Wie zegt dat de problemen in het Midden-Oosten onoplosbaar zijn, en zeker op de korte termijn, wordt op zijn best meewarig aangekeken en vaak voor een cynicus gehouden. Maar wie de ogen niet sluit voor wat zich in die regio al meer dan 100 jaar afspeelt, zal moeilijk tot een andere conclusie kunnen komen.

Er zijn twee grote conflicthaarden die bij ongunstige wind samenkomen. Zoals de brand in een gebouw overslaat naar een aanpalend pand.

Al voor de stichting van Israel in 1948 botsen in wat voorheen Palestina heette twee nationalistische ideologieën op elkaar. Israeli’s en Palestijnen willen een eigen staat in een gebied dat daar eigenlijk te klein voor is. In zo’n situatie zijn twee ‘oplossingen’ mogelijk. De eerste is om allerlei redenen te verkiezen: beide naties leven vreedzaam samen in een staat. Dat kan een eenheidsstaat zijn of een federale of confederale staat met vergaande bevoegdheden voor de respectieve deelstaten. Eventueel zou dit met beider instemming  kunnen leiden tot twee onafhankelijke staten. Dat is niet gebruikelijk maar wel mogelijk, zoals Tsjechië en Slowakije 30 jaar geleden hebben laten zien.

Helaas maakt het nationalisme deze oplossing in dit geval onmogelijk. Nationalisme verdeelt mensen in twee groepen: wij en zij. En bij virulent nationalisme veranderen ‘zij’ meteen in ‘onze vijanden’. Als in beide kampen het virulente nationalisme de overhand heeft, zijn de voor de twee staten- oplossing vereiste concessies uit den boze. Het is alles of niets. En van de twee-staten-formule blijft weinig meer over dan een mantra waar niemand echt in gelooft.

De fanatici, in het Israelische kamp de messianistische dromers van een Groot- Israel en bij de Palestijnen de dromers van een ‘Vrij Palestina, van de Jordaan tot de Middellandse Zee’, ontkennen het bestaansrecht van de ander. De uiterste consequentie van wat zij willen, de tweede oplossing, voor zover dit die kwalificatie verdient, is een etnische zuivering. Geen Palestijnen meer in dat Groot-Israel en geen Joden meer in dat Vrije Palestina. Het is geen uitgemaakte zaak dat dit, met de bloedbaden van dien, staat te gebeuren, maar het is sinds de pogrom van 7 oktober vorig jaar een stap dichterbij gekomen. De Israelische kolonisten op de bezette westelijke Jordaanoever zijn daar trouwens met kennelijke instemming van de regering in Jeruzalem al mee begonnen.

Virulent nationalisme wordt nog explosiever als het een religieuze lading krijgt. In dat geval verdwijnt elke compromisbereidheid achter de horizon. Hamas en ook Hezbollah zijn jihadistische bewegingen die niet alleen voor hun nationalistische doelen vechten, maar de bevolking ook hun levenswijze, een islamistische staat, willen opleggen. De Israelische ultranationalistische en ultrareligieuze zeloten zouden dat, mutatis mutandis natuurlijk, ook graag willen, maar zien nog steeds de meerderheid van de Israeli’s tegenover zich.

Nu wordt het gecompliceerd, maar ik zal mijn best doen om het enigszins overzichtelijk te houden.

Tijdens de revolutie van 1979 grepen in Iran de ayatollah’s de macht. En met hen mengden eeuwenoude aspiraties, de  regionale hegemonie, zich met een jihadistische ideologie. Iran wil de onbetwiste grootmacht in het Midden-Oosten zijn. Vanuit Teheran gezien zijn er drie rivalen die dat kunnen verhinderen: de VS met bondgenoot Israel en Saoedi-Arabië, eveneens geallieerd met de VS.

De ayatollahs begrepen dat ze alleen niet opgewassen waren tegen een supermacht, de VS, en twee regionale grootmachten. Ze hadden bondgenoten nodig en die vonden ze in Hezbollah, Hamas, de Houthi’s in Jemen en sjiitische milities in Irak en Syrië. Teheran is de grote regisseur en financier van deze ‘as van verzet’ waarmee ze de regio onder druk houden.  En voor alle zekerheid begonnen ze met de ontwikkeling van een atoombom, het ultieme afschrikkingswapen.

Met de pogrom van Hamas van een jaar geleden kwamen beide lang smeulende conflicten samen tot ontbranding. Of Hamas op eigen houtje handelde en de ayatollahs voor het blok wilde zetten en/of verdere toenadering tussen Israel en Saoedi-Arabië wilde voorkomen, weten we niet. Maar dit weten we wel: voor Teheran is de decimering van zowel Hamas als Hezbollah een zware slag. Omwille van hun geloofwaardigheid moesten de ayatollahs terugslaan wat ze vorige week met de raketaanval op Israel ook deden. Maar verdere escalatie willen ze niet en een verwoestende oorlog al helemaal niet. Het zou het einde van hun regime kunnen worden.

Intussen ruikt de Israelische premier Benjamin Netanyahu zijn kans om de kaart van het Midden-Oosten politiek nieuw in te kleuren. Hij schijnt geobsedeerd zijn door Iran en zou na Hamas en Hezbollah ook de ayatollahs willen uitschakelen. Of dat mogelijk is, zal zelfs de profeet niet weten. Netanyahu heeft gezworen de Iraanse raketaanval van vorige week te vergelden. Maar hoever wil, kan hij gaan? Een aanval op Iraans nucleaire installaties schijnt Israel alleen niet te kunnen. En een aanval op de olie-industrie wil de Amerikaanse president Joe Biden niet. Vlak voor de presidentsverkiezingen van volgende maand liever geen hoge prijzen aan de pomp.

In theorie zijn de Amerikanen de enigen die voor een oplossing kunnen zorgen. Maar Biden kan of wil Netanyahu niet tot de orde roepen (zie mijn stukje van 2 oktober). En hun invloed in Teheran is verwaarloosbaar. Europa staat zoals meestal machteloos aan de zijlijn en van de ‘internationale gemeenschap’, de VN, komen zoals gebruikelijk de krachteloze oproepen en rituele veroordelingen van het Israelische optreden.

Deze oorlog zal ooit voorbij zijn. Alleen moeten we dat vooral niet verwarren met vrede. Het wordt hooguit een wapenstilstand zodat de partijen zich kunnen voorbereiden op de volgende ronde.