Het Midden-Oosten is nooit een plek geweest voor een gezellige picknick, om een uitspraak van wijlen Palestijnen-leider Yassir Arafat te parafraseren. Maar na de gebeurtenissen van de afgelopen dagen, dreigt het echt de spuigaten uit te lopen. En tot overmaat van ramp gaat de polarisatie in Israel met de dag in een hogere versnelling.

De laatste episode begon vorige week met de aanval op een dorp op de door Israel bezette  Golan-hoogte, waarbij 12 kinderen omkwamen. Jeruzalem wist meteen wie dit op zijn geweten had: de Libanese terreurbeweging Hezbollah. De raket was van Iraanse makelij en daarvan heeft Hezbollah duizenden in zijn arsenaal. Hezbollah ontkende, natuurlijk, en maakte zich op voor de Israëlische vergelding die onherroepelijk zou komen.

Er volgde een bombardement op de Libanese hoofdstad Beiroet waarbij de belangrijkste militaire leider en nummer twee in de hiërarchie van Hezbollah om het leven kwam. In het Midden-Oosten regelt ‘oog om oog en tand om tand’ sinds mensenheugenis de politieke verhoudingen en het wachten is nu op de tegenzet. Amerikaanse en Franse diplomaten maken overuren om verdere escalatie te voorkomen, want een oorlog zal voor zowel Israel als Libanon catastrofaal uitpakken. Maar sinds de pogrom van 7 oktober en de oorlog in Gaza zijn redelijkheid en compromisbereid ver te zoeken.

Zoals gebruikelijk is de opstelling van Iran van doorslaggevend belang. Hezbollah en Hamas behoren met de Houthi’s in Jemen en sjiitische milities in Irak en Syrië tot de ‘as van verzet’, die geleid wordt vanuit Teheran. Nu verklaren de  ayatollah’s steevast dat zij niet voor alles verantwoordelijk zijn en hun satrapen vaak zelf op avontuur gaan. Daar zal een kern van waarheid inzitten. Alleen, de strategie wordt in Teheran bepaald en de wezenlijke beslissingen worden daar genomen. Hezbollah-leider Hassan Nasrallah beseft dat, als er vitale belangen op het spel staan, hij moet doen wat Teheran verordonneert.

Dinsdag kwam de politieke leider van Hamas bij een aanslag om het leven. Wie Ismail Haniyeh heeft vermoord, staat niet vast, maar alle vingers wijzen uiteraard naar Jeruzalem. Haniyeh stond ongetwijfeld op het lijstje van de Mossad, de Israëlische geheime dienst, dus zijn dagen waren geteld. Zoals altijd onthield Israel zich van commentaar, maar reken maar dat ze in Jeruzalem het glas hebben geheven. En elke Hamas-, Hezbollah- en Houthi-leider zal de boodschap hebben begrepen. Ze zijn hun leven niet zeker. Nooit. Nergens.

Minstens zo belangrijk als de aanslag zelf, zijn de plaats en het moment. Haniyeh was in Teheran ter gelegenheid van de inauguratie van de nieuwe Iraanse president, Masoud Pezeshkian. En dat maakt een toch al licht ontvlambare situatie extra explosief.

De aanslag is niet alleen een provocatie aan het adres van opperayatollah Ali Khamenei en co. Het maakt de hele wereld duidelijk dat het regime niet in staat blijkt een belangrijke bondgenoot te beschermen. Het is een vernedering. En dat kan Khamenei  onmogelijk over zijn kant laten gaan.

De aanslag werd van alle Arabische kanten veroordeeld, Hamas en zijn trawanten zwoeren wraak en Pezeshkian dreigde met dood en verderf. Het is alarmfase rood en de belangrijkste Arabische landen, Egypte, Saoedi-Arabië en Qatar moeten met de Amerikanen een uitslaande brand zien te voorkomen. De oorlogsretoriek zal in Teheran niet van de lucht zijn, maar het regime opereert doorgaans uiterst behoedzaam.

Afgaande op Iraanse reacties uit het verleden, moet Israel rekening houden met terreuraanslagen. Hezbollah zou opdracht kunnen krijgen zijn activiteiten aan de grens met Israel te intensiveren. De Houthi’s zouden de scheepvaart in de regio weer uit alle macht kunnen aanvallen. En net als in april zou Teheran Israel kunnen bestoken met raketten en drones. Toen liep dat met een sisser af, de aanval was vooral een waarschuwing, maar daar kan de regering in Jeruzalem nu niet vanuit gaan.

Niettemin is de verwachting dat de ayatollahs terug zullen schrikken voor een alles verwoestende oorlog. Zoals elke dictatuur stellen ze het eigen overleven onder alle omstandigheden voorop. In het land broeit en gist het, de economie zit in het slop, de bevolking kan nauwelijks rond komen en het regime is nooit zo impopulair geweest. Een desastreus verlopende oorlog zou de ayatollahs de kop kunnen kosten.

Alsof dit niet genoeg is, heeft Jeruzalem zijn handen vol aan de polarisatie in eigen land. Maandag bestormden radicaal-rechtse elementen een militaire basis waar reservisten vast zaten die zich zouden hebben vergrepen aan een Palestijnse gevangene. De man zou met een groep medegevangenen deel hebben genomen aan het bloedbad van 7 oktober. De basis kon met moeite ontzet worden door inderhaast aangerukte troepen. De legerleiding veroordeelde de actie en waarschuwde voor ‘anarchie die het land in gevaar kan  brengen’. Voor rechts zijn de reservisten ‘helden die niet als criminelen vervolgd mogen worden’. Premier Benjamin Netanyahu maande tot kalmte maar heeft de actie niet veroordeeld. Volgens Israëlische mensenrechtenorganisaties treedt de regering nauwelijks op tegen mishandeling van Palestijnse gevangenen.

De onderhandelingen over een staakt het vuren in Gaza en de vrijlating van de gijzelaars zitten intussen muurvast. Netanyahu schijnt de Amerikaanse presidentsverkiezingen in november te willen afwachten. In de hoop dat hij met Donald Trump terug in het Witte Huis zijn positie kan versterken. Maar Trump schijnt momenteel, – het kan natuurlijk altijd veranderen -, zijn bekomst te hebben van Netanyahu.

Het beste wat je na de laatste ontwikkelingen kunt hopen, is dat het niet te erg uit de hand loopt. In het besef dat een oplossing met de dag verder uit zicht raakt.