Een groot deel van de dag hebben de onderhandelaars vergaderd onder leiding van formateur Richard van Zwol, maar naar de naam van de toekomstige premier blijft het raden. ‘Radiostilte’, luidt het parool, en dat geldt ook voor de andere media.

Volgens mij wordt bij iedere kabinetsformatie ‘radiostilte’ afgekondigd, zonder dat dat veel helpt. Meestal lekt de zo zorgvuldig geheim gehouden informatie toch uit. Laten we hopen dat dat nu ook gebeurt, want wat zouden we moeten beginnen zonder lekken?

Nog even recapituleren: de namen van de belangrijkste kandidaten voor het premierschap zijn Fred Teeven, Henk Kamp, Jacco Vonhof, Mona Keijzer, Edith Schippers, Steven van Eyck, Fleur Agema en Rita Verdonk. Of iedereen die u maar weet te verzinnen.

Zo wordt misschien toch een van de voormalige informateurs, Elbert Dijkgraaf of Van Zwol, minister-president. Ondanks hun heftige ontkenning in de markt te zijn voor deze functie. Zelfs PVV-leider Geert Wilders ziet zijn naam soms opduiken. Terecht? Iedereen heeft er het gissen naar. Zolang de juiste persoon niet bekend is, is zowat iedere gok goed voor een bericht.

Kijken we nog even terug naar het grote formatiedebat van woensdag. Veel nieuws leverde dat niet op, ondanks de (zoals altijd) hooggespannen verwachtingen. De beoogde regeringspartijen vinden het akkoord dat ze hebben gesloten fantastisch. De meeste andere partijen (de linkse oppositie dus)  ziet er helemaal niets in. Sommige (kleinere) rechtse partijtjes, zoals SGP, FvD en JA21, zijn in beginsel positief, al hebben ze ook aanmerkingen.

In het debat bleek dat Wilders niet voor niks het meest ervaren Kamerlid is. Hij is handig in zijn schreeuw- en scheldpartijen en gaat geen enkele aanval met de botte bijl uit de weg. Dat bleek bijvoorbeeld toen Wilders SP-leider Jimmy Dijk hekelde omdat zijn partij in de 52 jaar van haar bestaan uitsluitend kritiek heeft geleverd. Ze heeft maar ‘5 zeteltjes’. Niettemin ‘leest ze anderen de les’. ‘Zuur-links’, aldus de PVV-baas.

Het betoog van Wilders zou makkelijk onderuit te halen zijn. Het feit dat je altijd op de oppositiebankjes hebt gezeten, betekent immers niet per definitie dat je ongelijk hebt. Maar afhankelijk van de positie in het politieke krachtenveld die je inneemt kun je je vinden in de kop ‘Wilders sloopt Dijk’ of ‘Dijk sloopt Wilders’.

De meerderheid van Nederland is blijkbaar van mening dat het eerste klopt. De PVV  heeft immers 37 zetels. En wie de meeste zetels heeft, heeft per definitie gelijk.

Dat blijkt maar weer eens uit een onderzoek van Ipsos I&O. Het concept-hooflijnenakkoord kan op instemming rekenen bij een groot deel van de achterbannen van de vermoedelijke coalitiepartijen. Zo is 92 procent van de PVV-stemmers tevreden en 85 procent van de BBB-kiezers. De achterban van GroenLinks-PvdA vindt het allemaal maar niks. Maar zij zijn veruit in de minderheid. Ze moeten genoegen nemen met het feit dat de twee gefuseerde onderzoeksbureaus hun een zeteltje extra toekennen: 26 in plaats van 25 zetels. Maar dat is wel een hele schrale troost als je bedenkt dat de PVV er volgens deze poll 46 heeft.

Misschien zou over dit soort cijfers eens radiostilte verkondigd moeten worden. Maar helaas, de macht van de meerderheid blijft triomferen. Wellicht is democratie, waarbij de zwijgende massa de lakens uitdeelt, toch niet zo’n geweldig systeem. Al haast ik me eraan toe te voegen dat ik zo een twee drie ook geen alternatief weet.