Donald Trump zit nu twee weken in het Witte Huis en gaat tekeer alsof hij nog maar tijd heeft tot het eind van de maand. De presidentiële decreten vliegen de wereld om de oren, de ene na de andere importheffing wordt opgelegd (en soms weer opgeschort), er wordt gedreigd met de annexatie van Canada, Groenland en de Panama-zone, enz, etc. Een normaal mens wordt er duizelig van. En anderen erg neerslachtig. (Advies aan de somberaars: blijven doorademen. Ooit gaat het voorbij.)

Bij alle hectiek dreigt een grote ambitie van de president op de achtergrond te raken. Trump heeft zijn zinnen gezet op de Nobelprijs voor de Vrede. Het zou de bekroning, de kers op de taart, zijn van zijn in alle opzichten opmerkelijke carrière. De prijs ontvangen in Oslo, hoofdstad van een land met een koning. Noorwegen is weliswaar een klein land, maar niettemin een echt koninkrijk. Het is het eerbetoon waar hij recht op meent te hebben. Zijn eerste directe voorganger Barack Obama heeft de Nobel eveneens gekregen. Waarvoor weet waarschijnlijk niemand meer. En wat Obama heeft, moet Trump ook hebben. Liefst groter en imposanter, natuurlijk.

Voor hij in Oslo geëerd kan worden, moet de prijs eerst verdiend worden. Er zijn drie regio’s die voor Trumps vredesactiviteiten in aanmerkingen komen. Dat zijn Oekraïne, Israel en Gaza, en Soedan. Soedan zal afvallen, omdat het een ‘shit hole’ is, zoals de president dergelijk hopeloze gevallen ooit heeft genoemd. Dus: hoe staan zijn kansen in Oekraïne en het Midden-Oosten?

Zijn ambities voor Oekraïne heeft hij vorig jaar al uiteengezet. Zodra hij terug was in het Witte Huis zou hij binnen 24 uur en einde de maken aan de oorlog die zijn vriend Vladimir Poetin drie jaar geleden heeft ontketend. Hoe was niet duidelijk, maar Trump is meer een man van de grote lijnen. De termijn is nu opgerekt tot zes maanden en misschien lukt het binnen dit tijdsbestek. Oorlogen eindigen meestal aan de onderhandelingstafel en het moment dat Rusland en Oekraïne gaan onderhandelen, lijkt dichterbij te komen. Volgens de Britse historicus en Rusland-expert Mark Galeotti gaat Rusland de oorlog verliezen. Alleen, voegde hij daaraan toe, Oekraïne gaat de oorlog eerder verliezen.

Voorwaarde is wel dat Moskou en Kiev serieus willen onderhandelen. Trump heeft Poetin en  de Oekraïense president Volodymyr Zelensky onder druk gezet en achter de schermen de Chinese president Xi Jinping ingeschakeld. (Dan zijn importheffingen op Chinese producten niet handig, zou je zeggen). Poetin houdt vooralsnog zijn been stijf, maar Zelensky heeft laten weten bereid te zijn tot onderhandelingen. Hij heeft weinig keus, zie de uitspraak van Galeotti.

Trump wil Kiev alleen verder steunen, als de VS de zeldzame mineralen die rijkelijk in de Oekraïense grond zitten mag exploiteren. (Die mineralen zijn onmisbaar voor It-toepassingen). ‘Wij hebben hen met honderden miljarden gesteund en zij hebben geweldige zeldzame mineralen. Ik wil die hebben en zij gaan daarmee akkoord’. Dat is voor wat, hoort wat, zoals Trump dat in zijn vastgoed-tijd heeft geleerd. Als je deftig wil doen, noem je het Trumps transactie-methode. Minder deftig is het de duimschroeven aandraaien.

Om Poetin richting onderhandelingstafel te krijgen heeft de president gedreigd met onder meer strengere economische sancties. Of Poetin daarvoor zwicht, moeten we afwachten. Mogelijk kan Xi hem een zetje geven, want door de oorlog is Rusland erg afhankelijk van China geworden. Al met al staan de kansen op onderhandelingen niet slecht. Het is geen vrede, bij lange na niet, maar de eerste stappen zouden gezet kunnen worden.

In het Midden-Oosten liggen de zaken gecompliceerder. Trump kan de eer opeisen dat hij de Israëlische premier Benjamin Netanyahu tot het huidige staakt-het-vuren heeft gedwongen. Hij heeft ook plannen voor hoe het verder moet met Gaza. De ruim 2 miljoen inwoners wil hij deporteren naar Egypte en Jordanië en wat er in Gaza nog overeind staat, slopen en dan weer opbouwen. Met luxe appartementen, hotels en uiteraard een golfcomplex, een soort Côte d’ Azur. Over haalbaarheid en uitvoerbaarheid moet de president verder nadenken. Israël is voor, maar Egypte, Jordanië en niet te vergeten de Palestijnen zijn tegen.

In het Midden-Oosten zijn nog meer knopen die doorgehakt moeten worden. Die knopen zijn bovendien met elkaar verstrikt. In willekeurige volgorde: de ayatollahs in Iran, de revolutie in Syrië en hoe dat uitpakt – een islamistische terreurstaat, hervatting van de burgeroorlog?-  de verdere kolonisatie van de bezette Jordaan-oever, de chaos in Libanon, de Houthi’s in Jemen, enz etc. Geen diplomaat en geen president heeft deze puzzel ooit weten te leggen. Domweg omdat het vertrouwen en de goede wil in onvoldoende mate bij alle betrokken partijen voorhanden zijn en de destructieve krachten keer op keer de kop opsteken.

Klein beginnen, voorzichtig proberen een knoop te ontwarren en hopen dat je niet alles kapot trekt. Om de beeldspraak te variëren: het is een marathon en voortgang is alleen mogelijk in muizenstapjes, terwijl bovendien de eindstreep steeds verder lijkt te liggen. Een (voorlopig) bestand tussen Israel en een Palestijnse ‘vertegenwoordiging’ zou een reuze stap zijn.

Zelfs als Trump dit voor elkaar krijgt, zou het Nobelprijs- comité dit genoeg vinden? Bestanden tussen Israel en Palestijnen zijn intermezzi in een eindeloze oorlog. Niet voldoende voor de hoofdprijs, denk ik. Realistischer is vermoedelijk een staakt-het-vuren in Oekraïne. Dat is eveneens een hels karwei, maar lijkt niet onmogelijk. Als ik Trump was, zou ik daar vol voor gaan.

En wie weet laat hij ons dan met rust.