De drie deelstaatverkiezingen in Oost-Duitsland hebben een daverende overwinning opgeleverd voor de rechtsextremistische AfD. Voor de zittende regering in Berlijn was het een even daverend debacle. En de naschokken dreigen de fundamenten van de coalitie van bondskanselier Olaf Scholz onherstelbaar aan te tasten.

Zondag vond het slotdeel plaats van de Oost-Duitse electorale trilogie, toen de kiezers van Brandenburg mochten stemmen. Drie weken eerder hadden ze al in Thüringen en Saksen hun kruisje gezet. En net als in Thüringen en Saksen moet de uitslag de gevestigde partijen de stuipen op het lijf jagen. Als je de drie deelstaten bij elkaar voegt, is de AfD veruit de sterkste partij met meer dan 30 procent van de stemmen. (Ter vergelijking: Geert Wilders haalde bij zijn triomf in november vorig jaar 24 procent). In Thüringen waren de extreemrechtse populisten de grootste en in Saksen en Brandenburg werden ze op de meet geklopt door de conservatieve CDU (Saksen) en de sociaaldemocratische SPD (Brandenburg).

Alsof die schok nog niet heftig genoeg is, maakte het negen maanden geleden opgerichte links-populistische BSW een opzienbarende entree. De partij, vernoemd naar oprichtster Sahra Wagenknecht, kwam in de drie deelstaten uit stand meteen op ruim 10 procent. Omdat de gevestigde partijen teveel verloren om een coalitie te vormen, zullen ze met het BSW moeten onderhandelen. De AfD is als partner onaanvaardbaar, maar het BSW is nauwelijks beter. De partij is pro-Poetin, tegen hulp aan Oekraïne, anti-NAVO, EU-sceptisch en voor een hard asielbeleid. Normaalgesproken hou je ook extreemlinkse populisten op afstand, maar dat wordt moeilijk, omdat er wel geregeerd moet worden. De formatieonderhandelingen dreigen net als bij ons een langdurig en slechtgeluimd gesjacher te worden.

Goed, dat zijn de Oost-Duitse perikelen. Maar bij deelstaatverkiezingen velt de kiezer ook een oordeel over de landelijke politiek. En dat was voor de coalitie in Berlijn vernietigend. Van de drie partners kwam de liberale FPD nergens over de kiesdrempel (5 procent), redden de Groenen het alleen in Saksen en haalde de SPD in Saksen en Thüringen de slechtste score in haar geschiedenis. Het was een bloedbad.

Alleen In Brandenburg trok de partij van Olaf Scholz aan het langste eind, 30,9%, net voor de AfD met 29,2. Brandenburg is sinds de hereniging van 1990 het SPD-bolwerk in het oosten en een nederlaag zou vrijwel zeker het politieke einde van Scholz hebben betekend. Dat Scholz even op adem kan komen heeft hij te danken aan de zittende premier, Dietmar Woidke. Woidke weigerde met Scholz op toernee te gaan en dat was zeer verstandig, want Scholz jaagt kiezers weg. Daarnaast maakte hij van de verkiezingen een anti-AfD-campagne: mij of de extreemrechtse zondvloed. Het werkte maar ging ten koste van de andere gevestigde partijen die hun aanhang ’tactisch’ op Woidke zagen stemmen.

Dankzij Woidke heeft Scholz enig respijt gekregen en de SPD zal daar enige moed uit putten, maar het nationale glas blijft minder dan half leeg. De kiezers en zelfs grote delen van de eigen aanhang blijven Scholz de slechtste kanselier sinds de oorlog vinden. En de toch al labiele coalitie met de Groenen en de FDP kan na de oplazers in het oosten alleen nog maar wankeler worden. De FDP incasseerde sinds de deelname aan de regering-Scholz uitsluitend nederlagen en staat voor de ondergang. De Groenen staan er iets minder beroerd voor, maar zijn weer terug bij af: een bubbelpartij voor linkse hoogopgeleiden.

De verleiding om zich te profileren zullen de Groenen en vooral de liberalen steeds moeilijker kunnen weerstaan. Een FDP-kopstuk heeft al een ‘hete herfst’ aangekondigd, maar dat is eerder het gepiep van een konijn in doodsnood. Opblazen van de regering betekent vervoegde verkiezingen en vermoedelijk het einde van de FDP. Dus het zal wel voortmodderen worden, omdat ook de Groenen en de SPD enorm op hun sodemieter zouden krijgen. De regeringspartijen zijn in de peilingen samen kleiner dan de grootste oppositiepartij CDU/CSU.

De Pyrrusoverwinning in Brandenburg kan niet verbloemen dat ze bij de SPD nog altijd niet weten wat ze met Scholz aanmoeten. Woidke kon winnen omdat genoeg Brandenburgers hem graag als minister-president willen houden. Maar driekwart (!) van de Duitse kiezers ziet Scholz liever vandaag dan morgen opstappen en dan kun je Woidkes overwinning  spinnen tot iedereen tureluurs is, dit valt niet weg te redeneren.

Eindelijk eens daadkrachtig en in redelijke harmonie regeren zou helpen, maar dat is de coalitie al drie jaar niet gelukt, dus waarom zou het nu wel lukken? Er zijn genoeg problemen om aan te pakken, migratie en asiel, de economische malaise, met de crisis in de autoindustrie, ooit het paradepaard, als teken aan de wand, de brokkelende infrastructuur, de bureaucratie, de achterblijvende digitalisering, enfin, de lijst is eindeloos. Maar de wielen draaien zich alleen nog verder vast in de modder.

Volgend jaar september zijn er Bondsdagverkiezingen en bij de SPD-top klampen ze zich vast aan de hoop dat er nog veel kan gebeuren. Scholz zou opeens de geest kunnen krijgen. Het is wishful thinking en dat duidt op radeloosheid. Het is trouwens nog maar de vraag of de SPD met een andere lijsttrekker het tij kan keren,  – de SPD heeft niet alleen een leidersprobleem, maar dreigt de weg van de PvdA op te gaan -,  maar met Scholz gaat het zeker niet lukken. De knoop zal een keer doorgehakt moeten worden. De zaak langer op zijn beloop laten lost niets op.

En intussen zien de AfD en het BSW ook in het westen hun kansen stijgen.