Er is dezer dagen nogal een nummer gemaakt van de relatie tussen Mark Rutte en Emmanuel Macron. De Nederlandse premier en de Franse president zouden zelfs vrienden zijn. Ze komen in elk geval graag bij elkaar over de vloer. Macron zou zelfs gesmikkeld hebben van een rijsttafel, die zoals bekend voor Rutte culinair het hoogtepunt is.

Het kan niet genoeg toegejuicht worden wanneer mensen het goed met elkaar kunnen vinden. In de politiek komt dat trouwens vaker voor dan veel mensen denken. Politici die in het debat elkaars bloed lijken te kunnen drinken, gaan na afloop in alle pais en vree aan de borrel. Persoonlijke verhoudingen mogen niet lijden onder politieke tegenstellingen.

Rutte is daar zeer bedreven in. In de polder droeg dat bij tot de gunfactor waarvan hij jaren heeft geprofiteerd. Dat is nu uitgewerkt, domweg omdat hij te lang het Torentje bezet houdt en niemand, ook de coalitiepartners niet, nog iets ziet in Rutte IV. Maar in het buitenland waar ze het gepruts in de polder niet op de voet volgen, geniet Rutte nog steeds een benijdenswaardige reputatie.

Rutte was dik met Angela Merkel (conservatief), de Deense premier Mette Frederiksen (sociaaldemocraat) is een ‘vriendin’, en met de Italiaanse premier, de Giorgia Meloni (rechts radicaal) heeft hij de banden aangehaald om het asielzoekersprobleem op te lossen. Politieke kleur maakt hem dus niet uit.

Wat Rutte en Macron ‘verbindt’, is voor een buitenstaander moeilijk te doorgronden. Het overstijgt onmiskenbaar de grote verschillen in politieke cultuur en stijl. In Frankrijk is de president een monarch, met het bijbehorende pompeuze ceremonieel. Macron vond dat bij zijn aantreden nog niet genoeg en presenteerde zich als Jupiter, de Romeinse oppergod. Voor de Fransen hoort dat er bij, al vinden hele volksstammen Macron wel erg afstandelijk en arrogant. Wij vinden zoiets gauw lachwekkend. Afgezien van de nationale afkeer van poeha, zou het nooit bij Rutte opkomen. Hij is meer een wethouder die op de fiets naar zijn werk gaat.

Dat zie je terug in de benadering van de politiek. Macron lijdt aan ‘visionitis’, grootse vergezichten en overschatting van zijn en Frankrijks positie. Rutte vindt dat je naar de oogarts moet, als je daar last van hebt. Hij heeft wel een visie, per slot van rekening is hij liberaal, maar je moet niet overdrijven. Hij is in de eerste plaats manager, een ritselaar, gericht op oplossingen. Dat gaat hem dit momenteel niet goed af, maar het blijft zijn grondinstelling.

Macron zei na zijn bezoek aan Beijing dat Europa in de kwestie Taiwan eigenlijk geen partij moet kiezen. Europa moet niet een ‘vazal’ van China of de VS worden. Dat is een stokpaardje van hem, de Europese soevereiniteit. Dat kun je denken maar op dat moment, net na je audiëntie bij de Chinese president president Xi Jinping, beter niet zeggen. Dat speelt Xi, die niets liever wil dan een wig drijven tussen de EU en de VS, in de kaart. De verontwaardiging in Washington, Brussel en in Oost-Europa was dus groot. (In Berlijn bleef het opvallend stil). Macron bevestigde weer eens dat hij ‘onbetrouwbaar’ zou zijn. Zoiets zou Rutte, als hij bij Xi op bezoek was geweest, niet zijn overkomen.

Macron’s zal het zelf niet als een faux pas zien. Dat Europa zich onafhankelijker moet opstellen tegenover de supermachten, tijdens de Koude Oorlog de VS en de Sovjet Unie, nu de VS en China, is een gaullistisch leerstuk. De Franse president Charles De Gaulle (1890-1970) hamerde destijds op de strategische autonomie van Frankrijk en wilde dat later, onder leiding van Parijs uiteraard, overdragen op de EU. In Den Haag vonden ze dat meestal geen goed idee. Daar heerste de atlantische gedachte en liepen ze graag aan de hand van Washington. Buitenlandse politiek was hier vooral handelspolitiek met sinds de jaren 70 soms een flinke scheut gidsland-kul. In Parijs willen ze graag aan machtspolitiek doen.

Dat veroorzaakte regelmatig spanningen tussen Den Haag en Parijs. De Gaulle hield bijvoorbeeld lang het Britse lidmaatschap tegen, terwijl Den Haag daar sterk voor was. Met Londen er bij kon Den Haag beter tegenwicht bieden tegen de as Parijs – (toen) Bonn. Die oriëntatie op Washington en Londen heeft lang de relatie met Parijs gekleurd, vaak tot wederzijdse ergernis.

Met de Brexit, de pandemie en nu de oorlog in de Oekraïne, veranderde zo ongeveer alles. Het is een van die hemeltergende Brusselse clichés dat de EU sterker wordt door crises. De lidstaten worden met de neus op de feiten gedrukt en beseffen dat ze samen sterker zijn. Rutte stond aanvankelijk sceptisch tegenover een steeds ‘inniger’ unie en steeds meer macht voor Brussel. Hij was daarmee in het goed gezelschap, van Angela Merkel en de Scandinavische landen. Maar uiteindelijk ging ook hij akkoord met meer financiële bevoegdheden voor Brussel.

Macron gaat dat nog lang niet ver genoeg, maar het is een stap in de juiste richting. En in Den Haag zullen ze na Donald Trump hebben vastgesteld dat Europa niet meer alleen op het Amerikaanse kompas kan varen, maar een eigen koers moet uitzetten. Een taakverdeling waarbij de VS de Chinese ‘uitdaging’ voor zijn rekening neemt en Europa eindelijk de eigen defensie op orde brengt en zich Rusland van het lijf houdt, ligt voor de hand. Dat zou de Europese soevereiniteit van Macron kunnen worden, maar hoe die eruit gaat zien, –  waarschijnlijk niet als in zijn dromen met Parijs al grote regisseur -, ligt verborgen in de schoot van de toekomst. Macron en Rutte zijn tegen die tijd misschien nog vrienden, maar niet meer aan de macht.

(Foto:NOS)