De ontzuiling was de politieke revolutie in de polder. Misschien is revolutie een te groot woord. Er stroomde geen bloed op het Binnenhof en je hoorde niet het zoeven en suizen van de guillotine. De gevolgen waren ook niet direct zichtbaar. Niettemin, de ontzuiling betekende niets meer en minder dan het einde van een maatschappelijke orde.
Het land was tientallen jaren georganiseerd, politiek, maatschappelijk en cultureel, langs religieuze en levensbeschouwelijke scheidslijnen. Je had een katholieke, protestante, sociaaldemocratische en liberale zuil. Die zuilen hadden een eigen partij, belangenvertegenwoordiging, omroep, cultuurinstellingen en sportclubs. Ze zorgden voor verbinding, al heette dat toen vermoedelijk niet zo, en ‘identiteit’, dat zeker niet zo heette.
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw brak er overal in de westelijke wereld een culturele revolutie uit. Er is wel eens de vergelijking gemaakt met een hoge drukpan waarvan opeens de deksel in de lucht vloog. Er kwamen allerlei onverwachte krachten vrij die de bestaande orde opbliezen. Bij ons in de polder verliep het anders dan in de VS, Duitsland, Frankrijk en Italië nogal gemoedelijk en kwam de ‘omkering aller waarden’ voornamelijk neer op een vrijere seksuele moraal. Maar op andere terreinen was het eveneens bal. Ook, met name, in de politiek.
Kijkend in de achteruitkijkspiegel kan je zeggen dat verval en ondergang van twee ooit machtige volkspartijen begonnen is met het instorten van de zuilen. De sociaaldemocraten, de PvdA, en confessionelen, het CDA, raakten hun natuurlijke achterban kwijt en bleken niet in staat zich opnieuw uit te vinden. Dat gebeurde niet van de ene dag op de andere. Ze bleven lang bestuurs- en baantjesmachines en van tijd tot tijd behaalden ze ook electorale successen. Maar het was een langgerekte zwanenzang.
Bij de PvdA staan ze nu voor een fusie met GroenLinks, een bubbelpartij die bij de laatst overgebleven PvdA-ers van de oude stempel, koude rillingen veroorzaakt. Hun partij en met haar de sociaaldemocratische traditie verdwijnt in de GroenLinkse wolk. De meeste beseffen dat er niets anders op zit, maar van harte gaat het niet. De fusie krijgt hooguit het voordeel van de twijfel in de hoop dat Frans Timmermans de luchtfietsers in het gareel houdt.
Vrijwel hetzelfde verhaal kun je houden over het CDA. De christendemocraten zijn eveneens het slachtoffer van wat economen de ‘creatieve destructie’ noemen, het onvermogen om zich uit een existentiële crisis te innoveren. De basis is vertrokken, het product trekt geen nieuwe kiezers aan en de figuur die het zou moeten doen, de aansprekende leider, is in geen velden of wegen te bekennen. Er wordt van alle kanten geprobeerd de partij nieuw leven in te blazen, maar je kan overal de weee lucht van ontbinding opsnuiven. Arme Henri Bontenbal, de net aangewezen lijsttrekker, hij zou wel eens de uitvaart moeten regelen.
Zou het CDA de nooduitgang kunnen nemen waar de PvdA ten einde raad voor heeft gekozen? Zouden de christendemocraten ook niet moeten fuseren? Ze hebben tenslotte ervaring met fuseren. Door het samengaan van de katholieke KVP, de calvinistische ARP en hervormde CHU, hoopte men te voorkomen dat de secularisering zou uitlopen op het einde van de confessionele politiek. Bij nader inzien lukte dat opmerkelijk lang doordat men in Ruud Lubbers een ongekend talent in huis had. Lubbers was 12 jaar minister-president (van 1982 – ’94) en werd qua regeringsduur pas gepasseerd door het andere supertalent, Mark Rutte.
Mocht het CDA het vege lijf niet meer het redden waard vinden, met wie moet het dan fuseren? De programmatische overlappingen zijn het grootst met de VVD. Gematigd rechts, law and order, geen ‘overhaast’ klimaatbeleid, ‘streng maar rechtvaardig’ asielbeleid, enfin, het lijstje laat zich naar believen uitbreiden. Niet alle CDA-ers zullen zich daarin herkennen. Zij verkiezen nog altijd het evangelie als richtsnoer voor politiek handelen maar veel zullen het niet zijn. En ook daar heeft de Heer in voorzien. Zij kunnen de gelederen van de ChristenUnie versterken, met de SGP de laatste franchisehouder van god’s woord in de polder.
Alleen, het is de vraag of de VVD is te porren voor een fusie. De liberalen kunnen net als GroenLinks bij de PvdA ervan uitgaan dat zij als sterkste partner de boedel overnemen. Maar waarom zou je je al die moeite van een fusie op de hals halen? Onderhandelingen, gesteggel over programma en kandidatenlijsten, rekening houden met gevoeligheden en ambities? Dat gaat allemaal jaren duren en levert ondanks alle goede wil toch veel gezeur en gezeik op. Ik heb trouwens niet de indruk dat iemand zich bij de VVD zelfs maar in de marge bezighoudt met de mogelijkheid, laat staan wenselijkheid van een fusie.
Inderdaad, de liberalen kunnen het natuurlijk verloop zijn gang laten gaan. Rechtse CDA-kiezers zelf de overstap laten maken en de deur openen voor eventueel talent. De christendemocraten hebben hier en daar nog steunpunten op het platteland, waar men de BoerBurgerBeweging (BBB) te populistisch vindt, en die zouden een welkome aanvulling kunnen zijn. Als de VVD zich weer helder weet te positioneren als rechts-liberale volkspartij, en dat moet ze om niet af te zakken richting middelgroot, moet ze die oogst binnen kunnen halen.
De PvdA als meerijder op de GroenLinkse bagagedrager en het CDA als overstapstation naar de VVD. Elke revolutie heeft onvoorziene gevolgen en bij de ontzuiling is dat de ondergang van de PvdA en het CDA.
Geef een reactie