Tijdens het tijdperk-Merkel sjokte Parijs vrijwel altijd achter Berlijn aan. Wie ook In het Elysee bivakkeerde, Nicolas Sarkozy, Francois Hollande of Emmanuel Macron, hij kende zijn plaats: in het voetspoor van Angela Merkel. Haar vertrek na 16 jaar uit het Kanzleramt zal Macron met gemengde gevoelens hebben gadegeslagen. Merkel was een zekerheid, hij wist wat hij aan haar had. Met haar opvolger, de sociaaldemocraat Olaf Scholz, is het afwachten. De nieuwe leider van het belangrijkste EU-land is in de buitenlandse politiek een debutant. Hij kan mee- en tegenvallen. Dat laatste zou onverwachte mogelijkheden bieden. Als Scholz ver onder de Merkel-maat blijft, kan Macron de leidende rol in Europa overnemen. Dat is volgens Parijs sowieso de rol van Frankrijk. Dat is gegeven in de natuurlijke, dwz Franse orde der dingen.

Deze rolverdeling was vastgelegd in de eerste decennia na die Tweede Wereldoorlog. Duitsland trok met de pet in de hand door de wereld. De Duitsers hoopten dat ze na wat ze in de oorlog hadden aangericht ooit weer in genade zouden worden aangenomen. De sleutel daartoe lag in Parijs. De aartsvijand moest besluiten of en hoe de Duitsers pasten in Frankrijks plannen. De aanvankelijk schoorvoetende toenadering werd bezegeld met het Elysee-verdrag dat de Duitse kanselier Konrad Adenauer en de Franse president Charles de Gaulle in 1963 sloten. Dat werd gevierd als de Frans-Duitse verzoening. Maar achter zoveel fraais ging, uiteraard, harde machtspolitiek schuil. Frankrijk hield politiek de regie in Europa. Duitsland mocht de kas beheren, dat wil zeggen, de portemonnee trekken als het nodig was. Bij alle vriendschapsbezweringen zat in het verdrag onmiskenbaar een element van revanche. Frankrijk had in de voorgaande 100 jaar drie keer een oorlog van Duitsland verloren. Die vernederingen waren nu aan de onderhandelingstafel min of meer ongedaan gemaakt. Helemaal was onmogelijk omdat de averij aan het Franse zelfbeeld, la Grande Nation ten slotte, niet per verdrag hersteld kon worden.

De taakverdeling bleef in grote trekken overeind tot de Val van de Muur in 1989. Duitsland groeide dankzij het Wirtschaftswunder uit tot een economische grootmacht maar zag er vanaf om deze positie politiek te verzilveren. Frankrijk kon zich blijven koesteren in de illusie dat het in de relatie met toen nog Bonn politiek de lakens uitdeelde. Maar na de Duitse eenwording in 1990, toen de Bondsrepubliek de communistische DDR opslokte, werden de kaarten opnieuw geschud. Frankrijk was gedoemd de junior-partner te worden van de reus aan de oostgrens. Het was een vooruitzicht waar de toenmalige president Francois Mitterrand slapeloze nachten aan overhield. Om de schade te beperken moest de macht van Duitsland aan banden worden gelegd. Het instrument daartoe was de euro dat de te sterke D-mark, het symbool van de Duitse macht, moest vervangen. Of ‘operatie inkapselen Duitsland’ gelukt is, zullen ze zich in Parijs regelmatig afvragen.

Wat met Merkel niet lukte, zou nu met Scholz wel eens kunnen lukken. De nieuwe kanselier maakt in de Oekraïne-crisis een onbeholpen indruk. Hij kan natuurlijk nog in zijn rol groeien, hij is net begonnen, maar vooralsnog zijn de schoenen van Merkel , – uiteraard alleen bij wijze van spreken -, een paar maten te groot.

Het heeft er nu alle schijn van dat de rollen weer omgedraaid worden. Terwijl Scholz aan het uitzoeken is hoe je crisismanagement spelt, is Macron voortdurend in de weer. Vliegtuig in, vliegtuig uit, aan de telefoon, verbaal en metterdaad, hij is niet te stuiten. In Moskou, Kiev, Washington, Brussel en, natuurlijk, Berlijn, zullen ze weten wie namens Europa he hoogste woord voert. Of er wat van zijn initiatieven terecht komt, kan je je afvragen. Bij de meeste plannen van Macron is scepsis op zijn plaats. Ze worden met veel poeha aangekondigd maar het schort te vaak aan de praktische uitvoering. Niet in de laatste plaats omdat hij soms ‘vergeet’ de collega’s In de EU te informeren, laat staan te raadplegen en ze voor voldongen feiten plaatst.

Het is onbegonnen werk om alle grootse plannen van de president door te vlooien, maar als we ons beperken tot zijn oprispingen over de buitenlandse politiek, zien we toch een paar constanten. Macron blijft bij alle drukte en grote woorden steevast binnen de Gaullistische traditie. De belangrijkste: Europa moet in de veiligheidspolitiek weer op eigen benen leren te staan. Een paar jaar geleden noemde hij de NAVO ‘hersendood’ en moest er een Europese ‘veiligheidsarchitectuur’ komen. Dat soort uitspraken over de NAVO laat hij tegenwoordig uit het hoofd en de veiligheidsarchitectuur heet inmiddels ‘strategische soevereiniteit’, dat misschien iets minder hoogdravend klinkt. Niettemin, de bedoeling is duidelijk. De EU moet voor haar verdediging minder afhankelijk worden van de VS. Washington richt zich steeds meer op de rivaliteit met China en zou het Europese front op den duur minder belangrijk kunnen vinden. Als de Amerikanen hun paraplu invouwen, moeten de Europeanen er zelf voor zien te zorgen dat ze het droog houden. Hoe dat georganiseerd gaat worden, is het grote vraagstuk van de komende jaren.

En de tijd dringt. De VS zijn, nog afgezien van de oriëntatie op China, niet langer van plan (en in staat) permanent de Europese kastanjes uit het Europese vuur te halen. Dat Europa eindelijk meer investeert in de eigen defensie is een eis van vrijwel alle Amerikaanse regeringen, of er nu een Republikein of een Democraat in het Witte Huis zit. Joe Biden ziet Vladimir Poetin momenteel als een bedreiging van de Europese machtsbalans en dat kan hij niet over zijn kant laten gaan. Maar of Biden over een paar jaar nog het Witte Huis bewoont, is hoogst onzeker. Als de Democratische president afgelost wordt door een Republikein, in het ergste geval Donald Trump met zijn Make America Great Again, , zakt Europa onherroepelijk op de Amerikaanse agenda.

Dus ja, als de nieuwe regering in Berlijn de zaak niet snel op orde krijgt, zal Parijs de leidersrol wel over moeten nemen. Of we daar beter mee af zijn, is de vraag. Maar in de internationale politiek heb je het zelden voor het kiezen.