niet uit 1991, maar anno 2020 het aanbod van Café Kulinichi
Foto
https://tomato.ua/en/kharkiv/restaurants/kulinichi/photos

 

Ruim dertig jaar terug in de tijd. Dankzij toen Sovjet-president Michaël Gorbatsjov kende ook iedere niet-Rus de woorden perestrojka en glasnost. Gorbatsjov legde met hervorming en het vrije woord de bijl aan de wortels van het Sovjet-communisme. Gorbatsjov wilde de Sovjetunie te beginnen bij Rusland moderniseren, maar stapje voor stapje. Hans Geleijnse, toen correspondent voor regionale kranten en Vara-radio in Moskou, viel op dat veel Russen graag ‘beschaafd’ wilden zijn. Laten we hopen dat veel Russen de buik vol krijgen van het barbaarse gedrag van bommengooier Vladimir Poetin en hem als gevaarlijke gek aan de kant schuiven.

Of daar veel kans op is haalt u misschien uit deze column, geschreven na een bezoek aan Charkov, na Kiev de grootste stad van Oekraïne met 1,4 miljoen inwoners van wie ongeveer de helft etnische Russen.

 

De cheffin van de gebaksafdeling kijkt ons aan met de gebruikelijke Sovjet-mix van misprijzen en desinteresse. Het loopt tegen het middaguur. We staan met rammelende maag – het ontbijt in ons hotel was wegens gebrek aan ontbijt geschrapt – in een bakkerij in het Oekraïnse Charkov. Hele schappen vol met taartjes en cake. Zeventig kopeke voor twee gebakjes, maar helaas alleen biljetten van 25 roebel (50 cent) op zak.Uitgehongerd als we zijn hebben we al twee taartjes van een treetje gepakt. De cheffin heeft echter geen geld terug. De verkoopster bij de lege broodplanken schudt ook driftig nee en wijst op de cheffin. Bij haar moet je zijn. Pogingen om bij klanten te wisselen mislukken.

We wenden ons opnieuw tot de cheffin. Wij hebben geld, we hebben honger, we willen graag taartjes. Ze lijkt ons niet te noren, is in geanimeerd gesprek met een collega. We wachten beleefd, proberen het nog eens. Het botte antwoord: weg hier, leg terug dat gebak. Wij ontsteken in woede en lopen pardoes met de zoete lunch de winkel uit. Even later horen we gehijg en geschreeuw achter ons. De lakse cheffin blijkt veranderd in een furieuze atlete. „Smeerlappen”, sist ze en slaat onverhoeds toe. Een gebakje vliegt door de lucht en spat uiteen op het trottoir. Dan kijkt ze ons vernietigend aan. „En dat komt zo te zien ook nog uit een beschaafd land”. Wij beamen dit.

Hans Geleijnse, Charkov

Sovjet-bediening in Sovjet-Charkov
Foto Wikipedia

Aan deze ‘verkoopster’ worden we voortdurend herinnerd. Het woord ‘beschaafd’ ligt de Russen namelijk voor in de mond. Boris Jeltsin bijvoorbeeld vond dat Michail Gorbatsjov op een ‘beschaafde manier’ moest aftreden, zoals politici in het Westen plegen te doen. Gorbatsiov op zijn beurt wilde niets liever dan de firma Sovjet-Unie aansluiting laten vinden bij de ‘beschaafde wereld. Niet alleen op hoog niveau wordt erkend dat de beschaving alleen buiten de landsgrenzen welig tiert. Zo kreeg onze automobiel van een Russische lifter eens het etiket ‘beschaafd produkt’. Dit uiteraard om het verschil aan te geven met de primitieve voertuigen van vaderlandse makelij. Het baseballpetie heeft een hogere status dan de eigen ‘sjapka , de warme (bont)muts. Een hamburger eten in een plastic kuipstoeltje is van een geheel andere orde dan de zakoeski (uitgebreid voorgerecht) in een Russisch restaurant. Uiteraard staat de roebel op de laagste trede van de beschaving en de credit card op de hoogste.

Schrijfster Tatjana Tolstaja ergert zich er groen en geel aan. In het weekblad Moskou Nieuws vergelijkt ze haar landgenoten met de aap uit een fabel van de befaamde sprookjesschrijver Ivan Krilov. De aap wil op mensen lijken en bemachtigt een bril. Hij ruikt eraan, speelt er wat mee en zet de bril vervolgens op zn staart. Beter zien doet hij uiteraard niet. Tolstaja moet er niet aan denken dat haar seksegenoten de aap naäpen en het westerse (Amerikaanse) feminisme omarmen. “Die schreeuwlelijken daar hebben het voor elkaar gekregen dat vrouwen in het leger mogen. Bij ons kan dat goddank niet. Zij zien de man als vijand, maar hier is het niet de man die de vrouw tot slavin maakt, maar de staat die beiden onderdrukt. In Rusland mag een vrouw nog vrouwelijk zijn en zich door een galante man in de jas laten helpen. De feministen daar schreeuwen moord en brand over zulk chauvinistisch gedrag. Het slechtste dat we kunnen doen is aan onze ondergang en chaos de domme grillen van andere culturen toevoegen, alleen maar omdat we die als ‘beschaafd’ zien”.

Goed zo, Tatjana.

 

(Maart 1991, column Standplaats Moskou in regionale kranten)