Mark Rutte gaf zichzelf een 6,5 toen het Jeugdjournaal hem vroeg zijn 14 jaar in het Torentje te beoordelen. Dat was een realistisch cijfer. Het getuigde van het besef dat er tijdens zijn premierschap het een&ander,  – toeslagenschandaal, Groninger gasdrama -,  was misgegaan, maar dat het al met al nog voldoende was. Zelf denk ik dat je niet meer dan een krappe voldoende mag verwachten, hakken over de sloot, afhankelijk van hoe lang iemand geregeerd heeft. Wie lang in de ambtswoning heeft gezeten, had meer tijd om fouten te maken en te blunderen.

Zoveel zelfinzicht als bij Rutte kom je in de politiek niet vaak tegen. Bij Angela Merkel waarschijnlijk, maar verder zou ik niet zo gauw iemand kunnen bedenken. Dat te flatteuze zelfbeeld van veel regeringsleiders hangt samen met het onmisbaarheidscomplex waaraan ze vaak gaan lijden. Zonder hen zou het land naar de knoppen gaan. Denken ze. Daarin worden ze vaak gesterkt door hun directe omgeving, familie, echtgenoot, en de adviseurs die hen al jaren omringen. Als ze al ooit aanwezig was, gaat de zelfreflectie op den duur slijtageverschijnselen vertonen. Soms loopt het helemaal uit de hand en gaat iemand in zijn onfeilbaarheid geloven. De Britse premier Margaret Thatcher was zo iemand.

Dit ontkennen van de werkelijkheid hebben we de afgelopen weken bij twee regeringsleiders kunnen zien. In de VS bakte Joe Biden er vorige week tijdens het eerste verkiezingsdebat met Donald Trump niets van. Voor de hele wereld was zichtbaar wat iedereen allang wist of kon weten. De president is te oud, te zwak en mentaal niet alert genoeg meer voor een tweede termijn in het Witte Huis. Hij pleegde voor de camera’s van CNN politieke zelfmoord.

Alleen, zo zag Biden het zelf niet. De Democraten zijn in paniek en vrezen een afstraffing bij de verkiezingen in november. Maar Biden hield het op een ‘slechte dag’, daarin aangemoedigd door zijn vrouw Jill die graag first lady schijn te wezen. Hij weigert op te stappen, omdat in zijn hoofd het idee rondspookt dat hij de enige is die Trump kan verslaan. Dat niemand anders dan hij de democratie uit de klauwen kan houden van de would be autocraat.

Vervolgens zie je iets interessants gebeuren. Zijn omgeving gaat zich vastklampen aan elke strohalm die ze kunnen vinden. Het debat zou geen invloed hebben op het kiezersgedrag, omdat het ’toch al vast ligt’. (Alsof de zwevende kiezers in de swing states waar de verkiezingen worden beslist, niet geschrokken zijn). Ook de donoren zouden onverminderd enthousiast hun portemonnee blijven trekken. Daags na het debat zou er 27 miljoen dollar zijn binnen gehaald. Verder vindt men vicepresident Kamala Harris nog een groter risico dan Biden en wordt het moeilijk, zo niet onmogelijk, om op tijd een betere kandidaat te vinden. U moet dus niet raar opkijken wanneer Biden in november toch op het stembiljet staat.

(Misschien krijgen ze Harris zo ver, dat ze ‘vrijwillig’ terugtreedt, zodat een betere kandidaat, waarschijnlijk kandidate om de vrede in de partij te bewaren, klaar staat, als Biden letterlijk of figuurlijk de geest geeft.)

En zo steken ze de kop in het zand en praten ze zichzelf moed in. Dat de zelfbenoemde redder van de democratie de weg vrij maakt voor een potentiële dictator of het land in chaos stort, nemen ze op de koop toe.

In Frankrijk volstrekt zich een soortgelijke drama. President Emmanuel Macron dacht/denkt het land te redden van de populisten van Marine Le Pen door geheel onnodig parlementsverkiezingen uit te schrijven. Hij had net een pak slaag gekregen bij de Europese verkiezingen en hoopte zo het tij te keren. De Fransen werden voor de keus gesteld. Het was hem of de populistische zondvloed. En surprise, surprise, Le Pen won dik. Macrons partij moest zelfs de tweede plaats laten aan een gelegenheidsverbond van links en extreemlinks. Aanstaande zondag mogen de Fransen bij de tweede ronde kiezen tussen de pest en de cholera. Waarschijnlijk breekt een periode van aanhoudende instabiliteit aan. Macron waarschuwde zelfs voor een burgeroorlog. Dat is hoogstwaarschijnlijk een typisch Macronse overdrijving, maar het ziet er weinig hoopgevend uit.

En omdat Frankrijk na Duitsland het belangrijkste land is in de EU, is dat ook voor ons een verontrustend vooruitzicht.

Bij alle verschillen hebben Biden en Macron gemeen dat het politieke systeem hen teveel macht geeft en dat vergroot uiteraard het risico op blunders. Zeker, er is op papier genoeg tegenwicht, – oppositiepartijen, onafhankelijke rechters en pers -, maar als het tegenzit, als er krachten opstaan die het niet zou nauw nemen met die ‘checks and balances’ en de democratische cultuur, is dat geen garantie. Als leiders dan aan zelfoverschatting en zelfbedrog lijden en hun omgeving grijpt niet in, hebben we de poppen aan het dansen.

Er valt veel in te brengen tegen een coalitieregering van meerdere partijen. De formatie duurt lang, de compromissen belemmeren daadkracht, de regeringsleiders zijn vaak zwak en slecht opgewassen tegen crises, er is soms veel gekrakeel en onmin. Maar het heeft wel het voordeel dat het risico op ontsporing beperkt is. De regeringsleider zal misschien de sterke man willen uithangen, maar snel op zijn grenzen stuiten. Het wordt nooit groots en meeslepend en meestal blijft het bij het op de winkel passen. Dat is ook de reden waarom ik denk dat PVV I bij alle bezwaren niet teveel schade aan zal richten.

De polder heeft een zesjescultuur en de betere leiders zullen hooguit een 6,5 halen.