De meeste Nederlandse kabinetten maken hun termijn niet af. Van de regeringen die de voorbije jaren aan het bewind waren, wist alleen Rutte II zijn volle periode uit te dienen. De overige drie kabinetten-Rutte vielen. Ook alle kabinetten-Balkenende moesten voortijdig aftreden. (Het derde kabinet onder leiding van de CDA’er tellen we dan niet mee omdat dit een overgangskabinetje was). De tweede paarse regering kwam (weliswaar kort voor de finish) eveneens ten val.

Ook als je wat verder teruggaat in de tijd zijn de overlevingskansen van een regering niet erg groot. De afgelopen ruime halve eeuw slaagden alleen de kabinetten-De Jong, Van Agt I, Lubbers I en III, Paars I en (zoals gezegd) Rutte II erin de eindstreep te halen (overgangskabinetjes weer buiten beschouwing gelaten.)

De mogelijkheid dat het huidige kabinet-Schoof vier jaar aan de macht blijft is daarom statistisch gezien niet zo groot. Bovendien is ook de samenstelling van invloed op het vooruitzicht van een kabinet om te slagen. Van de kabinetten die in de voorbije jaren géén ontslag hoefden te nemen bevatten Van Agt I, Lubbers I en III en Rutte II twee partijen. Het kabinet-Schoof telt er vier.

Daar komt bij dat drie van de vier regeringsdeelnemers nooit eerder geregeerd hebben (al kun je daar wat de PVV betreft wel vraagtekens bij plaatsen). Twee coalitiepartners, namelijk de BBB en het NSC, bestonden tot voor tamelijk kort zelfs helemaal niet. De BBB werd in 2019 opgericht, het NSC pas vorig jaar. De PVV zag overigens ook niet eerder dan in 2005 het licht, nog niet heel lang geleden dus.

Die nieuwe partijen zijn niet gewend compromissen te sluiten. Ze hebben dat wel gedaan in de kabinetsformatie, maar er is maar heel weinig nodig om ze op hun schreden te doen terugkeren. Zie het gedrag van PVV-leider Geert Wilders na de onthulling dat Oekraïne-president Vlodymyr Zelenski op de hoogte was van het opblazen van de pijpleidingen van de Nord Stream. Meteen lijkt hij bereid op zijn beloftes wat betreft Oekraïne terug te komen.

Het perspectief van Schoof I mag dus niet al te groot heten. (Schoof II zal er gezien de leeftijd van de premier wel nooit komen.) Anderzijds: helemaal uitgesloten dat het goed afloopt is het niet. Het kabinet-De Jong, dat bestond uit vier partijen, wist wel degelijk zijn vier jaar vol te maken. Ook Paars I (bestaande uit drie partijen) maakte de rit af.

Het is niet ondenkbaar dat de vier regeringspartijen toch een modus vinden om er met elkaar uit te komen. Vrijwel niemand had verwacht dat Van Agt I in het zadel zou blijven. Aan de vorming ervan was een (voor die tijd) eindeloze kabinetsformatie vooraf gegaan. De PvdA was bij de verkiezingen zonder meer de grootste geworden, met 53 Kamerzetels (Those were the days, Frans!). Iedereen ging er lange tijd vanuit dat er een tweede kabinet-Den Uyl zou komen.

En toen vaststond dat dat niet zou gebeuren, gaf bijna geen mens een cent voor Van Agt I. Temeer daar het niet eens een echte meerderheid had. Bij het pas gevormde CDA waren nogal wat Kamerleden die liever met de PvdA hadden geregeerd.

Maar deze ‘dissidenten’ ten spijt wist Van Agt I toch de volgende verkiezingen te halen. Iets vergelijkbaars kan weer gebeuren met de ploeg van Schoof.