Met de dood van de leider van de Libanese terreurorganisatie Hezbollah is het Midden-Oosten in de ernstigste crisis sinds jaren beland. Hassan Nasrallah kwam om het leven bij een Israelisch bombardement op zijn hoofdkwartier in Beiroet. Met hem zouden nog meer Hezbollah-leiders onder het puin liggen. Of Hezbollah daarmee onthoofd en uitgeschakeld is, weet niemand. De terreurorganisatie heeft nog altijd een enorm arsenaal aan raketten waarmee ze Israel zware schade kunnen toebrengen.

Maar zijn ze in staat om terug te slaan? En vooral: wat mogen ze van Teheran?

Hezbollah is Irans belangrijkste partner in de ‘as van verzet’, waarvan verder Hamas, Houthi’s in Jemen en sjiitische milities in Irak en Syrië, deel uit maken. Die satrapen hebben enige manoeuvreerruimte maar moeten zich uiteindelijk onderwerpen aan wat de ayatollahs beslissen. Het Iraanse belang weegt altijd zwaarder dan dat van de satrapen.

Het belangrijkste belang van elke staat en regime is zijn voorbestaan. Ideologie, religie, cultuur en geschiedenis zijn belangrijk maar in laatste instantie niet doorslaggevend. Je hebt uitzonderingen, maar inzake oorlog en vrede zullen leiders altijd zorgvuldig de risico’s afwegen. Dat kan verkeerd uitpakken, een foutieve inschatting valt nooit uit te sluiten, maar normaalgesproken begint geen enkele leider een oorlog als hij er niet zeker van kan zijn dat zijn staat of regime overleeft. Meestal is zijn lot verbonden aan dat van zijn regime, zodat hij extra voorzichtig zal zijn. Aan de boom hangt bij wijze van spreken al zijn strop.

Dat geldt voor dictaturen meer dan voor democratieën die, als ze niet aangevallen worden, zelden een oorlog zullen ontketenen. (Ook hier zijn uitzonderingen mogelijk. Zie de oorlogen van de VS in Vietnam en Irak).

In het Midden-Oosten liggen de zaken altijd gecompliceerder omdat er meerdere grote spelers zijn maar geen onbetwiste grootmacht die andere staten zijn wil kan opleggen. Die hegemonie is al decennia inzet van een machtsstrijd tussen Iran en Saoedi Arabië. In deze heksenketel roeren ook van tijd tot tijd en met meer of minder enthousiasme grootmachten als de VS, Rusland en Israel, dat het sterkste leger en de beste spionage- en veiligheidsdiensten in de regio heeft. Met uitzondering van Egypte dat een bijzondere positie inneemt, omdat het als eerste Arabische staat vrede sloot met Israel, zijn de andere landen spelers van de tweede garnituur.

Als je grote ambities hebt, moet je macht uitstralen. Je moet de wereld laten weten, dat je eventueel bereid bent om je strijdkrachten in te zetten. Waar het kan, laat je je bondgenoten de kastanjes uit het vuur halen, maar uiteindelijk zal je zelf het zwaard moeten trekken. Wie daarbij te lang aarzelt, toont zwakte en verspeelt geloofwaardigheid. En geloofwaardigheid is een onmisbaar element in elk realpolitik machtsspel. Een land, een leider, aan wiens geloofwaardigheid getwijfeld wordt, boet onherroepelijk aan gezag en prestige in. En zijn imago ligt op de schroothoop.

De dood van Nasrallah en de vernietiging van Hezbollah’s commandostructuur is een zware slag voor de ayatollahs die zelf ook nog een rekening met Jeruzalem hebben openstaan. De moord op de politieke leider van Hamas, Ismail Haniyeh, tijdens diens bezoek aan Teheran in juli was een vernedering die gewroken dient te worden. Wanneer dit gebeurt, hebben de leiders tot dusver in het ongewisse gelaten. Maar dat ze zullen toeslaan, is onvermijdelijk. Hun geloofwaardigheid en dus gezag, prestige en imago zijn in het geding.

Het arsenaal voor vergelding telt diverse wapens: van terroristische aanslagen tot een grote regionale oorlog. De bondgenoten of speciale commando’s kunnen die aanslagen variërend van bomaanslagen tot cyberaanvallen, uitvoeren, maar een grote oorlog zullen de ayatollahs zelf moeten voeren. En vooralsnog deinzen ze daarvoor terug.

Het risico is te groot dat de VS aan de kant van Israel zullen ingrijpen. In dat geval loopt het conflict uit op een oorlog die ze nu niet kunnen winnen. De ayatollahs zullen ongetwijfeld voorbereid zijn op zo’n oorlog, maar ze komt te vroeg. Teheran heeft nog geen kernwapen, dat de VS en Israel kan afschrikken. Er wordt met spoed aan gewerkt, maar ze zijn nog niet zover.

De ayatollahs weten ook dat ze een oorlog niet lang kunnen volhouden met een door sancties ernstig verzwakte economie. Verder is steun van de bevolking onzeker: het regime is waarschijnlijk nooit zo impopulair geweest. Daarnaast speelt dat niet duidelijk is wie de bejaarde en zieke ‘hoogste leider’, ayatollah Ali Khamenei, opvolgt. Een opvolgingsstrijd én een oorlog met een supermacht kunnen ze zich niet veroorloven. En je mag aannemen dat ze geschrokken zijn van het lot van vriend Nasrallah. Als de Israeli’s hem uit de weg kunnen ruimen, zouden zelf ook het slachtoffer kunnen worden. De Mossad, de Israëlische geheime dienst, wist tenslotte ook Haniyeh, nota bene in hun eigen hoofdstad, te vermoorden.

Het zijn overwegingen en inschattingen die normaalgesproken tot terughoudendheid manen. Bij een grote oorlog staat het voortbestaan van het regime en hun eigen leven op het spel. De ayatollahs zoeken vaak de grenzen op, vooral retorisch, maar de overschrijdende stap hebben ze tot dusver niet gezet. Dat zullen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en zijn generaals vermoedelijk eveneens hebben bedacht, toen ze besloten Hezbollah aan te vallen en uit te schakelen.

Netanyahu en co kunnen zich natuurlijk misrekenen. De ayatollahs kunnen besluiten dat ze het doden van Nasrallah en hun eigen vernedering niet over hun kant kunnen laten gaan. Het is niet aannemelijk, maar het valt zeker niet uit te sluiten.