Toen ik correspondent was in Japan, had ik ook Zuid-Korea in het pakket. Een paar keer per jaar ging ik naar Seoul om polshoogte te nemen en sprak met economen, politici en politicologen. Ik heb ook een keer hond gegeten omdat ik vond dat je ook nationale eigenaardigheden moet onderzoeken. (Het smaakte naar kalfsvlees. Op dat stukje kreeg ik meer reacties dan op de o zo doorwrochte analyses en levendige reportages. Als er destijds, begin van de eeuw, sociale media hadden bestaan, was ik ongetwijfeld gecanceld).

De nadruk van mijn activiteiten lag op de economische en geopolitieke  ontwikkelingen. Zuid-Korea was toen, begin jaren ‘nul’, bezig de stap van opkomende naar ontwikkelde economie te maken. Het land was met Taiwan en Singapore een van de Aziatische tijgers en had net een zware financiële crisis overwonnen. Omdat Oost-Azië steeds belangrijker zou worden, economisch en geopolitiek, moest het herstel van Zuid-Korea in kaart worden gebracht.

Het andere, eigenlijk belangrijkste thema was de relatie met Noord-Korea. Sinds de Koreaanse burgeroorlog (1950-’53) leven beide Korea’s formeel nog steeds in staat van oorlog en de spanningen lopen regelmatig hoog op. Het is een van de geopolitieke breuklijnen waar volgens sommige deskundigen een mogelijke wereldoorlog kan uitbreken. Omdat het Zuiden een belangrijke bondgenoot is van de VS en het Noorden een vazalstaat van China, bestaat het gevaar dat een eventueel conflict uit de hand loopt.

Noord-Korea is het laatste stalinistische bastion, straatarm en had net een verschrikkelijke hongersnood achter de rug met naar schatting 2 à  3 miljoen doden, op een bevolking van 22 miljoen. Het verschil tussen democratie en dictatuur werd geïllustreerd door een satellietfoto van Noord en Zuid bij nacht. Terwijl in het Zuiden de lichten brandden, was het Noorden gedompeld in diepe duisternis. Het Noorden was economisch een ramp, maar zwaar bewapend. Of Pyongyang toen al kenwapens had, was onduidelijk, maar het regime was ze zeker aan het ontwikkelen. Inmiddels heeft het een indrukwekkend arsenaal plus raketten waar dictator Kim Jong-un (40) om de haverklap mee dreigt.

Het Zuiden heeft geen kernwapens en schuilt evenals de NAVO en Japan onder de Amerikaanse atoomparaplu. Het heeft een groot en goedgetraind leger en een machtige militaire industrie. Dat samen is de afschrikking tegen eventuele Noord-Koreaanse avonturen.

En, zo verzekerden de gesprekspartners me, Zuid-Korea had behalve een florerende economie, een enorm voordeel: het was een democratie met alles erop en eraan. De grondrechten, de scheiding der machten tussen parlement, regering en rechtspraak. De bevolking was bereid dit desnoods tot de laatste snik te verdedigen. Het Zuiden was nog niet zo gek lang een democratie, het was tientallen jaren een militaire dictatuur geweest, zodat de herinneringen aan de excessen nog vers waren. En dit wilde men niet nog eens meemaken.

De prille democratie was niet vrij van schandalen. Er was altijd wel een minister of parlementariër die met zijn vingers in de koektrommel had gezeten of anders waren het wel hun familieleden. Op het presidentschap scheen een vloek te rusten. Van de zeven presidenten die sinds 1987 waren gekozen voor de  termijn van vijf jaar, moesten drie de gevangenis in wegens corruptie en pleegde een vierde zelfmoord. Maar de democratie overleefde die schandalen, wat iedereen er van overtuigde dat ze ondanks alles veerkrachtig en springlevend is.

En het lijkt erop dat de democratie ook de couppoging van president Yoon Suk- yeol zal overleven. De president riep dinsdag de noodtoestand uit, waarbij hij het parlement buiten werking stelde en de grondrechten opschortte. Het was de eerste keer dat dit gebeurde sinds het begin van de democratie in 1987. De president wilde met zijn staatsgreep tegenstanders uitschakelen die ‘handlangers van Noord-Korea’ zouden zijn en zijn vrouw beschermen tegen beschuldigingen van corruptie.

De coup was volgens waarnemers net zo amateuristisch als zijn presidentschap. Yoon is een voormalige openbare aanklager die twee jaar geleden de verkiezingen won met 0,73 procent voor zijn progressieve rivaal. Met zijn ongelikte regeringsstijl en slecht doordachte en omstreden plannen bleek hij al snel de verkeerde man op de verkeerde plaats. In de peilingen nam zijn populariteit een duikvlucht en zijn eigen conservatieve partij trok haar handen van hem af. De couppoging was de noodgreep van een vertwijfeld man en binnen een paar uur moest hij bakzeil halen.

Yoon staat nu voor de keus: aftreden of afgezet worden. Want dat zijn positie onhoudbaar is zal zelfs hem wel duidelijk zijn. In elk geval wordt dit het zoveelste roemloze einde van een Zuid-Koreaanse president.

De democratie mag dan gewonnen hebben, zonder kleerscheuren is ze er niet vanaf gekomen. De couppoging zal dooretteren in een verdeelde en gepolariseerde samenleving waar het vertrouwen in de politiek op een dieptepunt verkeert. En het zal zeker zijn repercussies hebben voor de geopolitieke situatie in de regio. De buurman in het noorden is agressiever dan ooit. China streeft onverminderd naar de hegemonie en lijkt zich op te maken voor het herinlijven van Taiwan. De VS heeft weliswaar ‘de draai naar het Oosten’ gemaakt om China het hoofd te bieden, maar niemand weet wat Donald Trump gaat doen. De regering in Seoul moet er rekening mee houden dat ze fors meer zal moeten betalen  voor de Amerikaanse troepen in het land. En niemand is zijn bizarre vrijage met Kim Jong-un tijdens zijn eerste periode in het Witte Huis vergeten.

Het is verleidelijk om de coup van Yoon af te doen als een farce. Maar de gevolgen zijn daarvoor te ernstig. Helaas.