Toen de extreemrechtse AfD vorige maand enorme winst boekte bij Oost-Duitse deelstaatverkiezingen, verzuchtte een commentaar: als ze een aansprekende leider hadden gehad, waren de rapen echt gaar geweest. Zoals het was, was het al erg genoeg. De populisten sleepten rond 30 procent van de stemmen binnen. In Thüringen waren ze verreweg de grootste en in Saksen en Brandenburg werden ze net op de streep geklopt. In Saksen door de conservatieve CDU; in Brandenburg door de sociaaldemocratische SPD.

Die commentator had absoluut een punt. De AfD heeft geen aansprekende leiders. Ze moet het doen met op zijn best tweederangs figuren met de uitstraling van een achterlichtje. Met een leider als Geert Wilders of Giorgia Meloni, de populistische Italiaanse premier, hadden ze de gevestigde partijen van de kaart geveegd. Of als ze Sahra Wagenknecht in hun gelederen hadden gehad.

Sahra wie?

Wagenknecht is de leider van het naar haar zelf vernoemde Bündnis Sahra Wagenknecht (BSW). Dat verbond is een links-populistische beweging die veel standpunten deelt met de radicaal-rechtse soortgenoten. Wagenknecht is tegen hulp aan Oekraïne, voor het strengst mogelijke asielbeleid, anti-woke, anti-VS en pro-Rusland. Wegens dat laatste wordt ze regelmatig neo-bolsjewiek en Poetins agente in Duitsland genoemd. Er zijn natuurlijk verschillen en het belangrijkste is dat Wagenknecht charisma heeft. Met haar meestal strak opgestoken haar, altijd onberispelijke make up, hooggesloten jackjes en onverstoorbare zelfverzekerdheid in het debat is ze tussen de grijze muizen van politiek Berlijn een opvallende verschijning, de diva van de Bondsdag. (Ik vind haar eerder op de nare juf uit een kinderboek lijken, maar smaken verschillen).

Wagenknecht (55) is geboren in Jena, Oost-Duitsland, en werd communiste toen in 1989 de Muur viel, wat je een op zijn minst opmerkelijke stap kan noemen. Al snel werd ze een ster in het verder vale ultralinkse firmament. Jarenlang was ze dé hoofdattractie van die Linke, een Oost-Duitse partij met wortels in de communistische staatspartij van de voormalige DDR, de SED. Wagenknecht is uitermate eigengereid, zodat ze permanent overhoop lag met andere kopstukken. Eind vorig jaar gebeurde wat bij nader inzien wel moest gebeuren. Ze stapte met negen volgelingen uit die Linke en begon in januari voor zichzelf.

Het BSW maakte uit stand meteen een vliegende start. Eerst bij de Euroverkiezingen in juni, met 6 procent, en in september bij de Oost-Duitse deelstaatverkiezingen waar de Wagenknecht-club meteen boven de 10 procent  scoorde. Daarmee werd ze op slag een hoofdrolspeler. Omdat de gevestigde partijen waren afgedroogd en regeren met de AfD taboe is, heeft Wagenknecht de sleutel tot coalitievorming in handen. Zonder het BSW kunnen de SPD en CDU in Brandenburg, Saksen en Thüringen niet regeren.

Wagenknecht sloeg onmiddellijk munt uit deze constellatie. Regeren met SPD en CDU? Vooruit, maar dan wel op haar voorwaarden. CDU en SPD moeten zwart op wit verklaren dat ze voor vredesonderhandelingen met Rusland zijn en tegen de in 2026 geplande plaatsing van Amerikaanse middellange-afstandsraketten die doelen in Rusland kunnen bereiken. Dat zijn onderwerpen voor de regering in Berlijn en waar een deelstaatregering geen zeggenschap over heeft. Bovendien moet de CDU in de deelstaten zich distantiëren van Friedrich Merz, de nationale leider en lijsttrekker bij de Bondsdag-verkiezingen van volgend jaar. De CDU is van oudsher pro-VS en Merz wil meer wapens aan Oekraïne leveren. Eerder had Wagenknecht bondskanselier Olaf Scholz (SPD) al een ‘vazal van de VS’ genoemd.

In Thüringen waren de ‘verkennende besprekingen’ inmiddels aan de gang en verliepen in goede sfeer, zoals ook haar partijgenoten bevestigden. Niettemin zette Wagenknecht de onderhandelingen per oekaze stop. Tot grote consternatie van de eigen partijgenoten die, voor zover ze het nog niet wisten, merkten dat ze nul speelruimte hebben en moeten doen wat de leider verordonneert. (Net als de PVV-ers van Wilders bij ons in de polder).

Over de motieven van Wagenknecht wordt druk gespeculeerd. Haar eigen verklaring dat ‘de vredesproblematiek’ in Thüringen niet voldoende aandacht krijgt, neemt iedereen met een korreltje zout. Men denkt dat ze uiteindelijk niet wil regeren en daarom de onderhandelingen saboteert. In Saksen waar de echte onderhandelingen nog moeten beginnen, twijfelt men aan haar goede trouw en krijgt in elk geval de CDU last van koude voeten.

De grote vraag is uiteraard: waarom heeft Wagenknecht de onderhandelingen opgeblazen, terwijl het succes binnen handbereik leek?

Het meest plausibele antwoord is dat ze haar handen vrij wil houden voor de Bondsdagverkiezingen. De verkiezingen in het oosten waren niet meer dan een springplank voor de veel belangrijkere campagne van volgend jaar. Meeregeren betekent verantwoordelijkheid nemen en dat betekent dat ze op het beleid kan worden afgerekend. Dat die deelstaten door deze opstelling onbestuurbaar dreigen te worden neemt ze op de koop toe. Het zou haar zelfs in de kaart kunnen spelen, wanneer ze CDU en SPD de zwarte piet weet toe te schuiven.

Als Wagenknecht met het BSW volgend jaar de rond 10 procent haalt, waar ze volgens de peilingen nu staan, kunnen ze een rol op het nationale toneel opeisen. Of Wagenknecht daar daadwerkelijk verantwoordelijkheid zou willen nemen of, belangrijker, CDU en SPD daar voor te porren zijn, lijkt onwaarschijnlijk. Wagenknecht is van nature een populistische oproerkraaier. Vanaf de comfortabele zijlijn de boel op stang jagen is meer haar stiel. Bovendien staat Wagenknecht niet alleen. De AfD staat in de polls op rond de 16 procent en hoewel ze niet arm in arm door de Bondsdag zullen trekken, kunnen ze samen veel onrust stoken.

Dat is een vooruitzicht waarvan menigeen nu al wakker ligt.