Als je alleen de Volkskrant, Trouw en NRC zou lezen en naar de talkshows zou kijken, kon je de indruk krijgen dat dit land een fraudeur als regeringsleider heeft. Ik ken mensen die een waas voor ogen krijgen zodra zijn naam valt. Mark Rutte is nog net geen Vladimir Poetin maar op de lijst van slechteriken scoort hij hoog. Op zijn minst in de buurt van Donald J. Trump. En dan overdrijf ik niet heel erg.

Rutte is nu ruim 11 jaar minister-president van de polder. Dat is een prestatie. Hij wordt waarschijnlijk, als Rutte IV niet voortijdig sneeft, de langst zittende premier ooit. Dat is een ongekende prestatie.  En dat is alleen mogelijk omdat hij met afstand de beste politicus van zijn generatie is.

Voor de goede orde: ik voel geen enkele behoefte om Rutte te verdedigen. In de eerste plaats is dat niet mijn taak en in de tweede plaats ben ik geen onvoorwaardelijke bewonderaar. Van geen enkele politicus trouwens. (Wel van Johan Cruijff, maar dat is een ander verhaal).

Bij de beoordeling van een politicus ga ik uit van de negatieve selectie. Het is afstrepen. En daarbij laat ik de populisten van links en rechts, Wilders, Baudet, Marijnissen, de Ja21-ers en wat er verder aan egotrippers en getuigenisvolk (Partij voor de Dieren) rond loopt, buiten beschouwing. Ze behoren tot de stoffering van het parlement. Een enkele keer leveren ze een constructieve bijdrage want er zitten zonder meer goede Kamerleden bij. Maar aan politiek, dwz het aandragen van realistische oplossingen, doen ze zelden. Kunnen of willen ze niet.

De selectie vindt dus plaats onder de gevestigde partijen. Zij zitten in de politiek om problemen op te lossen, dingen te verbeteren en, in de oppositie, de regering op de vingers te tikken. Je kan het niet eens zijn met het programma, de visie en de voorgestelde oplossingen. Dat hoort erbij. Politiek is ook strijd; om macht, ideeën en belangen.

We kunnen die leiders stuk voor stuk nalopen en vragen: wie is beter dan Rutte? Dan kom je bij een tweede set criteria. Die heb ik hier eerder gehanteerd maar het kan geen kwaad ze nog eens te noemen. Wint hij verkiezingen? Kan hij besturen? Is hij de baas in zijn partij? Deze criteria zijn in zoverre objectief omdat ze toepasbaar zijn op leiders van alle partijen. En hoe sympathiek, succesvol en aansprekend ze soms ook zijn, is er een die aan Rutte kan tippen?

Sigrid Kaag, Wopke Hoekstra, Jesse Klaver, en wie momenteel de PvdA-leider van dienst is, doet een van hen het beter dan Rutte? Wie wint vier verkiezingen op rij, is een redelijk bekwaam bestuurder, en zet zijn partij naar zijn hand? Op een en soms twee punten zullen ze goed tot redelijk scoren, maar het volle pond blijft buiten bereik. Ze zijn niet slecht maar ook niet echt goed. Middelmaat, de norm in de polder.

Politiek is een groezelige bedoening. Schone handen houden kan niet, ten minste als je het serieus neemt. Er wordt regelmatig langs de waarheid geglibberd. Geheugens blijken vaak selectief. Opportunisme, draaikonterij en niet te vergeten hypocrisie komen met het metier. Dat is zeker niet fraai. Maar beter zal het niet worden en om tot dit inzicht te komen hoef je geen dikke historische en politicologische pillen tot je te nemen. De nuchtere, illusieloze blik op het gemodder en geknoei op het Binnenhof en de ministeries volstaat. Maar zoals een inmiddels overleden en door de vakbroeders zeer gerespecteerde collega mij bij mijn eerste stappen op het Binnenhof voorhield: het is ondanks de schijn geen speeltuin.

Bovenstaande moeten we verdisconteren als we Rutte’s staat van dienst onder de loep nemen.

Consistentie behoort niet tot zijn deugden. De omgang net de waarheid kan vaak beter. Hij zegt soms tenenkrommende dingen over dit ‘ontzettend gave land’ dat soms ook weer een breekbaar vaasje blijkt te zijn. Dat klopt allemaal en hij krijgt dat ook regelmatig en terecht onder zijn neus gewreven. Wie premier wil zijn, is automatisch de Kop van Jut. Het siert Rutte dat hij zich daar nooit over beklaagt.

Niettemin slaagt Rutte er al jaren in om een versplinterde samenleving en dito politiek redelijk bij elkaar te houden. Tijdens corona heeft hij bovendien bewezen een redelijk goede crisismanager te zijn. Natuurlijk ging er van alles mis, – anders was het geen crisis -,  en deden ze het in sommige landen ongetwijfeld beter. Desondanks zijn we zonder ernstige kleerscheuren door de pandemie gerold. (Voorlopig althans, niemand weet wat het virus in de herfst in petto heeft). Dat is ook, en misschien vooral, Rutte’s verdienste.

Na deze regeerperiode of bij een val van Rutte IV zou hij er goed aan doen de eer aan zichzelf te houden en af te zwaaien. Niet alleen voor het land dat op hem uitgekeken raakt. Ook voor de VVD die nu de kiesvereniging Rutte is. Rutte is de VVD en de VVD is Rutte. Als Rutte met zijn fiets onder de tram komt, laat hij in elk geval in zijn partij een gapende leegte achter. Opvolgers heeft hij niet. Edith Schippers en Klaas Dijkhoff liepen zich warm maar hadden geen zicht op speeltijd. Een niet-VVD-er zal dat een zorg zijn, maar het centrum is al gekrompen en we hebben al te veel kleine tot middelgrote middenpartijen.

Van de politiek en politici moet je niet teveel verwachten. Politici stellen vrijwel altijd te teleur. Van de meeste, nog zo mooie voornemens komt weinig terecht. Weinig plannen overleven de eerste schermutselingen met de werkelijkheid. Als je terugkijkt op een politieke loopbaan is het al mooi wanneer 5O procent redelijk tot goed, 30 procent matig en10 procent onder de maat blijkt. Het zou me niets verbazen als we tzt bij Rutte uitkomen op een dergelijke score.