Jaren geleden sprak ik regelmatig met een kennis over de ontwikkelingen in Israel. Hij was net teruggekeerd na een verblijf van een paar jaar in Jeruzalem. Die gesprekken waren ter voorbereiding van een eventueel correspondentschap. Dat correspondentschap ging niet door en veel van wat hij vertelde ben ik vergeten. Maar een ding is in mijn geheugen blijven hangen: hij was bang voor de komst van een sterke man.

Het was eind jaren negentig en Benjamin Netanyahu was net minister-president geworden. Of mijn kennis hem voor ogen had, weet ik niet meer. Waarschijnlijk dacht hij eerder aan Ariel Sharon. Sharon voldeed aan alle kenmerken. Hij was charismatisch, oorlogsheld, houwdegen, minister van defensie geweest en zou later ook premier worden. En als hij al in vrede met de Palestijnen geloofde, was dat vanuit een positie van overheersing.

Bij mijn kennis ging het vooral over de politieke cultuur die een sterke man mogelijk zou maken. Rechts werd steeds sterker, de ultranationalisten steeds luidruchtiger en gematigd links steeds zwakker. Dat kan niet goed gaan, zei hij. Hij is inmiddels overleden, dus zijn gelijk heeft hij niet meer hoeven meemaken.

Met Netanyahu hebben de Israeli’s nu inderdaad die sterke man. Dat hij dit nog steeds is, zou je een wonder kunnen noemen, als dit woord hier op zijn plaats zou zijn. Want hoe gehaaid, sluw en meedogenloos hij ook is, de ‘Houdini van Israel’, een debacle als dat van 7 oktober had hij eigenlijk niet kunnen, mogen overleven. Rond 1200 mensen vaak gruwelijk afgeslacht en een kleine 250 door Hamas ontvoerd onder zijn niet zo waakzame oog. Einde verhaal, zou je zeggen.

Daarnaast was het een persoonlijke blamage. De premier had zich de eretitel ‘Mr. Security’ toegeëigend en moest nu de pogrom op zijn staat van dienst laten bijschrijven. Op 7 oktober ging een illusie aan flarden. Israel was niet langer het veilige toevluchtsoord voor de Joden. De pogrom is een diep, collectief trauma. Voor Israel zal het heel lang 8 oktober blijven.

Maar Netanyahu zit er nog steeds. Hij begon een oorlog die inmiddels aan 41.000 veelal onschuldige mensen in Gaza het leven heeft gekost. Hamas moet vrijwel doodgebloed zijn,  maar zo’n 100 gijzelaars zitten voor zover nog in leven gevangen in tunnels onder de ruïnes.  Inmiddels is hij een tweede oorlog begonnen tegen een andere terreurorganisatie, Hezbollah in Libanon, en Iran zou als volgende op zijn agenda staan. De ayatollahs willen de ‘zionistische entiteit’, van de kaart vegen. Met steun van hun ‘as van verzet’ waarvan naast Hamas en Hezbollah ook Houthi-rebellen in Jemen en sjiitische milities in Irak en Syrië deel uitmaken.

Als je oorlog voert, moet je ook een plan ‘voor de dag erna’ hebben. Vrede in het Midden-Oosten is een illusie maar je moet op zijn minst enig idee hebben wat je met het in puin liggende Gaza gaat doen en voorkomt dat Libanon wegzakt in een nog grotere, gevaarlijker chaos. En je mag en moet zelfs rekening houden met een oorlog met Iran, maar je moet oppassen voor zelfoverschatting.

Heeft Netanyahu een plan dat verder gaat dan zijn eigen politiek overleven?

Het gevoel van saamhorigheid is goeddeels verdampt en de polarisatie is terug. Hoe lang Israel de oorlogen economisch vol kan houden, weet niemand, maar er zijn grenzen aan het uithoudingsvermogen. Als een groot deel van de beroepsbevolking aan het front staat, staat ze niet aan de draaibank, op de steigers en achter de computer. Dat gaat op den duur ten koste van de productiviteit.

Door de verwoestende oorlogen in Gaza en nu ook in Libanon is het land de paria van de ‘internationale gemeenschap’. Daar zullen Israeli’s niet wakker van liggen maar over de relatie met de belangrijkste bondgenoot, de VS, moeten ze zich zorgen maken. De verstandhouding tussen de Amerikaanse president Joe Biden en Netanyahu bevindt zich op het niveau van de vismarkt. Volgens Washington saboteert Netanyahu de vredesinitiatieven van de VS, Qatar en Egypte en houdt hij zich niet aan zijn woord.  Het is eigenlijk onvoorstelbaar: hij schoffeert zijn belangrijkste bondgenoot en komt er mee weg. (Bij een soortgelijke ervaring met de Israëlische premier zou president Bill Clinton (1992-2000)  hebben uitgeroepen: wie is hier gvd de supermacht? ) Het kan, omdat de VS voor de spannendste presidentverkiezingen sinds jaren staat en geen kandidaat de Joodse kiezer en lobby kan negeren.

Maar het lijkt te werken. Wat niemand een paar maanden geleden voor mogelijk had gehouden, is aan het gebeuren. Het is bij lange na geen rehabilitatie maar Netanyahu krabbelt op uit het populariteitsdal. De steun onder de bevolking neemt toe en zijn partij, Likud, zou de grootste kunnen worden. Netanyahu wordt ervan beschuldigd dat hij de oorlog rekt omwille van zijn eigen overleven. Daar valt alles voor te zeggen en het ziet naar uit, dat die rekening op gaat.

Hier en daar kun je zelfs een zekere bewondering constateren. De bekende Amerikaans-Britse historicus Niall Ferguson moest denken aan de grote Duitse staatsman Otto von Bismarck (1815-’98), niet alleen de architect van de eerste Duitse hereniging, maar ook de personificatie van de Realpolitik. Het doel heiligt de middelen, en als dat bekwaam wordt uitgevoerd, dwingt dat bij wie daar gevoelig voor is, bewondering en respect af.

Netanyahu is geen Bismarck. Als je zijn balans opmaakt, valt die anders dan die van Bismarck, negatief uit. Maar net als de Ijzeren Kanselier is hij een overlevingskunstenaar. Israel en de wereld zijn voorlopig niet af van Benjamin Netanyahu.