Meestal maakt het nauwelijks uit welke partijen onze polder besturen. Verkiezingen leveren een hoop ketelmuziek en opwinding op maar als de temperatuur is gedaald, gaat men weer over tot de orde van de dag. De bestuurspartijen beseffen dat de marges voor veranderingen smal zijn en gaan aan compromissen sleutelen. Dat heeft tijd nodig, maar men komt er altijd wel uit. Het regeerakkoord is vaak een gedrocht maar iedereen weet dat je het niet moet overwaarderen. Het is zoals Mark Rutte laatst zei: er komt altijd een kabinet. Met de versnippering wordt het wel steeds moeilijker, reden waarom Fons Kockelmans en ik hier regelmatig pleiten voor de invoering van een kiesdrempel.
Aan dat gewoel en gepriegel ligt een consensus ten grondslag waaraan de middenpartijen zelden tot nooit durven te tornen. Die consensus behelst de verzorgingsstaat, de rechtsstaat, gezonde overheidsfinanciën en het lidmaatschap van de EU en de NAVO. Wie zich buiten deze consensus plaatst, zoals de PvdA in de jaren 80 van de vorige eeuw met haar anti-kruisraketten-standpunt, doet (even) niet mee. Buiten de consensus kunnen kwesties soms heftig gepolitiseerd worden, zoals abortus en euthanasie, maar uiteindelijk wordt ook daar een mouw aangepast.
Je krijgt er zelden rode oren van, maar met die kleine stapjes en het besef dat het passen en meten is, zijn we ver gekomen. Onze polder behoort tot de welvarendste landen ter wereld.
Zou dat veranderen als we een kabinet krijgen waarin de PVV de grootste partij is?
Voor de buitenwereld staat het niet fraai, een populistische partij aan het roer. Met een leider die er extreme opvattingen op na houdt en verkeerde vrienden heeft. Die bovendien een fractie moet leiden waarvan je je moet afvragen of daar lieden bij zitten met enige, minimale, bekwaamheid. En niet te vergeten: de persoonlijkheid van de leider zelf. Geert Wilders blaast liever bruggen op dan dat hij ze bouwt.
Dat lijkt inderdaad op het eerste gezicht vragen om moeilijkheden. ‘Niet aan beginnen!’, zou je VVD, de Omtzigt-partij (NSC) willen toeroepen. (De BBB heeft zich al aan Wilders uitgeleverd). Toch is de vraag gerechtvaardigd of we het niet te somber zien. (Voor de goede orde en hopelijk ten overvloede: ook ik had graag een andere verkiezingsuitslag gezien, maar lieverkoekjes zaten niet in de trommel).
De vraag is of en in hoeverre Wilders zich aan de bovengenoemde consensus wil onttrekken. Anders geformuleerd: hoe graag wil hij regeren? Ik vermoed dat hij tot ongeveer alles bereid is voor een kabinet dat PVV 1 heet.
Zijn vrieskist zit onderhand tot de rand toe vol met geharnaste PVV-standpunten. Wilders heeft een akkoord gesloten over de rechtsstaat, veroordeelt de Russische oorlog tegen Oekraïne, ziet moslims tegenwoordig ook als medelanders en wil niet langer een Nexit. Bovendien heeft hij zijn claim op het Torentje opgegeven. Over dat laatste maakte hij een hoop misbaar, maar dat was voornamelijk voor de Bühne. Hij kon het verkopen als de ultieme concessie, opdat iedereen kon zien tot welke ook persoonlijke opofferingen hij bereid is. Voor het land ‘waarvan hij houdt’.
De formatie is nu onder leiding van de informateurs Elbert Dijkgraaf en Robert van Zwol in de fase beland waar het om de knikkers gaat. Wilders heeft bij de start van deze fase aangekondigd dat hij het ‘nu hard ging spelen’. Met de blik op de peilingen, – tegen de 50! zetels voor de PVV -, zinspeelde hij al op nieuwe verkiezingen. En inderdaad, volgens de berichten die van tijd tot tijd naar buiten sijpelen, verlopen de onderhandelingen momenteel ‘stroever’. Al liggen ze volgens de informateurs nog steeds op schema. (Ze hebben de tijd tot rond half mei).
Dat het (nog) moeizamer gaat zou niemand mogen verbazen. Het gaat over bezuinigingen, meer geld voor defensie, het mestbeleid en natuurlijk migratie. Bij elke formatie zijn dat potentiële breekpunten, dus waarom zou dat nu anders zijn? Het is de fase waarin de rauwe werkelijkheid haar kop om de deur steekt.
Migratie gaat volgens verwachting voor de meeste hoofdbrekens zorgen. Naar het zich laat aanzien zal het opgesplitst worden in arbeids- en studiemigratie en asielbeleid. Tijdens de verkiezingscampagne werd druk gegoocheld met quota, waarvan je je kon afvragen hoe reëel die waren. De nul van Wilders is dat in elk geval niet. Over arbeids- en studiemigratie lijkt een compromis doenlijk, uiteraard niet zonder vage en versluierende formules, maar hoe je als Nederland alleen het aantal asielzoeker drastisch terugbrengt, lijkt mij stukken lastiger, zo niet onmogelijk.
Nog afgezien van het feit dat ‘asielstromen’ moeilijk te beheersen zijn, zolang er in de wereld oorlog, honger en andere rampspoed heerst, zijn de mogelijkheden daartoe sowieso beperkt. We zijn gebonden aan internationale verdragen en afspraken binnen de EU, dus een Nederlandse ‘Alleingang’ is onrealistisch. De aanscherping van het asielbeleid zal binnen het EU-beleid plaats moeten vinden en dat is het moment dat Wilders met de billen bloot moet. Accepteert hij dat, vermoedelijk via procedureafspraken, of gooit hij de kont tegen de krib? Dat wordt vermoedelijk het beslissende moment van de formatie.
Als Wilders eieren voor zijn geld kiest, kan PVV I ondanks de schijn van het tegendeel een redelijk ‘normaal’ polderkabinet worden. Dat betekent uiteraard niet dat het een lang leven beschoren zal zijn, er liggen veel struikelblokken op de weg, maar dat geldt voor elk ander kabinet. En het heeft in elk geval een groot voordeel: de kiezers willen het en het heeft een ruime meerderheid in de Tweede Kamer.
Geef een reactie