Het opmerkelijkste en mogelijk belangrijkste nieuws kwam de afgelopen dagen uit China. Toegegeven, dat is met Poetins vernietigingsoorlog in de Oekraïne in volle gang een gewaagde bewering. Maar wat in China gebeurt en niet gebeurt heeft voor de nabije toekomst verstrekkende gevolgen, economisch en geopolitiek. Poetins oorlog zal ooit ophouden, met een uitgeput en geïsoleerd Rusland hangend in de touwen. China blijft een bedreiging voor de internationale orde.
Dus wat is het nieuws uit China? Wat gebeurt er of in dit geval wat gebeurt er niet?
Wat niet gebeurt is dat de Chinezen zich voortplanten, althans niet genoeg. Voor het eerst sinds 60 jaar zijn er meer sterfgevallen dan geboortes. De laatste keer was na de door de grote stuurman Mao Zedong veroorzaakte hongersnood die met de slogan ‘de Grote Sprong Voorwaarts’ naar schatting 40 miljoen mensen de dood injoeg.
Op het eerste gezicht vallen de cijfers mee: vorig jaar waren er 10,41 miljoen stergevallen tegenover 9,56 miljoen geboorten. Op zo’n 1,4 miljard Chinezen lijkt dat voor president Xi Jinping niet iets om je druk over te maken. Maar het gaat om de trend. Jonge Chinezen willen om uiteenlopende redenen weinig kinderen en dat zie je terug in de ‘vervangingsquote’ : om de bevolking stabiel te houden moet een vrouw 2,1 kind baren maar de teller staat al jaren op rond 1,20. Uit toen nog angst voor overbevolking verordonneerde Beijing in 1979 het beruchte een-kind-beleid dat acht jaar geleden werd afgeschaft. Maar ondanks aansporingen en premies laten de Chinezen zich niet verleiden tot meer nageslacht. Een kind vinden ze, nu uit eigen vrije wil, meer dan genoeg.
Op den duur leidt dit tot vergrijzing. En vergrijzing heeft verregaande gevolgen voor de economie. Het huidige Chinese model, – ik ga nu heel kort door de bocht -, is gebaseerd op een ruime aanwas van arbeidskrachten. Die hoefden niet eens erg productief te zijn zolang dat werd gecompenseerd door hun aantal. Als die aanwas uitblijft zal de werkende bevolking halverwege deze eeuw gekrompen zijn tot 700 miljoen. En elk procentpunt daling in de geboortecijfers gaat volgens deskundigen gepaard met ongeveer eenzelfde afname van economische groei.
Dat gaan ze niet alleen in China merken waar steeds minder jonge werkenden voor steeds meer gepensioneerden moeten zorgen terwijl er geen adequate oude dagvoorzieningen zijn. Met technologische innovatie, robots, en ouderen langer laten werken valt dat niet op te vangen. Meer handen in de (bejaarden)zorg, betekent minder handen aan de draaibank en in het laboratorium.
Goed, zult u zeggen, dat zoeken ze daar maar uit. Hun zorg, niet de onze. Alleen, China is ook, nog steeds, met de VS de belangrijkste draaischijf in de wereldeconomie en wat daar gebeurt heeft gevolgen voor ons. Hoe dat zal uitpakken, voor de productie en logistiek in de wereldwijde handelsketens weet niemand, maar in menig directiekamer en regeringscentrum zal men er niet gerust op zijn.
De geopolitieke gevolgen zullen mogelijk nog ingrijpender zijn. De ambities van Beijing zijn bekend. China wil de VS als grootste supermacht onttronen. Er zijn geen wetmatigheden in de geschiedenis maar als een opkomende macht de zittende uitdaagt, loopt dat volgens een veel geciteerde theorie meestal uit op confrontaties en niet zelden oorlog. Dat begon in de klassieke oudheid met Athene dat op de positie van Sparta aasde (Athene verloor) en de huidige rivaliteit tussen Washington en Beijing is de voorlopig laatste aflevering, uitkomst nog onbekend.
In de VS is een ware groei-industrie ontstaan in alarmerende lectuur over ‘het komende conflict’ met China. Ik heb een paar van die boeken gelezen en als je zoals ik niet zo gelooft in historische theorieën en de daarop gebaseerde trends en prognoses, ben je gauw geneigd te denken: het kan maar hoeft niet. Ontwikkelingen kunnen een heel andere wending nemen door factoren die we niet hebben of kunnen voorzien. Wie had een paar jaar geleden rekening gehouden met een pandemie uit China of dat Vladimir Poetin zo gek zou zijn om een oorlog tegen de Oekraïne en het Westen te ontketenen?
Een van de betere boeken in het genre is Danger Zone (Gevarenzone) van de Amerikanen Hal Brands en Michael Beckley. Hun stelling is dat Beijing niet lang meer kan wachten om zijn aspiraties te realiseren. Brands en Beckley wijzen op vijf factoren die de huidige, relatieve macht ondermijnen: China heeft te weinig natuurlijke hulpbronnen (vooral olie), roept door zijn horkerige optreden steeds meer weerstand op, is onder Xi een dictatuur die niet makkelijk zijn koers verlegt, heeft een kwakkelende economie en er is, natuurlijk, de vergrijzing. Die toestand zal eerder verslechteren en daarom heeft Beijing niet zo gek veel tijd meer. De komende jaren dreigen we daardoor in de gevarenzone te komen. Ook omdat de VS militair nog onvoldoende voorbereid zijn op een confrontatie.
Het klinkt allemaal redelijk overtuigend en dat geldt ook voor hun aanbevelingen die van het voorspelbare soort zijn: China waar mogelijk isoleren, bondgenootschappen versterken, export van hoogwaardige technologie, -chips!-, beperken en Taiwan beschermen, ook militair. Als het Westen dat tijdig en voortvarend aanpakt, kunnen we aan het doemscenario ontsnappen. Tot zover Brands en Beckley.
Als het tot een confrontatie komt, zal Taiwan de inzet worden. Dat is onderhand bij de geleerden in denktanks en aan militaire academies gemeengoed en de confrontatie zou binnen een paar jaar kunnen ontbranden. Xi ziet het als zijn levenswerk om de ‘afvallige provincie’ in te lijven en president Joe Biden heeft verklaard het eiland desnoods militair te zullen verdedigen. Misschien weerhoudt Poetins fiasco in de Oekraïne Xi van drastische stappen. Maar voor hetzelfde geld denkt hij het beter te kunnen. Dictators willen bovendien na een binnenlands debacle, bij Xi het rampzalige covid-beleid, nog wel eens op buitenlands avontuur gaan. Al was het maar om het geschonden imago op te poetsen.
Hoe dit afloopt, weten al die verontruste denkers met hun verontrustende analyses net zo min als u en ik. Waakzaam blijven en, in Europa, eindelijk de defensie versterken zodat de VS zich aan China kan wijden en er vanuit een positie van kracht gewerkt kan worden aan vreedzame oplossingen. Dat is het minste dat we kunnen doen. En de vingers kruisen.
Geef een reactie