Premier Dick Schoof en zijn ambtenaren gaan het Torentje deze maand verlaten om ruimte te scheppen voor verbouwingswerkzaamheden. Het kabinet had blijkbaar geen zin om een boete van een miljoen euro te betalen aan de gemeente Den Haag. Heel verstandig.

Je kunt je wel afvragen waarom Schoofs voorganger Mark Rutte tot het laatste moment op zijn plek mocht blijven. Maar vermoedelijk heeft het feit dat de Haagse burgemeester Jan van Zanen jarenlang partijvoorzitter was van de VVD daar veel mee te maken gehad. Rutte was bovendien niet alleen de leider van die partij, hij is volgens geruchten ook goed bevriend met Van Zanen. Dat heeft vast en zeker geholpen.

Met het vertrek van Schoof komt er een einde aan de traditie dat de Nederlandse premier in het Torentje resideert. Die traditie bestond overigens nog niet zo heel lang. Sinds 1982 namelijk, toen Ruud Lubbers het voormalige zomerprieel van de graven van Holland als zijn werkplek inrichtte.

Voor die tijd fungeerde een villa aan Plein 1813 als zodanig. Onder meer Willem Drees heeft hier gezeten. Later werd meer gebruik gemaakt van het Catshuis, de ambtswoning van de minister-president vanaf begin jaren zestig.

Het Torentje was in die tijd het werkvertrek van de minister van Binnenlandse Zaken. Hans Wiegel, die deze functie uitoefende in het eerste kabinet-Van Agt, heeft er nog gebruik van gemaakt. In 1982 trok zoals gemeld CDA’er Lubbers erin.

Tijdens de kabinetten-Lubbers en Paars heeft er iets bestaan onder de naam het ‘Torentjesoverleg’. Leden van het kabinet overlegden elke week  met de leiders van de coalitiefracties over de politieke agenda. Heel wat pijnlijke kwesties ontdeden zij daarbij van hun gifangel. Dat gebeurde vrij open en bloot. De pers wist ervan en journalisten stonden, gewapend met hun notitieblokjes, braaf te wachten tot er iemand naar buiten kwam.

Maar Pim Fortuyn sprak schande van dit handjeklap. Hij wilde het Torentje omvormen tot een bezemhok of iets dergelijks. Dat gebeurde uiteraard niet. Fortuyn werd geen premier maar vermoord, en CDA’er Jan Peter Balkenende trok in het gebouwtje. Het Torentjesoverleg schafte hij af. Wat overigens niet wilde zeggen dat er geen vertrouwelijk beraad meer plaatsvond. Dat kan ook telefonisch of zelfs – het Binnenhof is vrij groot – fysiek op een geheime plaats.

Een kabinet kan nu eenmaal niet bestaan zonder dat de hoofdrolspelers geregeld met elkaar overleggen en ‘de klokken gelijk zetten’. In het derde kabinet-Rutte gebeurde dat voor het laatst openlijk. Elke maandagavond kwamen de premier, de belangrijkste ministers en de top van de regeringspartijen op een departement bijeen om zonder pottenkijkers met elkaar te onderhandelen.

Luidkeels werd door de toenmalige oppositiefracties gejammerd over deze ‘achterkamertjespolitiek’. Rutte IV hield er dan ook geschrokken mee op, in het kader van de ‘bestuurlijke vernieuwing’. Wat niet wil zeggen dat er niet stiekem toch werd gesmiespeld.

Het kabinet-Schoof bestaat, naast de VVD, uit twee gloednieuwe partijen en eentje die formeel nooit anders dan in de oppositie heeft gezeten. Zij hebben een afkeer van geheimzinnig gedoe. Aan hun kiezers hebben ze beloofd steeds open en bloot en recht door zee te handelen.

Ik vrees dat er van dit mooie voornemen weinig terechtkomt. Binnen de kortste keren zullen Schoof en zijn ministers de top van de regeringspartijen ontmoeten om te horen wat ze moeten doen. Vooral PVV-leider Geert Wilders zal daarbij een hoofdrol vervullen. En de media zullen niet welkom zijn.

Want het Torentje zal er de komende jaren dan verlaten bijliggen, het ‘Torentjesoverleg’ blijft bestaan.