Israel en de Libanese terreurorganisatie Hezbollah hebben de afgelopen dagen in de afgrond gekeken en besloten niet te springen. Het risico van een uitslaande brand in het Midden-Oosten lijkt daarmee afgewend. Voorlopig, want de situatie blijft licht ontvlambaar.

Zondagochtend vielen rond de 100 Israelische jachtbommenwerpers doelen in zuid-Libanon aan en vernietigden naar eigen zeggen 40 raketinstallaties. Het was een preventieve actie om een grootschalige aanval van Hezbollah op Israel te verijdelen. Desondanks slaagde de terreurorganisatie erin een kleine 300 raketten en drones af te vuren die de Israeli’s op een of twee na wisten neer te halen. Het doel van de Libanese aanval zou het hoofdkwartier van de Israelische inlichtingendienst zijn geweest. Volgens Israel werd het complex niet geraakt en zou alleen een kippenren zijn verwoest.

De aanval van Hezbollah was een vergelding voor de liquidatie van een hoge militaire bevelhebber eind vorige maand door Israel. Hezbollah-leider Hassan Nasrallah had wraak gezworen en de vrees bestond dat de altijd smeulende oorlog tussen Israel en Hezbollah zou oplaaien. Alsof dat nog niet genoeg was, gooide Israel olie op het vuur door de politieke leider van Hamas, Ismael Haniyeh, uitgerekend in Teheran te vermoorden. Een grote oorlog leek onvermijdbaar, omdat de ayatollahs deze vernedering niet over hun kant konden laten gaan.

De vraag was alleen hoe, waar en wanneer Iran zou toeslaan. Experts gingen ervan uit, dat Teheran de vergelding zou delegeren aan zijn partners in de ‘as van verzet’, waarin Hamas, Hezbollah, de Houthi’s in Jemen en sjiitische milities in Irak en Syrië onder regie van Iran ‘samenwerken’. Als de ayatollah’s zelf rechtstreeks tot actie zouden overgaan, riskeerden ze Amerikaanse inmenging en dat willen ze coute que coute vermijden. Volgens het meest waarschijnlijke scenario zou het tot de tanden bewapende Hezbollah de honneurs mogen waarnemen.

Aldus geschiedde.

Maar omdat beide zijden op dit moment geen verdere escalatie willen, gaat het zwaard, voorlopig althans, terug in de schede. ‘De mensen kunnen weer veilig slapen’, aldus, vrij vertaald, de Hezbollah-leider in een tv-toespraak. Voor zolang het duurt, natuurlijk.

Sommige experts denken dat deze ontwikkeling een positieve invloed kan hebben op de onderhandelingen over Gaza. Hamas zou nu weten, dat zijn bondgenoten niet bereid zijn tot het uiterste te gaan, en wel moeten inbinden. De onderhandelingen onder leiding van bemiddelaars uit de VS, Egypte en Qatar, zijn uiteraard vertrouwelijk. Niettemin druppelt er soms iets naar buiten.

Als we een doorgaans goed geïnformeerde analist van de Washington Post mogen geloven, zou er schot zitten in de onderhandelingen. De nieuwe Hamas-leider Yayeh Sinwar, ook het brein achter de pogrom van 7 oktober, zou onder druk staan van zijn eigen adjudanten, die aandringen op een compromis. Volgens hen is een staakt-het-vuren en de uitruil van Israëlische gijzelaars tegen Palestijnse gevangenen een acceptabele deal. De onderhandelingen zouden inmiddels zo ver gevorderd zijn, dat een akkoord niet langer een illusie lijkt. Maar als meestal bij onderhandelingen zit de duivel in de details. En nergens geldt dat sterker dan in het Midden-Oosten. Dus dat optimisme zou wel eens voorbarig kunnen blijken.

Hamas is door het aanhoudende en meedogenloze Israëlische offensief zwaar aangeslagen en zou een adempauze goed kunnen gebruiken. Bovendien zou de toch al niet overdreven grote populariteit van de beweging onder de geteisterde bevolking een dieptepunt hebben bereikt. Sinwar zou zijn schuilplaats in de ruïnes niet kunnen verlaten omdat hij voor zijn leven moet vrezen. Niet alleen omdat de Israeli’s het op hem hebben gemunt maar ook omdat de bevolking niet langer bereid is te lijden onder de catastrofe die hij en zijn beweging met de pogrom hebben ontketend. Onder deze omstandigheden is een wapenstilstand de enige realistische optie, maar Sinwar zou er (nog) niet aan willen.

En inderdaad, volgens de laatste berichten heeft Hamas laten weten geen heil te zien in verdere onderhandelingen. Sinwar heeft zich ten doel gesteld Israel te vernietigen en zelfs een gevechtspauze van zes weken is blijkbaar een onaanvaardbare concessie.

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu zal het bericht met enige opluchting hebben begroet. Netanyahu heeft zich op zijn beurt ten doel gesteld Hamas te vernietigen, hoewel zijn generaals hem hebben verteld dat Hamas weliswaar praktisch is uitgeschakeld maar niet vernietigd kan worden. Een ideologisch gedreven, onverzoenlijke verzetsbeweging zal bij een onderdrukte en vernederde bevolking altijd steun en aanhangers vinden. Netanyahu weet dit uiteraard, maar hij heeft een agenda waarin zijn eigen belang en niet dat van Israel voorop staat.

Het einde van de oorlog zou het politieke einde van Netanyahu betekenen. De kiezers houden hem aansprakelijk voor het veiligheidsdebacle dat de pogrom mogelijk maakte en beschuldigen hem ervan dat hij omwille van het eigen politieke overleven de gijzelaars aan hun lot overlaat. Dat is niet alles: hij zou ook wegens corruptie achter de tralies kunnen verdwijnen. Voor hem reden genoeg om de oorlog voort te zetten.

Wat voor Sinwar geldt, geldt in dezelfde mate voor Netanyahu. Als je geen vrede, of zelfs maar een tijdelijk bestand wil, vind je altijd een alibi. Netanyahu wil de grensstrook tussen Gaza en Egypte in elk geval deels bezet houden. Via deze Philadelphi-corridor werd Hamas voorzien van wapens en Netanyahu wil deze route voor goed blokkeren. Op zich niet onredelijk, maar het is tevens de zoveelste hindernis op de weg naar een akkoord.

Misschien, wie weet, nooit de hoop en de moed opgeven, komt er ooit een akkoord. Maar de komende tijd zullen alle partijen in de afgrond blijven staren.