Het goede nieuws uit Parijs is dat de opmars van de radicaal-rechtse populisten voorlopig tot staan is gebracht. De partij van Marine Le Pen (RN) werd tegen ieders verwachting niet de grote winnaar van de parlementsverkiezingen. De RN moest zelfs genoegen nemen met de derde plaats. De populisten wonnen fors, maar moesten het hoofd buigen voor een links gelegenheidsverbond (NFP) en zelfs de beweging van president Emmanuel Macron, Ensemble. Het anti-RN-front had gewonnen. Frankrijk wil geen regering van extreemrechts.

Daarmee hebben de meeste Fransen het goede nieuws eigenlijk wel gehad.

Macron had de verkiezingen uitgeschreven om ‘helderheid te verschaffen en de populistische koorts te doorbreken’. Zijn partij was bij de Europese verkiezingen van vorig maand afgestraft. De RN won twee maal zoveel stemmen als Ensemble en leek op weg dit resultaat te bevestigen bij de parlementsverkiezingen. Le Pen kon zelfs dromen van de absolute meerderheid. Weldenkend Frankrijk schudde verbijsterd het hoofd: de president had een onverantwoord risico genomen. En dat was nog de vriendelijkste kwalificatie.

Met het linkse verbond hield niemand toen serieus rekening want links is chronisch verdeeld en maakt altijd ruzie. Na het bekend worden van de uitslag van de Euroverkiezingen sloten ze in allerijl de poreuze gelederen. Het NFP is een monsterverbond van sociaaldemocraten, Groenen, communisten en ultralinkse populisten. En jawel, meteen na de oprichting was het bal. Jean-Luc Mélenchon, een autoritaire, extreemlinkse demagoog wierp zich op als de leider, tot grote ergernis van zijn bondgenoten. Zondagavond deed hij er nog een schepje bovenop door zich uit te roepen tot kandidaat-premier. Daar waren zijn medestrijders evenmin blij mee.

In de euforie leek links te vergeten dat de kiezer weliswaar tegen de RN had gestemd, maar dat dit niet automatisch betekende dat hij voor het NFP had gekozen. De uitslag was het gevolg van een tactisch stembusakkoord tussen de anti-RN-partijen, waarbij de minst succesvolle kandidaat zou wijken voor een kandidaat van een andere partij met winstkansen. Links kan dus niet roepen dat ze een mandaat heeft gekregen om te regeren.

Macron op zijn beurt kan bij alle opluchting moeilijk volhouden dat hij ‘helderheid’ heeft verschaft. Geen partij heeft een meerderheid en aan coalitieregeringen doen de Fransen niet. Hier en daar hoor je al dat Frankrijk onregeerbaar wordt en zou kunnen afglijden in de chaos van de jaren 50 van de vorige eeuw. Tijdens die Vierde Republiek strompelde het land van de ene zwakke regering naar de andere tot generaal Charles de Gaulle met zijn Vijfde Republiek een einde aan maakte aan de chaos en verlamming.

Aan die stabiliteit dreigt dankzij Macron een einde te komen. Een snelle regeringsvorming zit er niet in. Niemand weet hoe je een coalitie in elkaar timmert, omdat a, de Fransen daar geen ervaring in hebben, en b, het NFP-programma voor Macron onacceptabel is. Mélenchon en co eisen het onaangedaan maken van de hervormingen die Macron met veel pijn en moeite had doorgevoerd. De pensioenleeftijd moet terug van 64 naar 62, het minimumloon moet fors omhoog en de rijken moeten weer zwaarder belast worden. Hoe die eerste wensen betaald gaan worden blijft onduidelijk. Het zwaarder belasten van de rijken levert te weinig op, zodat het toch al te hoge begrotingstekort verder zou oplopen.   Bovendien is Mélenchon een euroscepticus, anti-NAVO en een vriend van Hamas.

In het Macron-kamp schijnen ze nu te hopen dat ze gematigd links kunnen losweken van Mélenchon. Alleen, zonder Mélenchon is er over links geen meerderheid mogelijk. Een minderheidsregering eventueel met gedoogsteun van gematigd rechts, wat ook wordt geopperd, ziet niemand als een oplossing. Op het menu staat verder nog een zaken- of overgangskabinet, maar daar heeft niemand voorlopig trek in. Compromissen sluiten vinden ze in Frankrijk sowieso een zwaktebod.

Sommige waarnemers voorzien maanden van gesjacher en gesteggel, vergeleken waarbij onze formatie een gemoedelijk gezelschapsspel is.

Behalve voor de Fransen is dat slecht nieuws voor de EU. Zonder een regering in Parijs en met een vleugellamme president wordt het in Brussel nog moeilijker zaken doen. Temeer omdat in Berlijn een zwakke regering zit, waardoor de toch al sputterende motor die de EU op gang moet houden, tot stilstand dreigt te komen. Dat is met alle crises in de wereld geen geruststellend idee.

Een patstelling en mogelijk chaos in eigen land en stagnatie in Brussel zouden Le Pen uiteindelijk in de kaart kunnen spelen. De populistenleider verklaarde na de voor haar teleurstellende uitslag, dat de overwinning alleen maar was uitgesteld. Dat was niet alleen om de aangeslagen achterban een hart onder de riem te steken. Het zou ook een redelijk realistische prognose kunnen blijken.

Het hoofddoel van Le Pen is het winnen van de presidentsverkiezingen in 2027. Als haar partij nu de regering had gevormd, was er een reëel afbreukrisico geweest. De RN heeft behalve op lokaal niveau geen bestuurservaring. Le Pen zal vermoedelijk wel bekwamere bewindslieden hebben gevonden dan haar vriend Geert bij ons in de polder, maar zeker is dat niet. Een door de RN gedomineerde regering zou ongetwijfeld veel weerstand hebben opgeroepen inclusief stakingen, rellen en grootschalige maatschappelijke ontwrichting. Dat was het bewijs geweest dat ‘ze het niet kunnen’. Daaraan is Le Pen nu ontsnapt.

Als er zoals verwacht geen werkbare meerderheid wordt gevonden, zal Macron er niet aan ontkomen een zakenkabinet te installeren dat over een jaar nieuwe verkiezingen uitschrijft. (Eerder kan niet volgens de wet). Gevreesd moet worden dat het anti-Le Pen-front tegen die tijd zijn kruit heeft verschoten.