Memoires van afgezwaaide toppolitici zijn doorgans een rechtvaardiging van de eigen prestaties en een afrekening met tegenstanders. De afrekeningen zijn vaak het boeiendst, tenminste wanneer ze met het nodige venijn geschreven zijn. De rechtvaardigingen komen vaak neer op het uitdeuken van de reputatie die onderweg schade heeft opgelopen. Bij ons in de polder hebben weinig ex-regeringsleiders zich eraan gewaagd. Mijn vader had de memoires van de oude Drees in de kast staan en vond het geen prikkelende lectuur.  En stel dat bijvoorbeeld Jan Peter Balkenende zijn memoires had geschreven. Zou u dan meteen naar de boekhandel zijn gerend?

In andere landen is het een gevestigd genre. Meestal met voorpublicaties in toonaangevende media. Vaak zijn dat de meest  aansprekende passages, zodat de lezer het hele werk niet hoeft te lezen. Daarnaast verschijnen er vaak interviews waarin de staatsman de hoogte- en eventuele dieptepunten van zijn carrière toelicht en zich waar nodig verdedigt. Met de pakkende passages is dat voor de lezer met weinig tijd en zin genoeg.

Dinsdag presenteerde de Duitse oud-kanselier haar autobiografie. Het boek van Angela Merkel heet ‘Vrijheid’ en behandelt in ruim 700 pagina’s haar leven in Oost-Duitsland, de communistische DDR, en, natuurlijk, haar kanselierschap. De titel refereert aan haar diepste persoonlijke overtuiging en de belangrijkste drijfveer van haar politieke handelen.

De meeste aandacht ging uiteraard uit naar de 16 jaar in het Kanzleramt. En vooral: hoe zou Merkel reageren op de kritiek die ze sinds haar vertrek in karrenvrachten over zich heen heeft gekregen. Drie jaar geleden nam ze afscheid als de meest gelauwerde westerse politicus van de afgelopen decennia, ‘leider van de vrije wereld’, en nu moet ze aanhoren dat ze zo ongeveer alles fout heeft gedaan. De oorlog in Oekraïne, de economische malaise in eigen land, de verwaarloosde infrastructuur, de achtergebleven digitalisering. Het is op zijn minst deels haar schuld. En niet te vergeten: de opkomst van de extreemrechtse AfD.

Merkel had geen zin om zich in het boetekleed te hijsen. Ze staat volledig achter haar meest omstreden beslissingen en voelt nauwelijks behoefte om zich te rechtvaardigen. Toen ze tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 de grenzen opende, had ze geen andere keus. Voor de afhankelijkheid van Russisch gas, idem. Het afwijzen van het NAVO-lidmaatschap van Kiev in 2008, dito. Dat de Duitse defensie niet op peil is, kan je niet alleen haar aanrekenen. Het refrein bij vrijwel alle punten van kritiek luidde: er was geen alternatief. Ze had alle opties overwogen, maar geen was beter. Bovendien, je moet de invloed van een staatsman op de loop der dingen niet overschatten

Een toppoliticus krijgt het onmiddellijk na zijn vertrek vaak stevig voor zijn kiezen. De herinnering aan zijn tekortkomingen, falen, gedraai en andere loopjes met de waarheid is nog vers. Het is niet fair, maar wat hij gepresteerd of in elk geval niet verprutst heeft, blijft achter bij de kritiek. Na verloop van tijd gaat de staat van dienst door de zeef en vaak blijkt het dan mee te vallen. Niet voor elke politicus, maar wel voor leiders die hun tijd hebben gedomineerd. Van sir Winston Churchill weten de Britten voornamelijk dat hij het VK door de eerste moeilijke oorlogsjaren heeft gesleept. Dat hij voor 1940 als eigenlijk mislukt was afgeschreven, is niet in het collectieve geheugen blijven hangen.

Merkel heeft wat dat betreft pech. Ze kan niet wijzen op een groot, in het oog springend, historisch wapenfeit. Van haar voorgangers heeft de eerste na-oorlogse kanselier Konrad Adenauer, evenals zij een christendemocraat, toen nog West-Duitsland verankerd in het Westen, de ‘Westbindung’. De sociaaldemocraat Willy Brandt tekende voor de verzoening met Polen, Rusland en de rest van Oost-Europa, de inmiddels omstreden ‘Ostpolitiek’. En haar partijgenoot Helmut Kohl is de geschiedenis in gegaan als de kanselier van de eeneid, de hereniging met de DDR na de Val van de Muur.

Er mag dan niet veel klaroengeschal klinken bij haar staat van dienst, niettemin is die na aftrek van blunders, fouten en misrekeningen redelijk in orde. Het mag dan allemaal niet zo spectaculair geweest zijn als bij haar voorgangers, maar Merkel heeft wel degelijk haar stempel op haar tijd gedrukt. Ik kan me niemand voor de geest halen die de EU beter door de financiële, Euro-, Griekenland- en Brexit-crises had kunnen loodsen. Aan de Franse collega’s, Nicolas Sarkozy en François Hollande, had ze bij al hun praatjes en pretenties niet veel.

Ten aanzien van de grote crisis van dit moment  kan je niet staande houden dat ze Vladimir Poetin heeft onderschat. Wat je haar wel kunt verwijten, is dat ze is teruggeschrikt voor de consequenties. Ze had eerder een einde moeten maken aan de te grote afhankelijkheid van Russisch gas en olie. Haar argument dat de politiek en het bedrijfsleven zich daartegen verzetten, – de economie draaide dankzij die goedkope energie op volle toeren en het was bovendien goed voor de betrekkingen met Moskou -, klinkt bij nader inzien nogal hol. Donald Trump en de Oost-Europese bondgenoten hadden haar gewaarschuwd.

Bij alle kritiek zijn er veel Duitsers die ‘Mutti’ missen. Dat heeft ze voornamelijk te danken aan haar opvolger. De sociaaldemocraat Olaf Scholz is niet de leider in wie de Duitsers veel vertrouwen hebben. Of Merkel het beter had gedaan, valt met geen mogelijkheid te zeggen. Na 16 jaar was ze ‘op, leeg, uitgeput’. Uiteindelijk zal ze gemeten worden aan haar opvolgers. En de kans is groot dat haar reputatie daar stevig van zal opknappen.