Wie even had gedacht dat de PVV-leider milder was geworden, moeten donderdag bij het debat over de regeringsverklaring de schellen van de ogen zijn gevallen. Wat we zagen was Geert Wilders zoals we hem in de loop der jaren hebben leren kennen. Cholerisch, niet in staat zijn negatieve impulsen te beheersen. Wie dacht dat al die provocaties, over nepparlement, meer of minder Marokkanen, enz etc, voornamelijk koele berekening waren, zal nu wijzer (moeten) wezen. Rancune en frustratie hebben uiteindelijk de overhand.

Ik had een tandenknarsend soort waardering voor de PVV-leider. Niet voor zijn gedachtengoed, als je dat zo wil noemen. Dat mocht bij de vuilnisbak. Maar hij had een functie in de fletse, futloze polderpolitiek. Hij gaf stem aan het onbehagen, de afkeer van de ‘elite’ bij grote delen van de bevolking. Dat deed hij met een zekere schwung, want hij was in het parlementaire werk beter dan het gros van zijn collega’s. Het was en is negatief, maar dat is soms nodig. Zoals je in een voetbalteam een ‘rotzak’ nodig hebt, een speler die zijn ploeggenoten bij de les houdt en er indien nodig met gestrekt been ingaat.  Als hij ook kan voetballen is dat meegenomen. Maar voor ‘Spielmacher’ mist hij het talent.

Sinds het populisme de kop op stak, met de LPF van wijlen Pim, was de grote vraag aan de gevestigde middenpartijen: hoe gaan we hier mee om? Nemen we het serieus, of halen we onze neus op? Erkennen we dat we grote delen van de bevolking in de steek hebben gelaten, of kan het ons weinig schelen? In de veronderstelling dat het wel zal overwaaien? Want de mensen komen er vanzelf wel achter dat het niks is.

Als er al begrip was voor de onvrede, zat er altijd een zweem van neerbuigend paternalisme bij. Als je ‘het’ maar goed uitlegde, zouden ‘ze’ het wel begrijpen. De wereld, ook die van jullie, verandert nu eenmaal. Daar moet je aan wennen, maar dat kost nu eenmaal tijd. De multiculturele samenleving was een ‘verrijking’. De globalisering was goed voor ons allemaal. Als je in een nette buurt woont, met de bakfiets voor de deur om Fleur en Jonas naar de schoolvereniging, hockey en tennis te brengen, zal je het zo zien. Maar in de ‘zwakkere wijken’ kijk je er toch anders tegen aan. Als je je een vreemde in je eigen straat voelt.

Wat ooit de volkspartijen heetten, hebben hier gefaald. De PvdA voorop, ooit dé natuurlijke arbeiderspartij, maar ook het CDA en, naar gevreesd moet worden, ook de VVD. Over de redenen hebben menig socioloog en politicoloog hun duitje in het overvolle zakje gedaan. Pragmatisme, technocratie, neoliberalisme, – de favoriete boosdoener van links -, of allemaal tegelijk. U mag het zeggen. Vaak vergezeld van een oproep tot een ‘andere politieke cultuur’, meer ’transparantie’, ‘visie’ of andere wenselijkheden. Aan goede intenties geen gebrek, maar we hebben gezien wat er van terecht komt.

Ik denk zelf, dat de meeste mensen niet teveel van de politiek verwachten. Ze willen vooral met rust worden gelaten. Daarom hebben we een delegatiedemocratie. Politiek en bestuur besteden we uit aan de vaklui. Maar wat ze wel verwachten is dat zij en hun problemen en gevoeligheden serieus worden genomen. Bij alle mooie en verheven gedachten is politiek voornamelijk problemen oplossen. Woningnood, slecht onderwijs, migratie, de teruglopende kwaliteit van de zorg. En niet teveel top down, van boven opleggen. Dan gaan de stekels overeind.

Dat is op de winkel passen en dat betekent je assortiment aanpassen aan de vraag van het moment. Het is vooral anticiperen en reageren, plannen mag en moet, de winkelier moet zijn voorraad op peil houden. Maar doe het zo concreet mogelijk, stap voor overzichtelijke stap, hou rekening met onvoorziene gebeurtenissen, en, vooral, wees bereid tot correcties. En verlies nooit het ‘hoe’ uit het oog. Iedereen wil een betere wereld, het ‘wat’, maar hoe we dat doen is minstens zo belangrijk. In elk geval niet over lijken.

Dat is natuurlijk niet nieuw en het wereldraadsel gaan we er niet mee oplossen. De achterliggende gedachte van dit alles wordt soms chic het ‘menselijk tekort’ genoemd. Het besef dat er geen permanente oplossingen kunnen zijn, het passen en meten blijft, dat we over die oplossingen van mening verschillen en dat het morgen weer helemaal anders kan zijn. Het is misschien geen opbeurende boodschap, maar we moeten er mee leven.

De ‘vertaalslag’ van die inzichten naar de praktijk vereist een bijna bovenmenselijk talent en dat is zelden voor handen. Overal om ons heen in de grote democratieën zien we een schrijnend gebrek aan leiderschap: in de VS en in de belangrijkste landen van Europa, Duitsland en Frankrijk. Er is geen politicus met een door zijn meeste medebewoners erkend gezag. De instituties, het politieke systeem, en daarmee de democratie zelf staan onder druk. En dan gaan de populisten op strooptocht.

Bij ons in de polder met zijn coalitiekabinetten valt het meestal nog mee. Als Wilders het te gek maakt, loopt PVV I op de klippen en dat moment is de afgelopen dagen ras dichterbij gekomen. Ik zie niet hoe de schipbreuk voorkomen kan worden. De machtigste politicus in de polder is een door zijn demonen gedrevene. Hij is een eenmansdestructiebedrijf, zoals ook Dick Schoof heeft moeten ondervinden. Wilders is karakterologisch ten enenmale ongeschikt voor een constructieve rol. Dat wisten we of konden we weten: Milders bestaat niet.