Benjamin Netanyahu zag de afgelopen weken zijn positie langzaam maar zeker verzwakken. Israeli’s gaan weer massaal de straat op om tegen hem en zijn beleid te protesteren. In zijn kabinet rommelt het. En zijn belangrijkste bondgenoot, de VS, heeft onderhand de buik vol van zijn obstructie.

Nu is de Israëlische premier uit taai, buigzaam hout gesneden, dus hij staat nog lang niet buiten spel. Hij vecht niet alleen voor zijn politieke overleven, maar ook voor zijn leven na de politiek. Zodra hij van het toneel is verdwenen, moet hij zich verantwoorden voor het debacle van 7 oktober: hoe was het mogelijk dat Israel werd verrast door de aanval van Hamas. Daarnaast loopt er een proces wegens corruptie dat hem achter de tralies kan brengen. Alleen daarom heeft Netanyahu alle reden om de oorlog in Gaza zo lang mogelijk te rekken.

Die tactiek leek op haar grenzen te stuiten. De ex-generaals in zijn oorlogskabinet willen een plan voor het bestuur van Gaza als de oorlog voorbij is. Generaal Benni Gantz dreigt met aftreden als Netanyahu op 8 juni niets concreets heeft voorgelegd. De minister van defensie Yoav Gallant vraagt al maanden om een plan en is het beu steeds weer op een gesloten deur te kloppen.

Onder geen beding wil Gallant een Israelisch militair bestuur in Gaza. Dat zou kunnen uitlopen op een herhaling van wat zich sinds de zesdaagse oorlog van 1967 op de bezette Jordaanoever afspeelt. Dat gebied werd door het leger bezet en is in de loop der jaren deels geannexeerd door inmiddels zo’n 700.000 kolonisten, onder wie tienduizenden religieuze fanatici. (Het wordt deels ook bestuurd door de Palestijnse autoriteit, die corrupt en incompetent is.)

Zolang die fanatici daar blijven en de Palestijnse bewoners terroriseren, is een oplossing, een Palestijnse staat naast Israel, niet mogelijk. Afgezien van de praktische uitvoerbaarheid van de twee statenoplossing, ligt er nog een enorm obstakel. De extremisten aan beide kanten wijzen het af. Bij Hamas willen ze een eigen staat van de ‘river to the sea’. De Joodse extremisten willen hetzelfde maar dan uiteraard onder Israëlische vlag. Beiden willen die eigen staat bij voorkeur zonder respectievelijk Joodse en Palestijnse medeburgers en dat betekent etnische zuiveringen met de onvermijdelijke slachtpartijen.

Als datzelfde nu ook in Gaza gebeurt, als Joodse extremisten zich daar mogen vestigen, kan de twee statenoplossing voor de eerste komende decennia diep weggestopt worden in de vrieskist. En dat is exact wat Netanyahu en de extremisten in zijn regering willen.

De enige kans op een oplossing is dat de meeste Israeli’s inzien dat ze met Netanyahu en co op een heilloze weg zijn. Dat gaat niet van de ene dag op de andere. De pogrom van 7 oktober heeft de bevolking getraumatiseerd, – voor ons is het nog altijd 8 oktober, aldus een Israeli. Onder die omstandigheden vereist het uitrangeren van Netanyahu zorgvuldig en behoedzaam opereren. Dat is waar de Amerikanen met hun initiatieven in de regio mee bezig zijn en, op hun manier, Gantz en Gallant.

Het is verfijnd precisiewerk met een kleine kans op succes. Daarom noemde wijlen Henry Kissinger diplomatie een kunst. Het vereist creativiteit, inlevingsvermogen en een perfect afgestelde antenne om signalen, hoe subtiel ook, op te vangen. En, misschien het belangrijkste, een intuïtief gevoel voor timing. Het juiste moment weten te kiezen voor de juiste stap. In het Midden-Oosten met al zijn spelers en hun meestal tegenstrijdige belangen luistert dat nauwer dan elders en vergt het nog meer Fingerspitzengefühl.

Er zijn trouwens niet veel en momenteel eigenlijk geen Kissingers op de wereld, maar waar je op mag hopen is dat buitenstaanders niet nog meer beren de weg op sturen. Dat is wat de hoofd aanklager van het Internationale Strafhof heeft gedaan. Het arrestatiebevel tegen Netanyahu en Gallant aan de ene kant en drie Hamas-kopstukken aan de andere kant wegens misdaden tegen de menselijkheid kan het proces alleen maar bemoeilijken.

Je mag aannemen dat Karim Asad Ahmad Khan vanuit eerbiedwaardige motieven handelde. De verwoestingen die Israel nu al maanden in Gaza aanricht vallen buiten elke rechtvaardiging en hetzelfde geldt voor de pogrom van 7 oktober. Niettemin mag je eveneens aannemen dat hij rekening houdt met de gevolgen van zijn initiatief. Hij kon op zijn vingers natellen dat (bijna) heel Israel zich achter Netanyahu zou opstellen. Oppositieleider Yair Lapid noemde het gelijkstellen van een democratische staat als Israel met een terreurorganisatie ‘een moreel bankroet’. In de VS zei president Joe Biden dat het arrestatiebevel alle perken te buiten ging.

Netanyahu was er als de kippen bij om de slachtofferrol naar zich toe te trekken en noemde het arrestatiebevel het zoveelste bewijs van het internationale antisemitisme. Daarmee raakte hij ongetwijfeld een snaar ook bij landgenoten die hem het liefst meteen zouden zien vertrekken. Internationale organisaties staan er in Israel sowieso niet goed op en dat de aanklager Karim Khan heet, is geen aanbeveling.

Internationaal heeft de reputatie van Israel in elk geval de zoveelste forse knauw gekregen. De regeringsleider zit samen met Vladimir Poetin die eerder door het Strafhof werd aangeklaagd, in dezelfde verdachtenbank. De meeste Israeli’s zullen daar niet wakker van liggen. Maar toch, het zal een vieze smaak nalaten. Een democratie ziet de naam van haar regeringsleider liever niet op een arrestatiebevel.

De ironie van dit alles is dat Khan de positie van Netanyahu voorlopig heeft versterkt. Daarmee heeft hij de diplomatie, de slachtoffers in Gaza en de nog levende gijzelaars een berendienst bewezen.