‘Driekwart oud-ministers heeft geen nieuwe baan,’ kopt RTL Nieuws. Volgens de commerciële omroeporganisatie staan al deze oud-bewindslieden vijf maanden na het afzwaaien van Rutte III nog aan de kant.
Lezing van het bericht op de RTL-website leidt tot de conclusie dat dat nogal meevalt. Van de elf voormalige ministers zijn er slechts twee echt werkloos. Drie zijn er met pensioen (ze zijn respectievelijk 73, 71 en 69). Twee hebben een vaste en vier een tijdelijke functie (bijvoorbeeld als informateur).
Nu kun je redeneren dat een tijdelijke functie geen echte baan is. Maar anderzijds: minister ben je ook maar tijdelijk. Ik maak me bepaald niet ongerust over de kansen van dit viertal om hierna weer wat anders te vinden. Ook Ferd Grapperhaus en Barbara Visser – degenen die volgens hun eigen opgave helemaal geen werk hebben – zullen wel weer ergens terecht komen. Zo slecht waren ze nu ook weer niet.
De dramatische uitspraak van oud-CDA-Kamerlid Rendert Algra dat het ‘heel lastig is voor bewindspersonen om weer aan de bak te komen’ neem ik dan ook met een korrel zout. Algra werkt al een aantal jaren voor een bedrijf dat oud-politici begeleidt naar een nieuwe job. Zijn schoorsteen moet natuurlijk ook roken.
Niettemin blijkt uit het RTL-onderzoek dat zelfs voormalige ministers niet helemaal zeker kunnen zijn dat ze weer aan de slag komen. Een overtuigender bewijs tegen de theorie van Forum voor Democratie-leider Thierry Baudet dat er zoiets zou bestaan als een ‘baantjescarrousel’ is er dan ook niet.
Volgens Baudet wordt Nederland geleid door een ‘kartel’ van partijen die elkaar de bal toewerpen en bij toerbeurt regeren. Deze partijen zouden er ook voor zorgen dat werkloze ex-politici nooit lang aan de zijlijn staan. Het partijkartel helpt hen fluks aan een baantje als burgemeester, commissaris van de koning of iets anders heel moois (en dik betaalds).
Mocht deze veronderstelling kloppen, dan is het een raadsel waarom de laatste kabinetsformatie zo ontzettend lang duurde. (De vorige nam trouwens ook heel veel tijd in beslag). Wanneer het allemaal doorgestoken kaart is, hoef je toch niet eindeloos te praten om uiteindelijk uit te komen bij dezelfde coalitie waaruit het vorige kabinet ook al bestond?
Bovendien verklaart de hypothese van Baudet niet waarom twee gewezen bewindslieden na vijf maanden nog steeds met hun duimen moeten draaien. Kon het partijkartel, dat de baantjescarrousel draaiende houdt, dan niets voor deze arme sloebers bereiken? Was er werkelijk niets in bijvoorbeeld de overheidssector voor hen te organiseren?
Kortom: het zoveelste bewijs dat de baantjescarrousel (en dus het partijkartel) flauwekul is. Verstandige mensen wisten dat uiteraard al. Onverstandige stemmen op FvD.
Geef een reactie