Bijna 25 jaar geleden had ik een afspraak in het Weense kantoor van de FPÖ, de populistische Oostenrijkse Vrijheidspartij. Naast mij zat een man van in de 60 die vertelde dat hij lid ging worden. Hij was zijn hele leven socialist geweest, maar nu stapte hij over naar de ‘Freiheitlichen’. Waarom? Het plafond van zijn huiskamer was naar beneden gekomen. Huh? Hij legde het me uit.

Het huis was van de socialistische woningbouwvereniging. Er was achterstallig onderhoud. Hij had de huisbaas daar al een paar keer op aangesproken. Er gebeurde niks. Het plafond kwam naar beneden. Weer naar de huisbaas. Hij kwam op een wachtlijst. ‘Elk moment kon de boel instorten, maar ik moest een paar weken geduld hebben’. Een vriend raadde hem aan naar de FPÖ te gaan. Daar hielpen ze meteen. ‘En verdomd, de volgden dag gingen de bouwvakkers aan de slag’. Daags daarop zei hij zijn lidmaatschap van de sociaaldemocratische SPÖ op.

Aan anekdotes mag je niet teveel ontlenen, maar ik ging met dit verhaal de boer op. Bij andere partijen, collega’s, sociale wetenschappers en andere kenners van de Oostenrijkse politiek. Niemand keek verbaasd op. Een aardige jongen van de SPÖ erkende ‘dat we onze kiezers misschien te veel hebben verwaarloosd’. Een bekende politicoloog waarschuwde dat de doorbraak van de FPÖ als factor van betekenis stond te gebeuren. De gevestigde partijen, naast de SPÖ vooral de conservatieve ÖVP hadden te lang aangenomen dat hun aanhang toch wel op ze zou stemmen en waren ‘lui geworden’.

De doorbraak kwam in 2000 en was vooral te danken aan FPÖ-leider Jörg Haider. Haider had wat andere leiders niet hadden: charisma, een antenne voor de onderbuik en de geëigende toon. Hij liep al jaren mee, maar werd altijd onderschat. De FPÖ-leider was een ‘mooie jongen’, gebronsd alsof hij dagelijks op de zonnebank lag. ‘Een skileraar’, hoonde men, en die hoefde je niet serieus te nemen.

De FPÖ werd na de ÖVP de tweede partij en kwam in de regering. Niet alleen in Oostenrijk brak de heilige verontwaardiging uit,  maar ook in de EU. Er klonken oproepen om de nieuwe regering te boycotten, want in Wenen regeerden nu de ‘fascisten’. Ik herinner me dat koningin Beatrix eigenlijk niet in Oostenrijk mocht gaan skiën. Alsof de sneeuw in Lech nu ook besmet was. Ik geloof dat de vorstin toch is gegaan.

Die regering werd geen succes, zoals vaker als populisten tot de ontdekking kwamen dat je met slogans en ophitsen alleen geen land kan besturen. Maar de FPÖ is sindsdien als machtsfactor niet meer weg te denken en bepaalt net als Geert Wilders met zijn PVV grotendeels de politieke agenda. Bovenaan stond: eigen volk eerst. En het sloeg zo aan dat de SPÖ en ÖVP hun programma’s wel moesten aanpassen.

Net als de populistische partijen in andere landen was de FPÖ bovengemiddeld aantrekkelijk voor gelukszoekers en querulanten, al kan ik me anders dan bij de PVV geen brievenbuspissers voor de geest halen. FPÖ-ers waren vaker dan andere politici betrokken bij schandalen en net als bij de collega-populisten bij ons, in Italië, Hongarije, Duitsland gleden die schandalen uiteindelijk van ze af. Soms dacht je, dit overleven ze niet, maar dan kwam er een nieuwe leider en die mocht van de kiezers weer met een schone lei beginnen.

De huidige leider heet Herbert Kickl. Kickl (55) was jarenlang het brein op de achtergrond. Hij was de ideoloog die bij verkiezingen de campagnethema’s bedacht en als de ‘macht achter de troon’ gold. Hij wekte de indruk dat hij niet zo nodig moest, ofschoon hij wel een paar jaar minister was. (Een schandaal waar hij niet zelf bij betrokken was, kostte hem de kop.) Kickl bereikte uiteindelijk drie jaar geleden de top van de bij populisten vaak extra gladde paal van de macht, nadat zijn voorgangers of zichzelf buitenspel hadden gezet of de machtsstrijd met Kickl hadden verloren. Bij de verkiezingen van aanstaande zondag is hij de FPÖ-lijsttrekker.

Kickl is een scherpslijper. Hij is Islamafoob, anti-asiel, tegen steun aan Oekraïne, heeft ‘begrip’ voor Poetin, is klimaatontkenner en anti-woke, kortom, het populistische standaardrepertoire.  Hij is een groot fan van Viktor Orban, de Hongaarse minister-president die populistische leiders van Trump tot Wilders ‘inspireert’.

De Kickl-partij dreigt de verkiezingen van zondag te winnen. De FPÖ ligt volgens de laatste peilingen nek aan nek met de ÖVP, 26 tegen 25 procent, terwijl de SPÖ op enige afstand volgt met 21 procent. De ÖVP en SPÖ hebben verklaard niet met Kickl te willen regeren, maar hoe sterk dit cordon sanitaire is, staat te bezien. Uit de ÖVP komen geluiden dat de FPÖ wel zou kunnen als Kickl maar buiten de deur blijft. Zoals Wilders bij ons van de VVD en vooral NSC geen premier mocht worden.

In Wenen is dit eerder gebeurd. De toenmalige leider, Jörg Haider, zag af van een ministerspost om regeringsdeelname mogelijk te maken en Kickl heeft dat later als een enorme bunder bestempeld. Nu moet je een politicus niet vastpinnen op wat hij vlak voor verkiezingen zegt, maar Kickl zou het menen. Enfin, de Oostenrijkers zullen het wel zien.

Ook voor de andere EU-landen zijn de verkiezingen van belang. Zelfs als de FPÖ niet gaat regeren, zal ze de speelruimte van de regering beperken. Niet alleen in Wenen maar ook in Brussel. Maar nog belangrijker: na het succes deze maand van de extreem-rechtse AfD bij de Oost-Duitse deelstaatverkiezingen, rukken de populisten verder op.