In de VS is men het er inmiddels wel over eens: Donald Trump is een fascist. Niet voor zijn aanhang, natuurlijk, die waarschijnlijk de schouders ophaalt over dit soort kwalificaties. Maar voor zijn tegenstanders staat vast dat de ex-president uit de school stamt van de Italiaanse fascistenleider en dictator Benito Mussolini (1883 – 1945). Ook historici en erkende fascisme-experts, niet alle trouwens, schalen Trump in als een fascist.

Trump voldoet zeker aan een aantal kenmerken. De ex-president is een demagoog, xenofoob, islamofoob, racist, wil (illegale) migranten deporteren, zinspeelde op het afschaffen van de democratie en zal een verkiezingsnederlaag niet accepteren. Verder is elke tegenstander, met name de Democraten van Kamala Harris, de vijand. Zijn partij, de Republikeinen, is getransformeerd tot de Trump-beweging, inclusief persoonsverheerlijking. Of Trump die benaming iets zal kunnen schelen, doet er niet toe. Dat zijn beweging geen coherente ideologie heeft, maar voornamelijk de laagste instincten bespeelt, evenmin.

Trump is dus niet langer een populist maar heeft de grens overschreden naar het fascisme. Dat roept de vraag op: hoe zit het met de Europese populisten? Zitten die ook tegen die grens aan of hebben sommigen die zelfs al overschreden?

In Italië, de bakermat van het fascisme, komt de partij van premier Giorgia Meloni voort uit een neofascistische beweging. Maar zijn zij en haar Fratelli d’Italia (Broeders van Italië) daarmee ook fascisten? Vooralsnog wijst daar weinig tot niets op. Meloni volgt een rechts-populistische agenda, – Italië eerst en streng asielbeleid -, maar houdt vooralsnog de rechtsstaat in ere. Ze is voor militaire steun aan Oekraïne, voor de EU en NAVO en anti-Poetin. Kortom, Meloni heeft de grens (nog) niet overschreden.

De vader van Marine Le Pen, de andere populistische topvrouw, was een holocaust-ontkenner en verkeerde graag met (ex- )nazi’s. Zijn dochter doopte de partij die eerst Front National heette, met alle associaties van dien, om in Rassemblement National (Nationale Alliantie) wat een stuk vriendelijker klinkt. Het paste in haar strategie om de beweging te ‘ontgiften’, verkiesbaar maken voor de conservatieve kiezers. Le Pen hoor je niet meer over uittreden uit de EU of NAVO, heeft afstand genomen van Poetin en maakt van steun aan Oekraïne geen punt. Het legt haar electoraal geen windeieren, want haar partij werd bij de parlementsverkiezingen van afgelopen zomer, de grootste. (Een linkse gelegenheidscoalitie kreeg meer stemmen, maar de afzonderlijke partijen waren kleiner). Conclusie: Le Pen blijft aan de populistische kant van de streep.

Dat kunnen we ook vaststellen bij de meeste Europese populisten, al zitten er ongure types bij. De Oostenrijkse FPÖ is opgericht door (ex-)nazi’s en staat met een voet over de grens. De populisten wonnen vorige maand de verkiezingen en partijleider Herbert Kickl zou graag Volkskanzler worden. (Zo noemde Adolf Hitler zich ook). De centrumpartijen van links en rechts zullen dat tegenhouden, maar de FPÖ blijft met Kickl de democratie ondermijnen.

Kickl is een groot bewonderaar van de Hongaarse premier Viktor Orban. Net als Trump (voor zover deze iemand anders kan bewonderen). Orban noemt zich een ‘illiberale democraat’, maar als je iemand een fascist zou mogen noemen, is hij het. Niet voor de volle 100 procent, hij sluit geen tegenstanders op in kampen of laat ze vermoorden, maar hij is pro-Poetin, anti-Oekraïne en de EU ziet hij vooral als melkkoe en is wat je een buitenlid van de NAVO kan noemen. Zijn makker Robert Fico in Slowakije is van hetzelfde laken een pak.

In Duitsland mag je sommige afdelingen en regionale kopstukken van de extremistische  Alternative für Deutschland (AfD) van de rechter ‘fascistisch’ noemen. Ze worden in de gaten gehouden door de de binnenlandse veiligheidsdienst. Parlementariërs van de andere partijen in de Bondsdag willen de AfD verbieden en bereiden een aanklacht bij het Constitutioneel Hof voor. Niet iedereen vindt dat een goed idee, want je kunt de AfD beter in de politieke arena dan in de rechtszaal bestrijden. Maar het laat zien dat de AfD rondscharrelt op de grens tussen populisme en fascisme.

Tenslotte: hoe zit het bij ons in de polder? Is Geert Wilders met zijn PVV een fascist?

Wilders is leider én enig lid van de PVV. De andere PVV-ers zijn op zijn best tassendragers en meestal onderknuppels. In die club dwarrelen onfrisse ideeën rond, zoals het gevaar van ‘omvolking’. Wilders zelf zoekt in zijn uitspraken en tweets vaak de grens op. De Tweede Kamer heeft hij een ‘nepparlement’ genoemd en voor zijn ‘minder Marokkanen, dat gaan we regelen’, is hij veroordeeld. Hij gaat graag op bezoek bij Orban en hij is hoogstwaarschijnlijk een ‘illberale democraat’, maar fascist?

Het belangrijkste criterium bij die beoordeling is de opstelling tegenover de rechtsstaat. Het eerste wat fascisten doen, als ze aan der macht zijn, is het afschaffen van de rechtsstaat. Wilders spuugt regelmatig zijn gal over ‘D66-rechters’, maar in zijn programma staat niets over de afschaffing van de rechtsstaat. Bij de formatie ondertekende hij om twijfels bij het NSC weg te nemen een verklaring ter verdediging van de rechtsstaat. Daarnaast blijft hij tegenwoordig en misschien soms met tegenzin binnen de nationale consensus, – naast de rechtsstaat, de verzorgingsstaat, solide overheidsfinanciën en het lidmaatschap van EU en NAVO. Hoe oprecht hij daarin is, weten we niet. Maar de kans dat hij eventueel verkeerde ideeën in de praktijk kan brengen, is verwaarloosbaar. Die macht zal hij nooit krijgen.

Anders dan Trump in de VS zullen de meeste Europese populisten de overstap naar het fascisme niet maken. Niettemin blijft waakzaamheid geboden.