Tijdens het VVD-congres van afgelopen weekend zei ex-premier Mark Rutte, die op deze bijeenkomst tot erelid werd benoemd, dat het ‘eigenlijk niet zo heel veel uitmaakt in welke coalitie je zit’.
Als dat waar was, zou niet zo vaak een kabinet vallen. Maar het is niet waar. Kabinetten vallen bij de bosjes. Deze eeuw heeft pas één kabinet zijn termijn weten te voltooien en daarbij kwam ook nog het nodige kunst- en vliegwerk te pas.
Coalities maken wel degelijk uit. Historisch gezien rendeert de VVD het beste in combinatie met het CDA. Over het algemeen haalden kabinetten waarbij de VVD en het CDA samen regeerden de eindstreep.
Niet allemaal; dat is waar. Lubbers II bijvoorbeeld moest al na drie jaar aftreden. Kabinetten waarbij naast het CDA nog een derde en zelfs vierde partij betrokken was, zoals de laatste twee (Rutte III en IV) zaten hun rit niet uit, want daarin deden ook D66 en de ChristenUnie mee. Hetzelfde geldt voor Balkenende I (LPF) of II (D66).
De huidige coalitie met de PVV heeft al bijzonder slechte papieren. Slechts één keer eerder kwam een regering met de partij van Geert Wilders en de VVD voor, ook nog in een gedoogconstructie. Ze hield het maar een dikke anderhalf jaar vol. Rutte heeft daarna bezworen dat hij nooit meer met de Wilders zou regeren. Dat heeft hij inderdaad niet meer gedaan, maar zijn opvolgster Dilan Yelligöz trapte opnieuw in de val. Ze houdt nu zelfs – tegen beter weten in waarschijnlijk – vol dat ze daarbij de juiste keuze heeft gemaakt.
Misschien zat er na de verkiezingsuitslag inderdaad niets anders op, toen de PVV een monsteroverwinning boekte en veel groter werd dan de liberalen. Maar dat is nog iets anders dan roepen dat we ‘samen door moeten’.
De VVD beschikt over een sterk verdeelde achterban. Of eigenlijk kun je niet eens meer van verdeeldheid spreken. Hooguit 22 procent van de leden denkt dat het nog goed zal aflopen met het kabinet, aldus RTL. De rest dus niet.
Het is dan ook een raadsel waarom de VVD-leiding (wie dat ook mag zijn) geen einde maakt aan deze lijdensweg, waarbij het kabinet van conflict naar conflict hobbelt. Waarschijnlijk kan het partijbestuur daarbij samenwerken met het NSC, waar de steun voor Schoof I (Wilders I beter gezegd) ook nogal te wensen overlaat.
De vraag is wel wat er daarna moet gebeuren. Een samenwerking met het CDA (al dan niet gecombineerd met het NSC) behoort peilingtechnisch gezien niet tot de mogelijkheden. In elk geval zou een kabinet van deze samenstelling op geen stukken na een meerderheid halen. Er zal dus een linkse partij bij moeten, vermoedelijk GroenLinks-PvdA. Veel succes is niet te verwachten, zeker niet op het gebied van het migratiebeleid. Maar in elk geval zou een dergelijke regering niet iets zijn waarvoor je je in het buitenland moet schamen.
Wie kan er premier zijn van dit kabinet? Volgens de huidige polls Frans Timmermans, als je ervan uitgaat dat de leider van de grootste partij ook promoveert tot de hoogste positie.
Maar misschien is dat niet verstandig. Het zou de liberale achterban mogelijk al te zeer verdrieten als Timmerfrans ook nog de ‘leiding’ krijgt.
Waarom dan niet Rutte, zoals ik hier al eerder heb geopperd? Die NAVO levert toch niks op, met Donald Trump in het Witte Huis, dus een terugkeer naar Den Haag is voor Mark allerminst onaantrekkelijk. Wel zal hij dan de neiging moeten onderdrukken te zeggen dat het niet uitmaakt in elke coalitie je zit. Het maakt wél uit.
Geef een reactie