Elke toppoliticus wil graag de geschiedenisboeken in. Uiteraard zo positief mogelijk, als staatsman met een glanzende staat van dienst. Dat is slechts weinigen gegeven. Niet iedereen is een Adenauer, Churchill of een De Gaulle en zelfs hun reputaties zijn onderhevig aan slijtage. De meesten zullen het moeten doen met een voetnoot of hooguit een paar alinea’s. Dan denk ik bijna automatisch aan Jan Peter Balkenende die acht jaar minister-president was, van 2002 tot 2010. Misschien doe ik hem onrecht, maar ik kan me geen gedenkwaardige prestaties voor de geest halen.

Je kan de geschiedenisboeken ook halen als een daverende mislukking. Daarbij gaan mijn gedachten al gauw uit naar Boris Johnson die het VK liegend en bedriegend de Brexit in rommelde. Maar ik vermoed dat Johnson die eer zal moeten delen met Emmanuel Macron.

En dat terwijl de verwachtingen bij het begin, zeven jaar geleden, zo hooggespannen waren. Eindelijk een president die Frankrijk uit de jarenlange stagnatie ging halen. Die Europa nieuw elan zou geven. Die een hoofdrol op het wereldtoneel zou gaan spelen. Die.. nou ja wat zou hij eigenlijk niet doen. Hij was per slot van rekening ‘Jupiter’  en net als de Romeinse oppergod was hij ver verheven boven ons, gewone stervelingen.

Als je hoog stijgt, ook al ben je god voornamelijk in je eigen gedachten, kan je diep en hard vallen. En dat is Emmanuel Macron overkomen. Zelden is een politicus met zoveel aspiraties en pretenties zo jammerlijk mislukt.

De Britse oud-premier Tony Blair begon eveneens met grootse plannen maar kreeg al gauw door dat hij die moest bijstellen. Steeds weer gebeurden er dingen, onvoorziene ontwikkelingen, die de boel in de war schopten. Blair besefte dat dit de essentie van de politiek is. Je begint voortvarend en voor je het weet ben je aan het voortmodderen en hoop je er maar het beste van. Angela Merkel kwam daar iets sneller achter. Voor de voormalige bondskanselier was politiek niet het verwezenlijken van grootse visies, maar ‘op zicht rijden’, goed op de weg letten en hopelijk geen ongelukken maken.

Deze inzichten waren aan Macron niet besteed. Natuurlijk moest hij van tijd tot tijd concessies doen en rekening houden met de ‘weerbarstige’ werkelijkheid. Frankrijk is op zijn best moeilijk regeerbaar. Of zoals zijn grootste voorganger, De Gaulle, ooit zei: probeer maar eens een land te regeren dat 240 soorten kaas heeft. Maar deze presidentiële wijsheid heeft Macron nooit in haar volle betekenis tot zich laten doordringen. Zeker, hij heeft hervormingen doorgevoerd, bij de pensioenen, en het bedrijfsleven meer ruimte gegeven, maar het waren verwaterde versies van wat hij van plan was.

Een andere politicus zou dit als winst hebben geboekt en, als hij niet al te zeer leed aan hoogmoed, op grotere bescheidenheid zijn overgeschakeld. Maar Macron ging op de oude voet voort en verlegde zijn werkterrein. De EU moest eveneens op de schop. Daar had hij natuurlijk gelijk in, en niet al zijn ideeën waren slecht, zeker niet, maar dan moet je wel meerderheden weten te organiseren. Te vaak riep hij ergernis op bij de collega’s, met uitzondering misschien van Mark Rutte, maar die kan met iedereen door zelfs het kleinste muizengaatje. Bij de eigen bevolking had Macron het sowieso al snel verbruid. Hij was te arrogant, stond te ver van ze af en nam onvoldoende notitie van hun zorgen.

Als politiek leider moet je kunnen tellen. En niet alleen je knopen. Dat is een basisbeginsel. Als je zonder directe noodzaak verkiezingen uitschrijft, moet je er vanuit gaan dat je wint. Afgelopen zomer schreef Macron parlementsverkiezingen uit. Het was niet nodig. Zijn adviseurs raadden het hem af, het kon helemaal fout gaan, maar Macron dreef zijn zin door. Na de voor zijn partij beroerd afgelopen Euro-verkiezingen wilde hij ‘duidelijkheid’. Die kreeg hij, in de vorm van een genadeloze afstraffing.

Het politieke midden verloor fors en de flanken, populistisch links en populistisch rechts, waren de grote winnaars. Macron kon geen meerderheidscoalitie van middenpartijen smeden en stuurde zijn premier, Michel Barnier, eigenlijk op pad met de boodschap dat hij het maar uit moest zoeken. Barnier werd afhankelijk van de gedoogsteun van Marine Le Pen, de leider van de rechts-radicale RN, de Nationale Alliantie. Dat had zijn prijs en wat Barnier haar bood om zijn begroting voor het komend jaar te redden, was te weinig. Le Pen was niet echt geïnteresseerd in een deal. Zij wil Macron weg hebben en elke nederlaag van de president is een stap in die richting.

Het begrotingstekort staat op zes procent van het bruto binnenlands product (bbp), twee keer zoveel als Brussel toestaat, en de staatsschuld is met 112 procent bijna twee keer zo hoog als de maximaal 60 procent die van Brussel mag. De financiële markten brachten hun zorgen in rekening. Frankrijk moest even zelfs meer rente voor staatsleningen betalen als Griekenland, ooit het Europese zorgenkind.

Frankrijk  heeft nu een politieke én een economische crisis. Met dank aan Macron. En omdat het belangrijkste EU-land ook in een crisis zit, eveneens economisch en politiek, zal Brussel het voorlopig moeten doen zonder positieve inbreng uit Berlijn en Parijs. Alsof Europa nog niet genoeg kopzorg heeft met de oorlog in Oekraïne en de comeback van Donald Trump.

Trump is zaterdag een van de eregasten bij de inwijding van de gerestaureerde Notre Dame die vijf jaar geleden door brand werd verwoest. Het is vermoedelijk de laatste keer dat de Franse president kan gloriëren.