Even leek het erop dat PVV I – om het kabinet in wording zo maar aan te duiden – in problemen zou komen. Na kritische opmerkingen van VVD-leider Dilan Yeşilgöz over PVV-kandidaat-minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie) moesten de vier fractieleiders inderhaast bij elkaar komen om het conflict onder leiding van formateur Richard van Zwol uit te praten.

Maar dat gesprek nam niet heel veel tijd in beslag. In een mum van tijd stonden Geert Wilders (PVV), Pieter Omtzigt (NSC), Caroline van der Plas (BBB) en Yeşilgöz weer buiten. Niets aan de hand, luidde de verklaring van Van Zwol. Faber is gewoon door de screening van de AIVD gekomen. De formateur twijfelt niet aan haar geloofwaardigheid.

Of hij daarmee de algemene mening vertegenwoordigt kun je je afvragen. Want met de handel en wandel van Faber is zo op het oog van alles mis. Kennelijk let de AIVD niet zo op financiële malversaties, maar vooral op  internationale bokkesprongen.

Die houding werd de in Israël geboren Gidi Markuszower, die eerst de asielportefeuille zou krijgen, fataal. Hij geldt als een risico voor de integriteit van Nederland.  De AIVD wees daar in 2010 al op. Waarna hij door partijleider Wilders van de senatorenlijst van de PVV werd geschrapt.

Kennelijk deed dat bezwaar er minder toe toen Markuszower in 2015 alsnog in de Eerste en twee jaar later ook in de Tweede Kamer belandde. Als parlementariër mag je dus wel een risico voor de integriteit van het land vormen, kun je concluderen.

Waarschijnlijk wist Faber de commotie wat te luwen door een bericht te twitteren dat ze zich als minister aan het regeerakkoord zal houden. Ze verklaarde ook nog dat ze ‘begrip’ heeft voor de onrust die ze heeft verwekt. Wat dat precies betekent lichtte ze niet nader toe

Niettemin blijft het opmerkelijk dat Yeşilgöz zoveel bezwaren verwoordde tegen de voordracht van Faber. Die politica was wat haar betreft ‘geen onomstreden kandidaat’. Formateur Van Zwol mag dan wel beweren dat het ‘van alle tijden’ is dat coalitiepartners twijfels uiten over elkaars kandidaten, mij staan daar geen voorbeelden van bij.

De gang van zaken doet – zoals Peter van Nuijsenburg terecht op deze site schreef – vermoeden dat Wilders ‘geen gelukkige hand heeft in zijn personeelsbeleid’. Bij Gom van Strien ging het mis. Bij Ronald Plasterk ging het opnieuw mis. En bij Gidi Markuszower dus weer.

Misschien is het aanbevelenswaardig voor Platinablonde Geert om wat meer tijd te nemen voor zijn voordrachten. Maar anderzijds: hij heeft vrijwel niemand ter beschikking. En de enige die mogelijk wel tot iets in staat is, is als voorzitter van de Tweede Kamer niet beschikbaar.

De gebeurtenissen roepen in elk geval behoorlijk wat twijfels op over de levensvatbaarheid van PVV I. Ik vermoed dat Yeşilgöz niet heel veel trek heeft in dit kabinet. Pieter Omtzigt evenmin. En zij zitten in de Kamer, dus ze kunnen er ieder moment voor zorgen dat er een motie van wantrouwen wordt gesteund.