Vaak hoor je: ‘De kiezer heeft altijd gelijk.’ Volgens mij is dat onzin. Er bestaat niet zoiets als ‘dé kiezer’. Er zijn in Nederland ruim 13 miljoen kiesgerechtigden. Die hebben heus niet allemaal gelijk. Om te beginnen stemmen ze lang niet allemaal hetzelfde. Je hebt in dit land een rijke keuze, en daarvan wordt volop gebruik gemaakt. In de nieuwe Tweede Kamer zitten straks 15 partijen. Daarbij is slechts één fusiepartij.

Wat meer fusies, al dan niet afgedwongen door een kiesdrempel, zou ik van harte toejuichen, maar daar gaat het nu niet om. We hadden het over de kiezer, die altijd gelijk zou hebben.

Niet dus, zoals uit het bovenstaande al blijkt. Ook degenen die op dezelfde partij stemmen hebben overigens vaak heel uiteenlopende opvattingen. Sommigen zijn het voor slechts een klein deel eens met de partij waarop ze stemden.

Waarom ze dat dan toch deden? Omdat ze het met de andere partijen nog minder eens waren. Ik zou niet graag lange tijd in één kamer zitten met al degenen die op dezelfde partij hebben gestemd als ik. Vermoedelijk zouden we heel snel ruzie krijgen. Soms kan ik het zelfs beter vinden met personen die op een heel andere partij hebben gestemd.

Het kan natuurlijk zijn dat met ‘De kiezer heeft altijd gelijk’ bedoeld wordt dat wat de meerderheid van de kiezers wil moet gebeuren. Dat klopt wél, al is het een dooddoener. Bovendien is het  in het Nederlandse kiessysteem nog niet zo eenvoudig te bepalen wat de meeste kiezers willen. We kiezen alleen partijen in de Tweede Kamer, niet de coalitie die vervolgens het land moet besturen.

Die coalitie bestaat deze keer uit minimaal 3 partijen. Een Kamermeerderheid is er als ze gevormd zou worden door PVV, VVD en NSC, maar voorlopig is daarover allerminst overeenstemming. Een Kamermeerderheid zou er ook zijn met een coalitie van GroenLinks-PvdA, VVD, NSC en pak hem beet D66, maar die zal er niet komen. De politieke logica verzet zich ertegen.

Die politieke logica vloeit voort uit het feit dat de meerderheid van de kiezers ‘rechts’ heeft gestemd, en GroenLinks-PvdA staat niet als zodanig te boek. Maar die andere coalitie kan eigenlijk ook niet, want VVD en NSC – hoewel allebei geldend als rechts – willen niet met de PVV regeren.

NSC niet omdat ze de principes van de PVV verwerpt en de VVD niet om onduidelijke redenen. Volgens eigen zeggen omdat de partij een te grote nederlaag heeft geleden bij de verkiezingen, maar dat kan niet kloppen. Bij eerdere stembusgangen verloor de VVD ook heel fors, soms zelfs meer dan nu, maar ze ging toch regeren. Nu wil ze niet meer dan ‘gedogen’. Dat wil zeggen dat ze een regering met de PVV wel door de vingers wil zien, maar er niet echt aan wil deelnemen. ‘Gedogen’ schijnt een typisch Nederlands verschijnsel te zijn. Het woord is door buitenlanders in elk geval moeilijk uit te spreken met al die g’s.

Nogal wat VVD-stemmers vinden dat hun partij toch maar met de PVV in een kabinet moet stappen. Die twee partijen willen immers volgens deze liberalen toch hetzelfde. Maar waarom hebben ze dan niet op de PVV gestemd?